Veel onderzoek naar de ontwikkeling van vakdidactische kennis is uitgevoerd bij studenten van universitaire lerarenopleidingen. Hbo-bachelor studenten hebben in tegenstelling tot deze groep geen vakinhoudelijke opleiding afgerond. In deze verkennende casestudy is daarom onderzocht hoe hbo-bachelor studenten van de lerarenopleiding aardrijkskunde van Fontys in Tilburg denken over hun vakdidactische ontwikkeling. In vijf groepsinterviews gaven twaalf studenten blijk van een praktische instelling, waarin ze vooral zeggen te leren van vakdidactische cursussen, het leren op de werkplek en van voorbeelden van lerarenopleiders. Bij het leren op de werkplek lijkt de werkplekbegeleider een sleutelpositie te hebben, maar studenten merken een grote variatie in kwaliteit van werkplekbegeleiding op. Tenslotte is opvallend dat deze hbo-bachelorstudenten pas na twee à drie jaar studie het nut van vakdidactiek inzien en dan behoefte krijgen aan meer verdieping.
In het voor u liggende document worden beknopt vier studentprojecten besproken, waarin circulair bouwen en inclusief wonen bij elkaar zijn gebracht om een bijdrage te leveren aan meerdere vraagstukken uit de circulaire transitie-agenda. Grunstra Architecten, We ask YOU, Buro Hollema en Saxion zijn namelijk vier organisaties, die ook inzien dat de huidige manier van bouwen niet kan worden gecontinueerd en dat circulair bouwen een deel van de oplossing kan vormen.
MULTIFILE
Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 600.000 mensen ziek door het eten van besmet voedsel. De voedselverwerkende industrie heeft sterke behoefte aan meer grip op het bewaken van de hygiëne in de fabrieken om te voorkomen dat besmette producten in de winkels komen. In het afgeronde RAAK-mkb project “Precision Food Safety” is onderzocht wat de meerwaarde is van de toepassing van Whole Genome Sequencing (WGS) bij het achterhalen van de transmissieroutes van de pathogene bacterie Listeria monocytogenes bij voedselverwerkende bedrijven. Er is een biobank opgebouwd met bijna 600 L. monocytogenes stammen afkomstig van de fabrieksomgeving en producten van vis-, vlees- en groente-verwerkende bedrijven. Deze stammen zijn gesequenced met behulp van Nanopore sequencing. Vervolgens is de verwantschap tussen de stammen bepaald met een in het project ontwikkelde bioinformatica pijplijn. Het project bleek zeer succesvol. In “Advanced Precision in Food Safety ” wordt het onderzoek naar voedselveiligheid verbreed, door L. monocytogenes al aan het begin van de voedselverwerkingsketen (in grondstoffen en ingrediënten) te monitoren. Verder zal de WGS-methodiek worden toegepast op Salmonella enterica en zal de huidige bioinformatica pijplijn worden aangepast om transmissieroutes van dit andere belangrijke voedselpathogeen te achterhalen. Ter verdieping zal het ziekteverwekkende karakter van L. monocytogenes stammen worden bepaald op basis van het serotype en de aanwezigheid van ~60 beschreven virulentiegenen. Daarbij worden gegevens uit verschillende databases, met sequence data van zowel humane als niet humane stammen, met elkaar vergeleken. Zowel in het laboratorium als in de fabrieksomgeving zal het effect van verschillende schoonmaakmiddelen en schoonmaaktechnieken worden onderzocht op het elimineren van L. monocytogenes van oppervlaktes. Tevens wordt onderzocht of shotgun metagenomics analyse kan worden ingezet om voedsel snel en breed op voedselpathogenen te monitoren. Een prototype van een webapplicatie, waarmee bedrijven verkregen resultaten kunnen inzien en aanvullen zal verder worden ontwikkeld en door voedselverwerkende bedrijven worden getest en geïmplementeerd.
De COVID-19-pandemie heeft het belang duidelijk gemaakt van continuïteit van zorgverlening binnen de GGZ. Online behandeling is een veelbelovende oplossing daarvoor. Vaktherapie is een vaak ingezette behandeling voor psychiatrische aandoeningen. Vaktherapie is ervaringsgericht en bestaat uit beeldende, dans-, drama-, muziek-, psychomotorische en/of speltherapie. Vaktherapie wordt tot dusverre nog niet online aangeboden. Virtual Reality (VR) is een innovatieve manier om vaktherapie online aan te bieden. Eerder is een innovatieve online vaktherapieruimte ontwikkeld, de VR Health Experience (VRhExp). Hierdoor konden cliënten online vanuit huis aan vaktherapie deelnemen. De VRhExp werd door vaktherapeuten als veelbelovend beschouwd. Tegelijkertijd gaven vaktherapeuten aan specifieke interventies te missen. Het ´ARts and psychomotoR Interventions for Virtual rEality (ARRIVE)´ project stelt zich ten doel om vaktherapeutische VR-interventies te ontwikkelen en te bouwen voor de VRhExp. Vervolgens worden de VR-interventies in pilots onderzocht. Dit wordt gedaan door IT-technici, vaktherapeuten en onderzoekers met behulp van de Design Thinking methode. De VR-interventies worden Open Access beschikbaar gesteld. Door het opnemen van VR-interventies in de VRhExp wordt deze daadwerkelijk bruikbaar voor het aanbieden van online vaktherapie. Dit praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door de lectoraten ‘Vaktherapie bij Persoonlijkheidsstoornissen’ en ‘Innovatie in de Care’ van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in samenwerking met twee vaktherapeutische praktijken (MKB) en GGNet (Centrum voor Geestelijke Gezondheid). De onderzoeksresultaten worden geïmplementeerd in het onderwijs en het werkveld.
We hebben als Gemeente Nijmegen, Radboud Universiteit (RU), Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en ROC Nijmegen (ROC) de afgelopen jaren in gezamenlijkheid gewerkt aan het creëren van een rijke leeromgeving voor studenten en aan het bieden van een toegevoegde waarde voor de stad. Met behulp van de impulsfinanciering CDKM heeft CDKM Nijmegen sinds de ondertekening van de CDKM mooie resultaten geboekt. Wij hebben ervaring opgedaan met diverse interdisciplinaire en multi-level onderwijsprojecten in verschillende wijken, een netwerksamenwerking ontwikkeld en onderzoek gedaan naar de bijdrage van deze rijke leeromgevingen voor betrokkenen. Het is duidelijk geworden dat de betrokken kennisinstellingen en de gemeente Nijmegen het gedachtengoed van CDKM omarmen en het belang en de meerwaarde inzien van deze samenwerking (‘de stad als campus’). Maar het is ook duidelijk geworden dat deze samenwerking complex is, deze afstemming vraagt op meerdere niveaus binnen en tussen organisaties, en overbrugging vraagt van bestaande organisatiestructuren en onderwijssystemen. Om onze gezamenlijke ambitie daadwerkelijk te bereiken is een volgende, verdiepende stap nodig. Om uit de ‘probeer- en pilotfase’ te komen tot een duurzame verankering in de curricula, is het nodig om ons in deze fase nadrukkelijker te richten op de leeromgeving van de betrokken instellingen en wat daar nodig is. Het wegnemen van (o.a. bureaucratische) barrières is noodzakelijk om grootschalige inbedding van deze onderwijsinnovatie mogelijk te maken. Gezien de complexiteit pakken we dit vraagstuk aan in de organisaties zelf, en ontwikkelen we gerichte implementatieplannen die aansluiten bij de specifieke organisatiestructuur, mogelijkheden en knelpunten van de betreffende organisaties. Deze implementatieplannen per instelling ontwikkelen wij in nauwe afstemming met elkaar. Op verschillende kernthema’s gaan wij onze ambities aanscherpen en concretiseren om te komen tot een implementatieplan per betrokken partner, inclusief financieringsmodel. De huidige aanvraag is bedoeld om deze stap, om te komen tot concrete implementatieplannen, te faciliteren en te versnellen.