Dit whitepaper heeft tot doel om concrete handvatten te bieden om leerwerktrajecten voor statushouders duurzaam in te bedden en opschaling mogelijk te maken, waardoor de moeizame arbeidsparticipatie van statushouders effectiever geadresseerd kan worden. We pleiten hierbij niet voor het (uitsluitend) corrigeren van bestaande knelpunten, maar gaan uit van een missie-gedreven aanpak, waarbij publieke, private, en maatschappelijke partijen gezamenlijk naar een ambitieus doel toewerken. Centraal hierbij staan de vragen: ‘wat willen we uiteindelijk bereiken?’ en ‘wat is daar voor nodig?’
DOCUMENT
Evaluatierapport friend4friend. Friendf4friend is een maatjesproject in het kader van de maatschappelijke diensttijd waarbij Nederlandse jongeren samen met jonge nieuwkomers vrijwilligerswerk doen. Het project is gefinancierd via het actieprogramma Maatschappelijke Diensttijd, een programma van ZonMW Kernbegrippen van de maatschappelijke diensttijd zijn talentontwikkeling, ontmoeting en maatschappelijke impact. Bij friend4friend staat de ontmoeting centraal. Alle deelnemers geven aan waarde te hechten aan de ontmoeting met jongeren die ze normaal gesproken niet tegen zouden komen. De jongeren geven aan begrip te ontwikkelen voor jongeren in een andere maatschappelijke positie en met andere gewoonten. Het vrijwilligerswerk draagt bij aan de ontwikkeling van het zelfvertrouwen. Statushouders toegang tot de Nederlandse samenleving en oefenen de Nederlandse taal. Er ontstaan vriendschappen en jongeren blijven ook na de looptijd van het project contact met elkaar houden. Er blijkt sprake te zijn van gelijkwaardigheid en wederkerigheid tussen de jongeren. Op basis van de positieve resultaten, is een vervolgsubsidie toegekend.
DOCUMENT
Gemengde woonprojecten zijn woonvormen waarin verschillende groepen mensen doelbewust samenwonen, contact onderhouden en gezamenlijk activiteiten ondernemen. Deze vorm van huisvesting is de laatste jaren populair geworden vanwege het tekort aan sociale huurwoningen voor starters en de vraag naar woningen voor allerlei groepen met (tijdelijke en) urgente woonbehoeften, zoals erkende vluchtelingen (statushouders). Naast het vervullen van een woonbehoefte spelen bij gemengd-wonen projecten met statushouders vaak ook andere maatschappelijke doelen een rol, zoals participatie en integratie. Woningcorporatie Stadgenoot is sinds 2018 gestart met drie gemengd wonen projecten (Stek-projecten). Mede geïnspireerd door andere gemengd-wonen projecten in Amsterdam, is voor de Stek-projecten ingezet op het opbouwen van een community en het bevorderen van ‘een goede buur zijn’. Daarnaast is het contact met Stadgenoot en ondersteunende organisaties laagdrempelig georganiseerd. Op verzoek van Stadgenoot hebben Verwey-Jonker Instituut en Hogeschool Utrecht, Kenniscentrum Sociale Innovatie, onderzoek gedaan naar de ervaringen van bewoners en beroepskrachten betrokken bij de Stek-projecten. Doel van deze tussentijdse evaluatie was om op basis van deze ervaringen vast te stellen welke lessen getrokken kunnen worden over de opzet, het proces van totstandkoming en de werking van de sociale infrastructuur van de woonprojecten. Dit met het oog op eventuele verbetering van de Stek-projecten en op mogelijke toekomstige gemengd-wonen projecten van Stadgenoot. In het bijzonder is in het onderzoek gekeken naar het bereiken van de (sociale en integratie) doelen achter de projecten en of en in hoeverre de Stek-projecten hieraan bijdragen.
DOCUMENT
Wat leren we uit onderzoek naar gemengde-woonprojecten? Hoe kijken bewoners, medewerkers van woningcorporaties, zorg- en opvangorganisaties en gemeenten naar deze vormen van huisvesting? Onderzoekers en studenten van de Hogeschool Utrecht onderzoeken in de regio Utrecht en daarbuiten wat er nodig is om goede buren van elkaar te worden in dit soort woonprojecten. De Ontwikkelwerkplaats Gemengd Wonen (2016-2019) vormde de start daarvan, inmiddels gevolgd door meerdere evaluaties en actie-onderzoeken in de regio Utrecht en daarbuiten. De Hogeschool deelt haar kennis met de praktijk ook via de landelijke Leergang Gemengd Wonen en door middel van presentaties en publicaties.
Wat leren we uit onderzoek naar gemengde-woonprojecten? Hoe kijken bewoners, medewerkers van woningcorporaties, zorg- en opvangorganisaties en gemeenten naar deze vormen van huisvesting? Onderzoekers en studenten van de Hogeschool Utrecht onderzoeken in de regio Utrecht en daarbuiten wat er nodig is om goede buren van elkaar te worden in dit soort woonprojecten. De Ontwikkelwerkplaats Gemengd Wonen (2016-2019) vormde de start daarvan, inmiddels gevolgd door meerdere evaluaties en actie-onderzoeken in de regio Utrecht en daarbuiten. De Hogeschool deelt haar kennis met de praktijk ook via de landelijke Leergang Gemengd Wonen en door middel van presentaties en publicaties.Doel Er is steeds meer belangstelling voor gemengd wonen. Gemengd wonen gaat over woonprojecten waarbinnen verschillende groepen mensen doelbewust en in een georganiseerd verband samen wonen, contact onderhouden en soms ook gezamenlijk activiteiten ondernemen. In gemengde-woonprojecten wonen reguliere huurders samen met bewoners die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld mensen die eerder dak- of thuisloos waren, jongeren met een licht verstandelijke beperking, mensen die psychisch kwetsbaar zijn of statushouders. In onze onderzoeken kijken we naar de positieve en negatieve ervaringen van bewoners, medewerkers en bestuurders van deze bijzondere wooncomplexen. En trekken we lessen voor bestaande en toekomstige projecten. Resultaten Wat hebben we tot nu toe geleerd uit ons onderzoek? In de publicaties hieronder (onderzoeksrapporten en mediapublicaties) worden veel lessen getrokken. Enkele belangrijke zijn: Gemengd wonen biedt passende huisvesting voor een brede groep mensen, waaronder huurders die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben. Om de woonprojecten te laten slagen moeten huisvestingsorganisaties (vaak maar niet alleen woningcorporaties), zorg- of opvangorganisaties en gemeenten al vanaf de eerste voorbereiding samen optrekken en dat ook blijven doen. Bewoners van gemengd wonen zijn over het algemeen tevreden. Ze ervaren een positieve sociale controle, hebben het gevoel erbij te horen en te kunnen bijdragen aan een prettige woonomgeving. ‘Goede buur’ van elkaar proberen te zijn is het belangrijkste dat de bewoners kunnen doen. Voor de rest moeten de verwachtingen niet te hoog gesteld worden. Een gemeenschap ontstaat niet vanzelf. Verschillen in belevingswereld zorgen soms voor ongemak en onbegrip. Bewoners zijn gebaat bij goede raad voor de onderlinge omgang. De eigen inzet van bewoners voor hun woon-community is belangrijk en waardevol. Ze is gebaat bij sterk sociaal beheer en een goede begeleiding van individuele bewoners én de community. Publicaties Welkom in onze woonkamer. Gemeenten willen door met gemengd wonen. ('23) Eerst een thuis Utrecht. ('23) Psychische zorg voor statushouders toegankelijker ('23) Een goede woonstart ('23) Wat we kunnen leren van eerdere projecten waarin jongeren en statushouders samenwonen ('22) Verslag webinar maart '22: Gemengd wonen: weinig nodig voor een landelijk succes. Goed wonen! Evaluatie van het gemengd-wonenproject De Molen in Houten (feb '22). Trouw.nl: wie een goede buur wil zijn is welkom in de woonvereniging ('22). Als je wijkbewoners mixt, worden ze dan aardiger voor elkaar? ('20). Gemengd wonen met statushouders: een onderzoek naar de stek-projecten in Amsterdam ('20) Goede buren. Lessen uit gemengde woonprojecten in Utrecht ('18). Looptijd 01 november 2016 - 01 januari 2026 Interview Oranjefonds Niels doet mee aan het project Veelzijdig wonen en is een van de Nieuwe Buren in een flat waar veel kwetsbare mensen wonen. De Nieuwe Buren kijken naar de bewoners om, organiseren activiteiten en hebben veel contact met elkaar. Niels: "Dat spinnenweb van contact is heel handig als je bijvoorbeeld een verwarde bewoner tegenkomt. Een berichtje in de groepsapp en iemand schiet te hulp." Artikel over gemengd wonen in Utrecht Nico is als projectleider bij de Tussenvoorziening, een organisatie voor maatschappelijke opvang in Utrecht, voornamelijk bezig met het zogenoemd gemengd wonen. In dit artikel vertelt hij waarom gemengd wonen zo belangrijk is en deelt hij zijn ervaringen. Aanpak Dit onderzoek is onderdeel van de Ontwikkelwerkplaats Gemengd Wonen. In deze Ontwikkelwerkplaats komen bewoners, medewerkers en bestuurders bij elkaar om hun ervaringen te delen. Van deze bijeenkomsten hebben we veel geleerd over wat mensen vinden van gemengd wonen. Ook zijn er interviews en groepsgesprekken gehouden met bewoners, medewerkers en begeleiders. Vervolg De inzichten uit het onderzoek staan centraal in de leergang 'Gemengd wonen'. Werk jij bij een gemeente, woningcorporatie, zorginstelling of opvangorganisatie? Of wil je als sociaal ondernemer of actieve bewoner een woonproject opzetten? Dan kun je je aanmelden voor de achtste editie van deze interactieve cursus die in 2023 van start zal gaan. In vijf bijeenkomsten tussen februari en juni 2023 ga je aan de slag met de theorie en praktijk van gemengd wonen. Je kunt samenwerken aan nieuwe woonprojecten of bestaande projecten verbeteren. Samenwerking met kennispartners De Ontwikkelwerkplaats Gemengd Wonen heeft dit onderzoek uitgevoerd. De Ontwikkelwerkplaats is een initiatief van lector Lia van Doorn, Nico Ooms ('t Groene Sticht/Tussenvoorziening) en zelfstandig onderzoeker en projectleider Maarten Davelaar. In dit project werkten onderzoekers van Hogeschool Utrecht met veel organisaties samen: Stichting ’t Groene Sticht Stichting De Tussenvoorziening Woningcorporatie Portaal Lister Abrona Woonwerkgemeenschap Emmaus
SportDrenthe heeft twee sportseizoenen lang een proeftuin uitgevoerd waarbij de inzet was om 150 jongeren te bereiken die nu niet of minder maatschappelijk actief en/of betrokken zijn en waarbij de sportvereniging (of andere sportaanbieder) hen de nodige leerervaringen en sociale context kan bieden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om jongeren met een tussenjaar, (meerderjarige) jongeren zonder startkwalificatie en zonder baan, jongeren met een arbeidsbeperking, jongeren in armoede, jonge statushouders, vroegtijdige schoolverlaters en andere kwetsbare en/of moeilijk toegankelijke jongeren met een afstand tot deelname in een reguliere sociale (werk)context.In dit project wordt de monitoring uitgevoerd door het lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap. In deze monitoring worden de opbrengsten van de proeftuin in beeld gebracht waarbij de volgende vraag centraal staat:Wat zijn de opbrengsten van de MDT proeftuin in Drenthe voor de jongeren en de betrokken stakeholders?