De Nederlandse media-industrie merkt elke dag hoe groot de impact is van het voortschrijdende proces van digitalisering en dataficering. De transitie van analoge (broadcast) naar digitale (over-the top: OTT) netwerken zorgt er niet alleen voor dat mensen televisie kunnen kijken op ieder gewenst moment met het apparaat naar keuze, het maakt tevens interactie mogelijk met de kijker. Bij die interactie wordt allerhande data over de gebruiker verzameld. De kansen om hiermee nieuwe diensten te ontwikkelen blijven echter veelal onbenut. Vooral voor interactieve mediabedrijven ligt hier een kans omdat het hun apps zijn die grote hoeveelheden gebruikersdata verzamelen. Interactieve mediabedrijven hebben echter momenteel moeite om de gebruikersdata uit hun apps zodanig te analyseren dat nieuwe inzichten ontstaan waarop bestaande diensten (continue) verbeterd kunnen worden, nieuwe diensten voor hun klanten kunnen worden ontwikkeld én zijzelf diensten kunnen gaan vermarkten vanuit een zelfstandige positie. De terugkerende vraag is dan ook: Hoe kunnen nieuwe inzichten uit gebruikersdata systematisch worden verzameld, geanalyseerd en gevalideerd, en welke businessmodellen helpen om deze nieuwe inzichten te borgen in de strategie van de organisatie?
MULTIFILE
De rol van internet en intranet in overheidscommunicatie. Niet zomaar 'nieuwe' communicatiemiddelen. Intranet is veel eer te beschouwen als een nieuwe communicatieomgeving waar andere communicatiemiddelen (oud en nieuw) een plaats in kunnen krijgen.
Gezond bewegen is essentieel om de fysieke zelfredzaamheid van ouderen te bevorderen en te herstellen. De coronapandemie heeft de huidige samenleving veranderd, met mogelijke impact op (digitale) beweegbehoeftes en het welzijn van ouderen. Inzicht in de behoeftes van ouderen in deze bijzondere tijd is belangrijk, maar tegelijkertijd door de lock-down lastig te inventariseren. Dit artikel presenteert de ‘One week in the life of...’methode, een fysieke co-creatieve toolkit om op afstand te achterhalen welke voorkeuren ouderen hebben voor (beweeg)activiteiten, om na te gaan welke ondersteunende rol digitale tools hierbij kunnen spelen en ter inspiratie als mogelijke interventie. Deze toolkit is ontwikkeld omdat in een voorafgaande online vragenlijst aangaande behoeftes rondom bewegen en technologie bij ouderen (N=37) bleek dat de participanten zich met deze methode moeilijk een voorstelling konden maken van de mogelijkheden van technologie voor beweegondersteuning.In dit onderzoek hebben vijftien ouderen de opgestuurde toolkit geretourneerd. Deze toolkit bestond uit een speciaal ontworpen activiteitendagboek, activiteiten kaartjes, een folder met tips & tricks en een fitness elastiek. Uit de resultaten blijkt dat ouderen gedurende de coronapandemie voornamelijk buiten actief waren, waarbij wandelen en fietsen veelvuldig werden uitgevoerd. Hoewel technologie geen groot aandeel had in de dagelijkse activiteiten, inclusief het bewegen van ouderen, leek men hier positief tegenover te staan wanneer dit aansluit op de individuele behoeftes en contextuele situatie.De gebruikte toolkit met actieve tips en tricks creëerde meer bewustzijn rondom de digitale mogelijkheden. Over het meegestuurde fitness elastiek waren participanten enthousiast, de meeste willen deze blijvend gaan gebruiken. Verder bleek de fysieke toolkit een waardevolle methode om zowel contextuele dagelijkse inzichten te bieden aan de ouderen als de zorgprofessional. Oefentherapeuten en andere beweegprofessionals kunnen de toolkit gebruiken als instrument om inzicht te krijgen in het huidige beweeggedrag, het welzijn van ouderen en wat hen dagelijks motiveert en plezier geeft in tijden van corona.
LINK
Binnen de journalistiek zijn veel interactieve verhalen zichtbaar in de vorm van longreads, interactieve documentaires, storytelling en crossmediale verhalen. Hierbij worden vaak geavanceerde technieken ingezet om gebruikers bij het verhaal te betrekken. Maar hoe werken deze interactieve verhalen nu precies? Dat is wat in dit onderzoek onderzocht wordt.Doel Doel van het onderzoek is om te bekijken hoe narrativiteit tot stand komt binnen multimediale journalistieke producties. Het onderzoek richt zich daarbij vooral op de relatie tussen interactiviteit en het verhaal (narratief). Hoe wordt interactiviteit zichtbaar in het verhaal? En welke gevolgen heeft dit voor de manier waarop het verhaal wordt verteld? Hoe ‘ontwerpen’ journalisten dergelijke interactiviteit? En hoe gaat de gebruiker daar eigenlijk mee om? Resultaten Voorlopige inzichten uit het onderzoek heeft Renée vastgelegd in een aantal blogs: Ik snowfall, wij snowfallen, wij hebben gesnowfalld? Multimedia storytelling: durven redacties wel? Het maakproces van interactieve verhalen Gebruikers betrekken bij het verhaal Looptijd 01 januari 2017 - 01 januari 2021 Aanpak Het onderzoek valt uiteen in drie delen: Bestuderen van de mediaproducties In kaart brengen welke keuzes en aannames ten grondslag liggen aan het maakproces Uitzoeken op welke manier het publiek interactie heeft met de producties. Door inzichtelijk te maken hoe narrativiteit tot uiting komt in journalistieke verhalen, wordt het mogelijk om redacties te voorzien van advies en werkvormen op het gebied van multimedia storytelling. Ook helpt de kennis om onderwijs verder te ontwikkelen.