Het gemeentelijke aanbod en de organisatie van eerstelijns sociaaljuridische ondersteuning in Nederland vertoont geografische verschillen, zo bleek uit een eerder uitgevoerd landelijk inventarisatieonderzoek door Significant Public in 2023. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat niet alle vormen van ondersteuning overal en evenveel aanwezig zijn. Dit riep vragen op over de toegang tot het recht van burgers in Nederland. In opdracht van Divosa, in het kader van het Programma Robuuste Rechtsbescherming, heeft het Lectoraat Toegang tot het Recht van Hogeschool Utrecht, een aanvullend onderzoek uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in hoeverre het huidige sociaaljuridische ondersteuningsaanbod van gemeenten aansluit bij de behoeften van haar inwoners. Eerstelijns sociaaljuridische ondersteuning (hierna: SJO) wordt aangeboden door verschillende partijen, waaronder het Juridisch Loket, sociaal raadslieden, rechtswinkels, wijkteams, Slachtofferhulp Nederland of Vluchtelingenwerk Nederland. Het gaat hierbij om het gratis fysieke, telefonische en schriftelijke aanbod van informatie, advies of ondersteuning aan inwoners binnen een gemeente. Alle inwoners van Nederland hebben recht op ondersteuning, maar sluit het lokaal aanbod aan bij de behoefte van inwoners? In dit onderzoek is vooral gekeken naar de behoefte van inwoners. Aan de hand van statistische analyses is onderzocht of bepaalde inwoners- en gemeentekenmerken verklaringen konden geven voor de geografische verschillen in het sociaaljuridische ondersteuningsaanbod. Door het koppelen van data over inwoners en gemeenten “(data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)) aan data over het SJO-aanbod was het mogelijk om verbanden tussen SJO-behoefte (inwoners) en SJO-aanbod te onderzoeken. Daarnaast heeft het onderzoek gekeken naar de mate waarin deze verbanden de geografische verschillen in het SJO-aanbod (het aantal SJO-vestigingen, type ondersteuning en leefgebieden) kunnen verklaren. Een hoger inwoneraantal, gemiddeld lager opleidingsniveau en minder gunstig arbeidsverleden van inwoners in de gemeente hangen samen met een breder SJO-aanbod in de gemeente. Deze bevindingen wijzen op een aansluiting tussen de behoefte van inwoners en het aanbod aan eerstelijns sociaaljuridische ondersteuning in gemeenten. De kenmerken van gemeenten (in dit onderzoek: solvabiliteit van de gemeentelijke budgetten en stedelijkheid) bleken maar heel beperkt samen te hangen met het aanbod. Uit het onderzoek komt naar voren dat de aansluiting tussen inwonersbehoefte en het SJO-aanbod veel sterker is dan de aansluiting tussen kenmerken van een gemeente (solvabiliteit van gemeentelijke budgetten en stedelijkheidsgraad) en het SJO-aanbod. Uit het onderzoek kwamen ook omgekeerde, onverwachte verbanden naar voren. Zo bleken gemeenten met meer welvarende inwoners een breder (d.w.z. op meer leefgebieden) SJO-aanbod te hebben. Daartegenover stond dat gemeenten met relatief meer gedupeerden van de Kinderopvangtoeslagaffaire of met gemiddeld meer huishoudens met problematische schulden, minder eerstelijns SJO-vestigingen bleken te hebben. Bovendien kwam naar voren dat gemeenten met relatief meer gedupeerden van de Kinderopvangtoeslagaffaire of met meer bijstandsgerechtigden, een minder breed SJO-aanbod hebben. Dit is echter wel afhankelijk van hoe de breedte van het aanbod gemeten wordt. Overigens is er geen verband gevonden tussen het aantal inwoners met een migratieachtergrond en het SJO-aanbod. Deze resultaten impliceren een gebrek aan aansluiting tussen de SJO-behoefte van inwoners en het SJO-aanbod van gemeenten. Alle bovengenoemde kenmerken samen verklaren 79% van de verschillen tussen gemeenten wat betreft het aantal SJO-vestigingen, en 35% van de verschillen in de inhoudelijke breedte van het aanbod. Dit onderzoek heeft niet alleen inzicht gegeven in een cijfermatige aansluiting tussen behoefte en aanbod, maar heeft ook inzichtelijk gemaakt waar het lokale aanbod van eerstelijns sociaaljuridische ondersteuning in gemeenten vermoedelijk niet aansluit bij de behoefte van inwoners. Op basis van de onderzoeksresultaten is een aantal aanbevelingen geformuleerd. In de eerste plaats zouden de behoeften van inwoners op lokaal niveau meer, beter en systematischer in kaart moeten worden gebracht. Dit kan als basis dienen voor beleid over het sociaaljuridische ondersteuningsaanbod op lokaal niveau. Dit zou bij voorkeur moeten gebeuren aan de hand van informatie over het SJO-gebruik in gemeenten en de resultaten van deze dienstverlening. Dan pas kunnen er conclusies worden getrokken over de aansluiting en doelmatigheid van het SJO-aanbod in gemeenten. Verder is landelijke regie en monitoring nodig om de aansluiting tussen SJO-behoefte en SJO-aanbod op gelijke wijze te laten plaatsvinden. Dit heeft als voordeel dat er dan gestuurd kan worden om (nieuwe) geografische verschillen in aansluiting te voorkomen. Bovendien is er meer kennis en inzicht nodig over gemeentelijk beleid en besluitvorming, inclusief inkoop, rondom de organisatie en inrichting van eerstelijns sociaaljuridische dienstverlening.
DOCUMENT
In het sociaal werk ontstaan steeds meer initiatieven om met online toepassingen de dienstverlening te verrijken. De combinatie van bestaande face-to-face-ondersteuning en onlinetoepassingen maken samen blended ondersteuning. Met blended ondersteuning wil het sociaal werk ondersteuning verbeteren en aansluiten bij de onlineleefwereld van inwoners. Om de ontwikkeling van onlinetoepassingen en blended sociaal werk aan te jagen, bundelden organisaties voor sociaal werk hun krachten in de Kopgroep Blended, Effectmeting, Benchmark (BEB). De Kopgroep BEB bestaat uit MEE & de Wering, De SMD, Xtra, Versa Welzijn, Elan Welzijn, Wij Heemstede, Welzijn Bloemendaal, Pluspunt Zandvoort en SWOA. AdSysCo is aangesloten als specialist in software voor het sociaal domein aan om de technische wensen te realiseren die gepaard gaan met het ontwikkelen van blended sociaal werk. In 2023 deed het lectoraat Empowerment & Professionalisering een verkennend onderzoek naar het perspectief van inwoners op de komst van blended sociaal werk. De uitkomsten hiervan vindt u in de rapportage via onderstaande link.
DOCUMENT
In de arbeidsmarktregio Groningen hebben gemeenten, UWV en werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers zich verenigd in het samenwerkingsverband Werk in Zicht (WIZ). Ze hebben zich tot doel gesteld om 20.000 inwoners met behulp van diverse projecten te stimuleren in hun ontwikkeling op de arbeidsmarkt. Waarin ze zich willen ontwikkelen en in welk tempo, bepalen de inwoners zelf. Hoe dit in kaart te brengen?
LINK
Wijk- en buurtgericht werken vanuit het perspectief van de burger is een belangrijk uitgangspunt in het sociaal en ruimtelijk domein. Echter, burgerparticipatie is vaak veeleisend en weinig inclusief en eindigen regelmatig in een teleurstelling (Verloo, 2023). Professionals hebben behoefte aan alternatieven om samen te werken met inwoners als gelijkwaardige bron van kennis. Bindkracht10 en het Lectoraat Versterken van Sociale Kwaliteit van de HAN hebben samen hiervoor de ‘Wijkwaardenkaart’ ontwikkeld. Dit is een narratieve gesprekstool voor professionals en wijkbewoners die buurt- of wijkgericht werken. De tool heeft twee onderdelen: de gesprekskaart en de praatplaat. Professionals ervaren dat de praatplaat relatief duur en arbeidsintensief is waardoor de dialoog over de wijkwaarden nauwelijks opgang komt. Deze dialoog is nodig om daadwerkelijk het eigenaarschap van inwoners over hun eigen leefomgeving te vergroten. Daarom willen professionals een digitale tool ontwikkelen die hier meer mogelijkheden toe biedt. Dit doen we samen met sociale professionals van Bindkracht10, woningcorporatie Talis, Frank Los Weer een Los, de wijkraad Venlo-Oost en het Lectoraat Media Design. De centrale vraagstelling is: Hoe kunnen we een digitale tool ontwikkelen voor sociale professionals om inwoners eigenaarschap te laten ervaren over hun eigen leefomgeving? We volgen het ‘design thinking proces’. In het eerste werkpakket verkennen we in een focusgroep de wensen en behoeften voor de digitale tool. We kijken hierbij ook naar toegankelijkheid en inclusie. In het tweede werkpakket werken we in een focusgroep de ontwerpprincipes uit en kiezen we concrete ideeën uit voor het ontwerp. Op basis hiervan wordt een prototype ontwikkeld. In het derde werkpakket testen we dit prototype uit in de Nijmeegse wijk Lindenholt en in Venlo-Oost en evalueren we. Op basis van de evaluatie wordt het prototype aangescherpt. In de laatste fase schrijven we een handreiking en delen we onze kennis en de tool in het netwerk en het onderwijs.
De 2SHIFT SPRONG-groep is een samenwerkingsverband van HAN University of Applied Sciences en Fontys Hogescholen. Onze ambitie is het vergroten van eerlijke kansen op gezond leven. Dit doen we door het vormgeven en versterken van gemeenschappen als fundament voor het creëren van eerlijke kansen op gezond leven. Vanuit deze gemeenschappen wordt in co-creatie gewerkt aan structuur (i.e. systeem), sociale en technologische innovaties. Deze ambitie sluit aan bij de centrale missie KIA Gezondheid en Zorg om bij te dragen aan goede gezondheid en het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Ook draagt het bij aan deelmissie 1. het voorkomen van ziekte, waarbij wij uitgaan van het concept Positieve Gezondheid en Leefomgeving. Én het zorgt voor het verplaatsen van ondersteuning en zorg naar de leefomgeving (deelmissie 2), doordat gemeenschappen hiervoor een stevig fundament vormen. De gemeenschap is geoperationaliseerd als een samenwerking tussen inwonersinitiatieven (i.e. informele actoren) én professionals vanuit wonen, welzijn, zorg en gemeenten (i.e. formele actoren) die bestuurlijk en beleidsmatig worden ondersteund. Toenemend wordt een belangrijke rol en meer verantwoordelijkheid toebedeeld aan inwoners en wordt de noodzaak van sectoroverstijgende, inclusieve samenwerking tussen deze actoren in lokale fieldlabs benadrukt. 2SHIFT start daarom in vier fieldlabs: twee dorpen en twee wijken in (midden-)stedelijke gebieden, waar in vergelijking met groot-stedelijk gebied (zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) andere dynamieken en mechanismen een rol spelen bij het creëren van eerlijke kansen op een gezond leven. Om impact in onderwijs en praktijk te realiseren werken we nauw samen met studenten, docenten én met inwoners, professionals, bestuurders en beleidsmakers uit wonen, welzijn, zorg en gemeenten én landelijke kennispartners (“quadruple helix”). 2SHIFT brengt transdisciplinaire expertise én verschillende onderzoeksparadigma’s samen in een Learning Community (LC), waarin bestaande kennis en nieuwe kennis wordt samengebracht en ontwikkeld. Over 8 jaar is 2SHIFT een (inter)nationaal erkende onderzoeksgroep die het verschil maakt.
De wereldbevolking groeit van 7 miljard nu naar 9 miljard in 2040. De productiegroei van voedsel loopt hierop flink achter. Uit onderzoek van de FAO in 2011 komt naar voren dat wereldwijd elk jaar 1,3 miljard ton voedsel verloren gaat, ruim een derde van de voedselproductie. Binnen de EU gooien we 20% van het totaal voor de EU inwoners geproduceerde voedsel weg, inclusief het onvermijdbare verlies. Dat komt neer op 173 kg per EU inwoner per jaar. Ongeveer de helft daarvan wordt weggegooid in de productieketen tot en met de supermarkt. Agri-food reststromen zijn te vinden bij de voedselindustrie, boeren, veilingen, supermarkten etc. Die worden momenteel laagwaardig verwerkt in diervoeder, compost, potgrond, vergisting etc. Hoogwaardig verwerken gebeurt zelden, bv via de Voedselbank of de Verspillingsfabriek (soepen etc.). Dit project heeft primair als doel om reststromen vanuit de food industrie hoogwaardig te verwaarden, met 3D food printing als primaire technologie. 3D food printing is in 2006 ontstaan en sinds 2016 in een stroomversnelling gekomen. (Michelin) chefs, chocolatiers, patissiers, fooddesigners en catering hebben deze nieuwe techniek nu omarmd. Vanuit de voedselindustrie is er ook veel belangstelling, met name voor industriële toepassing en voorgevulde cartridges. Daarmee kan het Nespresso businessmodel voor een doorbraak in 3Dfoodprinting zorgen, een goedkope 3Dprinter voor consumenten waarbij verdiend wordt aan de cartridges. Belangrijk dus om toepassingen te vinden die de mogelijkheden van 3D food printing voor verwaarding van reststromen volop benutten.
Centre of Expertise, onderdeel van Hanze
Centre of Expertise, onderdeel van Avans Hogeschool