Als gevolg van nieuwe wetgeving zoals Sarbanes-Oxley en gedragscodes als die van de commissie Tabaksblat is het de expliciete verantwoordelijkheid van de directie om te zorgen voor een adequaat en effectief risicomanagement en intern beheersingssysteem. Het is opvallend dat deze nieuwe interne-controlevereisten de kredietcrisis niet hebben kunnen voorkomen in een zo streng gereguleerde bedrijfstak als die van de financiële dienstverlening. De grote vraag is dan ook hoe dit allemaal heeft kunnen gebeuren en welke mogelijke lessen er te trekken zijn.
Stel je voor: je komt als reclasseringswerker op een maandagochtend op kantoor en met het eerste telefoontje dat je krijgt doorverbonden hoor je dat een van je cliënten, een tbs-gestelde met proefverlof, op het politiebureau zit. Hij heeft het afgelopen weekend zijn vriendin gedood. Je zegt nog: ‘Maar hij heeft helemaal geen vriendin.’ ‘Nee, nu niet meer’, zegt je onwetende collega, die de vroeghulp heeft gedaan. Je weet: alle betrokkenen bij deze begeleiding zijn er steeds van overtuigd geweest dat het goed ging met je cliënt. Je hebt dat ook nog recent besproken met collega’s, met de werkbegeleider en in het TCO,1 en het in een tweemaandelijks rapport vastgelegd. Ruim 25 jaar geleden is mij iets dergelijks overkomen. Ik dacht: wat heb ik over het hoofd gezien? De kliniek, de psychiatrisch consulent en ikzelf, wij hadden regelmatig en frequent contact met de cliënt, met zijn netwerk, met zijn werkgever en met elkaar. Het was Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT)2 avant la lettre, zo intensief werd er samengewerkt tussen reclassering en kliniek; alles werd met elkaar besproken totdat we op één lijn zaten. Ik overlegde met een paar medewerkers, pakte toen de auto en reed naar het politiebureau voor een bezoek aan mijn cliënt. Hij was schuldbewust, dat wel, maar vooral moest hij lachen om onze naïviteit; hoe hij deze vriendin buiten ons zicht had weten te houden, omdat hij nu eindelijk eens iets voor zichzelf wilde hebben.
Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan dit artikel onderzoekt hoe de overheid markten reguleert voor (financiële) producten en diensten teneinde falen van de markt te voorkomen. Het behandelt specifiek EU Richtlijn 2014/57/EU betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik en de implementatie daarvan in Nederland en opvolgend gebruik door het Openbaar Ministerie en Autoriteit Financiële Markten en hun Convenant ter voorkoming van ongeoorloofde samenloop van bestuurlijke en strafrechtelijke sancties. Het beantwoord de vraag of deze richtlijn de ontwikkeling van effectief reguleren van de financiële markt bevordert of remt. De slotsom ten aanzien van de implementatie van Richtlijn 2014/57/EU is – kort gezegd – dat “slechts” het aantal jaren gevangenisstraf voor handel met voorkennis en marktmisbruik van twee naar vier aangepast dient te worden. Het artikel concludeert tenslotte dat de huidige praktijk van het Convenant tussen OM en Autoriteit Financiële Markten kan blijven bestaan. De Autoriteit Financiële Markten kan haar inspanningen om haar toezicht verder in de geest van responsive regulation te verbeteren ongestoord door het OM voortzetten.
Jaarlijks staan zo’n 30.000 mensen onder toezicht van de reclassering. De reclassering stimuleert hen crimineel gedrag te veranderen en houdt toezicht op de door de rechter opgelegde bijzondere voorwaarden. Als reclassenten voorwaarden overtreden, is een zorgvuldige en deskundige beoordeling van de overtreding en de reactie daarop essentieel. Daarbij spelen verschillende belangen en overwegingen een rol, zoals geloofwaardigheid van de sanctie, veiligheid en re-integratie/resocialisatie van de reclassent.Doel Onderzoeken hoe professionele besluitvorming door reclasseringswerkers bij overtreding van voorwaarden kan worden ingericht, om de inhoudelijke en formele nakoming door reclassenten te bevorderen. Resultaten Het project levert handvatten voor reclasseringswerkers voor zorgvuldige oordeels- en besluitvorming. De bevindingen worden vertaald naar onderwijsmateriaal voor (toekomstige) reclasseringsprofessionals en gedeeld met de (internationale) onderzoek gemeenschap. Ook kunnen inzichten uit het project bijdragen aan verbetering van de samenwerking tussen verschillende professionals in de strafrechtketen die betrokken zijn bij de besluitvorming in geval van overtreding van voorwaarden. Looptijd 01 juni 2023 - 01 maart 2025 Aanpak Data-analyse en dossierstudie Etnografische studie Focusgroepen
Jaarlijks staan zo’n 30.000 mensen onder toezicht van de reclassering (hierna reclassenten). De reclassering stimuleert hen crimineel gedrag te veranderen en houdt toezicht op de door de rechter opgelegde bijzondere voorwaarden. Als reclassenten voorwaarden overtreden, is een zorgvuldige en deskundige beoordeling van de overtreding en de reactie daarop essentieel. Daarbij spelen verschillende belangen en overwegingen een rol, zoals geloofwaardigheid van de sanctie, veiligheid en re-integratie/resocialisatie van de reclassent. Een consortium van reclasseringsorganisaties, Hogeschool Utrecht, Universiteit Leiden, vertegenwoordigers van OM en advocatuur en enkele kennispartners wil de professionele oordeelsvorming bij overtreding van voorwaarden versterken. Achtergrond en theorie Professionals vinden professionele beslisruimte essentieel om een overtreding te beoordelen en verschillende belangen die daarbij spelen te wegen. Maar teveel beslisruimte kan resulteren in willekeur en rechtsongelijkheid en zet de geloofwaardigheid van de strafrechtelijke sanctie op het spel. Bij overtreding van voorwaarden zijn meerdere beslissers betrokken die elkaar opvolgen (seriële besluitvorming). Dit kan ertoe leiden dat men anticipeert op de veronderstelde uitkomst van een (latere) beslissing. De mate waarin reclassenten het toezicht en de besluitvorming met betrekking tot het overtreden van voorwaarden als rechtvaardig ervaren, draagt bij aan naleving van de voorwaarden en actieve deelname in het toezicht. Daarom is investeren in een goede werkalliantie met de reclassent essentieel voor een positief verloop van het toezicht. Vraagstelling en onderzoeksmethoden De centrale vraag in dit onderzoek luidt: hoe kan professionele besluitvorming door reclasseringswerkers bij overtreding van voorwaarden worden ingericht teneinde de inhoudelijke en formele nakoming door reclassenten te bevorderen? Met behulp van een mixed methods design van data- en dossieranalyse, observatie, interviews en focusgroepen wordt deze vraag beantwoord. Beoogd resultaat Het project levert handvatten voor reclasseringswerkers voor zorgvuldige oordeels- en besluitvorming. De bevindingen worden vertaald naar onderwijsmateriaal voor (toekomstige) reclasseringsprofessionals en gedeeld met de (internationale) onderzoek gemeenschap.
In dit onderzoek brachten we actuele kennis in kaart over effectief reclasseringstoezicht.Doel Doel van het project was om een systematisch overzicht te maken van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Dit zijn elementen die aantoonbaar bijdragen aan het verminderen van recidive, voorkomen van uitval, versterken van motivatie voor verandering en verbeteren van het functioneren van delinquenten op verschillende leefgebieden. Resultaten Een onderzoeksrapportage met een overzicht van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Een Engelse versie van de onderzoeksrapportage: Effective practices in probation supervision: a systematic literature review. Een publieksversie van het onderzoeksrapport waarin de belangrijkste bevindingen zijn samengevat. Een artikel voor een wetenschappelijk tijdschrift (in ontwikkeling). Looptijd 01 oktober 2019 - 31 augustus 2020 Aanpak Er is in de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar reclasseringstoezicht, in Nederland maar vooral ook in het buitenland. Onderzoekers voerden een systematisch literatuuronderzoek uit van de nationale en internationale onderzoeksliteratuur over reclasseringstoezicht vanaf het jaar 2000 en beoordeelden hoe onderbouwd de conclusies zijn. Relevantie voor werkveld en onderwijs Het overzicht van bewezen werkzame elementen voor toezicht op delinquenten is bijzonder nuttig, voor het werkveld en voor hbo-opleidingen die toekomstige forensisch sociale professionals opleiden. Het kan richting geven aan deskundigheidsbevordering, aan beleidsontwikkeling van de reclassering, en ondersteunt keuzes die reclasseringswerkers dagelijks moeten maken in hun begeleidingscontacten met reclasseringscliënten.