Deze aflevering gaat over investeren in de fruitteelt. We bespreken de aspecten waar rekening mee gehouden moet worden bij het doen van investeringen in de agrarische sector. Specifiek wordt er ingegaan op de fruitteelt. Deze sector is de afgelopen jaren sterk veranderd. Weersomstandigheden hebben effect op bijv. ziekten en plagen, op bloemknopschade, en op waterbeschikbaarheid. Fruittelers maken hierdoor andere afwegingen dan voorheen! Linda Snippe, onderzoeker bij Hogeschool Inholland, gaat hierover in gesprek met twee ervaren adviseurs van Delphy, een organisatie gespecialiseerd in innovatie in de land- en tuinbouwsector: Milan en Gerjan. Wat zijn preventieve maatregelen die de kans op een goede oogst vergroten? En welke keuzes kunnen telers beter wel of niet maken als het gaat om investeringen in de fruitteelt? Hoe verschilt dat met 15 jaar geleden?”
LINK
Mogelijk investeren meer ondernemers in hun bedrijf dan tot nu toe bekend, omdat we onderschatten hoeveel er vanuit eigen middelen wordt gefinancierd. Er zijn 165.000 zzp’ers met een financieringsbehoefte ten opzichte van 118.000 mkb’ers. Dat blijkt uit schattingen van KVK en Hogeschool Utrecht uit het onderzoek ‘Investeren en financieren door zzp en mkb ondernemers’. Bij de overweging van financieringsvormen kijken ondernemers in de eerste plaats naar kosten (73%) en het rentepercentage (67%). Er is maar bij 14% van de ondernemers een financierings- of investeringsbehoefte. Van de ondernemers met een financieringsbehoefte gaf 57% aan alleen gebruik te hebben gemaakt van eigen middelen. 31% maakte gebruik van eigen middelen en externe financiering of subsidies. Slechts 12% gebruikt louter externe middelen. Privé inbreng domineert bij zzp’ers meer dan bij het mkb. Wij zagen dat 34% van alle ondernemers - zonder enige investerings- of financieringsbehoefte – eigen middelen inbrengt. Het lijkt er daarmee op dat ondernemers de term investerings- en/of financieringsbehoefte in enquêtes associëren met externe financieringen. Mogelijk investeren veel meer ondernemers in hun bedrijf dan tot nu toe gemeten is. Ondernemers zijn het bekendst met een banklening (93%), fiscale aftrek (90%), crowdfunding (85%) en een lening van vrienden en familie (86%). Ondernemers zijn het minst bekend met kredietunies (23%), regionale ontwikkelingsmaatschappijen (35%), online flitskredieten (35%) en financiering met ingehouden winsten (37%). Algemeen geven mkb ondernemers aan iets meer bekend te zijn met financieringsvormen en -bronnen dan zzp’ers. 13% van de ondernemers had behoefte aan informatie over financiering. De rol van de financiële adviseur is daarbij van belang. Ruim 75% van de ondernemers raadpleegt een onafhankelijk financieel adviseur (30%), een accountant (24%) of een boekhouder (21%).Ondernemers die informatie inwonnen deden dat ook bij de bank (51%) en op internet (46%). Wij vroegen zzp en mkb ondernemers of zij een financier zekerheden zouden kunnen bieden. 38% van de zzp’ers gaf aan geen zekerheden te kunnen bieden. Als er wel zekerheden zijn, dan is het vooral privé vermogen (34%) en privé onroerend goed (32%). Mkb ondernemers zagen meer mogelijkheden. Zij kunnen vaker privé onroerend goed (45%) en privé vermogen (39%) inbrengen dan zzp’ers. En mkb’ers kunnen ook vaker zakelijk onderpand bieden met voorraad of debiteuren (33%) of met bedrijf onroerend goed (35%). Slechts 16% gaf aan dat ze een financier geen zekerheden kunnen bieden.
DOCUMENT
Vanwege verschraalde voorzieningen op het platteland willen politieke partijen investeringen tussen stad en platteland herverdelen. Maar zijn de voorzieningen in de stad wel zo ruim bemeten? Het is verstandig per regio een probleemanalyse te maken wat er precies nodig is.
LINK
Jaarlijks staan zo’n 30.000 mensen onder toezicht van de reclassering (hierna reclassenten). De reclassering stimuleert hen crimineel gedrag te veranderen en houdt toezicht op de door de rechter opgelegde bijzondere voorwaarden. Als reclassenten voorwaarden overtreden, is een zorgvuldige en deskundige beoordeling van de overtreding en de reactie daarop essentieel. Daarbij spelen verschillende belangen en overwegingen een rol, zoals geloofwaardigheid van de sanctie, veiligheid en re-integratie/resocialisatie van de reclassent. Een consortium van reclasseringsorganisaties, Hogeschool Utrecht, Universiteit Leiden, vertegenwoordigers van OM en advocatuur en enkele kennispartners wil de professionele oordeelsvorming bij overtreding van voorwaarden versterken. Achtergrond en theorie Professionals vinden professionele beslisruimte essentieel om een overtreding te beoordelen en verschillende belangen die daarbij spelen te wegen. Maar teveel beslisruimte kan resulteren in willekeur en rechtsongelijkheid en zet de geloofwaardigheid van de strafrechtelijke sanctie op het spel. Bij overtreding van voorwaarden zijn meerdere beslissers betrokken die elkaar opvolgen (seriële besluitvorming). Dit kan ertoe leiden dat men anticipeert op de veronderstelde uitkomst van een (latere) beslissing. De mate waarin reclassenten het toezicht en de besluitvorming met betrekking tot het overtreden van voorwaarden als rechtvaardig ervaren, draagt bij aan naleving van de voorwaarden en actieve deelname in het toezicht. Daarom is investeren in een goede werkalliantie met de reclassent essentieel voor een positief verloop van het toezicht. Vraagstelling en onderzoeksmethoden De centrale vraag in dit onderzoek luidt: hoe kan professionele besluitvorming door reclasseringswerkers bij overtreding van voorwaarden worden ingericht teneinde de inhoudelijke en formele nakoming door reclassenten te bevorderen? Met behulp van een mixed methods design van data- en dossieranalyse, observatie, interviews en focusgroepen wordt deze vraag beantwoord. Beoogd resultaat Het project levert handvatten voor reclasseringswerkers voor zorgvuldige oordeels- en besluitvorming. De bevindingen worden vertaald naar onderwijsmateriaal voor (toekomstige) reclasseringsprofessionals en gedeeld met de (internationale) onderzoek gemeenschap.
Het lectoraat Applied Quantum Computing is een samenwerking tussen de Hogeschool van Amsterdam en het Centrum Wiskunde en Informatica. Dit lectoraat gaat zich bezig houden met het leggen van een verbinding tussen enerzijds fundamenteel onderzoek en anderzijds praktische problemen. In een samenwerking met IBM, Capgemini en Qusoft zullen cases en experimenten worden uitgevoerd hoe Quantum Computing bedrijven gaat beïnvloeden. Op het gebied van Quantum Communication zal onderzocht worden hoe m.b.v. Quantum Technologie gekomen kan worden tot een veilige communicatie. Ook zal aangesloten worden bij onderzoek naar en onderwijs worden ontwikkeld rondom hoe quantum mechanische effecten praktisch ingezet kunnen worden om metingen te verrichten. Onderzoek zal verricht worden naar het implementeren van theoretische oplossingen als bedacht in de laboratoria van universiteiten voor problemen bij bedrijven en instellingen. Binnen de Hogeschool van Amsterdam zal aansluiting worden gezocht met het onderzoek dat wordt gedaan binnen diverse lectoraten van de Faculteit DMCI, zoals responsible IT (i.o) en Urban Analytics en met de onderzoekers van de groep Urban Technology van de faculteit Techniek. In het onderwijs wordt een relatie bestendigd met opleidingen als HBO-ICT, waarvoor een minor wordt ontwikkeld, en Technische Natuurkunde. Daarbuiten zal verder gewerkt worden aan een netwerk om te komen tot een ecosysteem van instellingen en bedrijven. De Hogeschool van Amsterdam draagt Marten Teitsma als lector voor. Marten Teitsma heeft heeft veel ervaring in het onderwijs, ontwikkeling daarvan, als leidinggevende en is gepromoveerd in de Artificiële Intelligentie. Binnen de hogeschool heeft hij het initiatief genomen tot diverse activiteiten op het gebied van Quantum Computing.
Aanleiding Nieuwsuitgeverijen bevinden zich in zwaar weer. Economische malaise en toegenomen concurrentie in het pluriforme medialandschap dwingen uitgeverijen om enerzijds kosten te besparen en tegelijkertijd te investeren in innovatie. De verdere automatisering van de nieuwsredactie vormt hierbij een uitdaging. Buiten de branche ontstaan technieken die uitgeverijen hierbij zouden kunnen gebruiken. Deze zijn nog niet 'vertaald' naar gebruiksvriendelijke systemen voor redactieprocessen. De deelnemers aan het project formuleren voor dit braakliggend terrein een praktijkgericht onderzoek. Doelstelling Dit onderzoek wil antwoord geven op de vraag: Hoe kunnen bewezen en nieuw te ontwikkelen technieken uit het domein van 'natural language processing' een bijdrage leveren aan de automatisering van een nieuwsredactie en het journalistieke product? 'Natural language processing' - het automatisch genereren van taal - is het onderwerp van het onderzoek. In het werkveld staat deze ontwikkeling bekend als 'automated journalism' of 'robotjournalistiek'. Het onderzoek richt zich enerzijds op ontwikkeling van algoritmes ('robots') en anderzijds op de impact van deze technologische ontwikkelingen op het nieuwsveld. De impact wordt onderzocht uit zowel het perspectief van de journalist als de nieuwsconsument. De projectdeelnemers ontwikkelen binnen dit onderzoek twee prototypes die samen het automated-journalismsysteem vormen. Dit systeem gaat tijdens en na het project gebruikt worden door onderzoekers, journalisten, docenten en studenten. Beoogde resultaten Het concrete resultaat van het project is een prototype van een geautomatiseerd redactiesysteem. Verder levert het project inzicht op in de verankering van dit soort systemen binnen een nieuwsredactie. Het onderzoek biedt een nieuw perspectief op de manier waarop de nieuwsconsument de ontwikkeling van 'automated journalism' in Nederland waardeert. Het projectteam deelt de onderzoekresultaten door middel van presentaties voor de uitgeverijbranche, presentaties op wetenschappelijke conferenties, publicaties in (vak)tijdschriften, reflectiebijeenkomsten met collega-opleidingen en een samenvattende white paper.