In het debat over kansengelijkheid wordt gepleit voor het later selecteren van leerlingen (zie bijv. Volkskrant, 27 augustus 2022). Dit om te bevorderen dat alle leerlingen voldoende kansen krijgen op onderwijs dat recht doet aan hun capaciteiten en ontwikkeling (Onderwijsraad, 2021). Ook in de stad Utrecht is er een groeiende aandacht voor heterogeniteit in het onderwijs in het kader van kansengelijkheid (Utrechtse Onderwijs Agenda 2023-2026). Academie Tien is een school waar heterogeniteit kenmerkend is. Academie Tien is een brede school in Utrecht voor mavo, havo, en vwo voor leerlingen vanaf 10 jaar. Op deze school bestaat een klas uit leerlingen van hetzelfde leerjaar, die onderwijs volgen op verschillende niveaus. De primaire taak van Academie Tien is om het onderwijs voor leerlingen te verzorgen. De ontwikkeling van leraren wordt echter niet gezien als een aparte bezigheid en is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van de leerlingen. Niet alleen omdat de nieuwe kennis en inzichten die leraren opdoen, teruggebracht worden naar de leerlingen (bijvoorbeeld in hoe de lessen ontworpen worden), maar ook omdat de school wil voorleven wat het betekent om onderdeel te zijn van een leergemeenschap. De ontwikkeling van leraren, die wordt begeleid door opleiders in het zogenoemde ‘Opleidingshuis’, is daarmee een krachtig voorbeeld voor de leerlingen.
Learning Analytics en bias – Learning analytics richt zich op het meten en analyseren van studentgegevens om onderwijs te verbeteren. Bakker onderscheidt hierin verschillende niveaus, zoals student analytics en institutional analytics, en focust op inclusion analytics, waarin gekeken wordt naar kansengelijkheid. Bias – systematische vooroordelen in data – kan vooroordelen in algoritmen versterken en zo kansenongelijkheid veroorzaken. De onderzoeksmethode maakt gebruik van het 4/5-criterium, waarbij fairness in uitkomsten gemeten wordt door te kijken of de kansen voor de beschermde groep minstens 80% zijn van die van de bevoorrechte groep.Onderzoeksaanpak – Bakker gebruikt machine learning om retentie na het eerste studiejaar te voorspellen en onderzoekt vervolgens verschillen tussen groepen studenten, zoals mbo-en vwo-studenten. Hij volgt drie stappen: (1) Data voorbereiden en modellen bouwen: Data worden opgesplitst en opgeschoond om accurate voorspelmodellen te maken. (2) Variabelen analyseren: Invloed van kenmerken op uitkomsten wordt beoordeeld voor verschillende groepen. (3) Fairness berekenen: Het 4/5-criterium wordt toegepast op metrics zoals accuraatheid en statistische gelijkheid om bias en ongelijkheden te identificeren. Resultaten, aanbevelingen en vervolgonderzoek – Uit het onderzoek blijkt dat kansengelijkheid bij veel opleidingen ontbreekt, met name voor mannen en mbo-studenten, die een hogere kans op uitval hebben. Bakker adviseert sensitieve kenmerken zoals migratieachtergrond mee te nemen in analyses op basis van informed consent. Daarnaast pleit hij voor meer flexibiliteit in het beleid, geïnspireerd door maatregelen tijdens de coronacrisis, die een positief effect hadden op studiesucces.Toekomstvisie – Bakker benadrukt dat niet elke ongelijkheid het gevolg is van discriminatie en roept op tot data-informed interventies om sociale rechtvaardigheid in het onderwijs te bevorderen. Zijn methode wordt open access beschikbaar gesteld, zodat ook andere instellingen deze kunnen toepassen en kansengelijkheid systematisch en bewust kunnen onderzoeken.
Leraren van de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA) hebben binnen de grootstedelijke context te maken met grote uitdagingen ten aanzien van diversiteit en kansengelijkheid. Die uitdagingen vragen om duurzame veranderingen van praktijken en routines in een school en daarmee een gezamenlijke inzet van alle betrokkenen op team- en organisatieniveau. Het gezamenlijk vinden van antwoorden op die uitdagingen vraagt immers om het ontwikkelen en bundelen van kennis en expertise, met andere woorden om het met en van elkaar leren over grootstedelijke onderwijsvraagstukken. Dit vraagt om wezenlijke veranderingen in de wijze waarop leraren van en met elkaar leren. Om die veranderingen te initiëren is een integrale en systemische aanpak nodig waarin interventies worden doorgevoerd om leren op team- en organisatieniveau te stimuleren. De aanpak van dit praktijkprobleem vraagt om een herijking van het beroepsbeeld en –structuur door de leraar als teamspeler te profileren, om wezenlijke transities in de wijze waarop professionalisering van de leraar binnen MSA georganiseerd en uitgedragen wordt en om fundamentele veranderingen in de inrichting van de schoolorganisatie. Dat leidt tot de volgende hoofdvraag: Hoe kan ik interveniëren in een conventioneel schoolsysteem om het leren op team- en organisatieniveau te versterken teneinde bij te dragen aan duurzame school- en onderwijsontwikkeling? Hierbij is de verwachting dat door veranderprocessen en weloverwogen interventies in gang te zetten die zowel de leraar als andere betrokkenen in een schoolsysteem ertoe aanzetten om in georganiseerde vorm met en van elkaar gericht te leren er een duidelijke leercontext gerealiseerd wordt waardoor de leeropbrengsten duurzame school- en onderwijsontwikkeling versterken. Doel van dit PD-traject is derhalve om een verschuiving te realiseren van individueel leren naar team- en organisatieleren binnen MSA waardoor leraren en andere betrokkenen binnen de school gezamenlijk effectiever vorm geven aan duurzame school- en onderwijsontwikkeling.
De burger speelt een cruciale rol in de urgente, ingrijpende cultuur- en gedragsomslag in gezondheid & zorg. Citizen Science - de actieve betrokkenheid van burgerwetenschappers in de kennisketen – is een onmisbare sleutelmethodologie en versneller in deze transitie. Samen met burgers en praktijkprofessionals hebben onderzoekers van Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Utrecht en Hogeschool van Amsterdam Bridge2Health ontwikkeld om Citizen Science op de kaart te zetten. Voor een gezondere leefstijl en leefomgeving, en voor betere perspectieven op maatschappelijk participeren van mensen met complexe problematiek of ontwikkelingsachterstanden, zijn effectievere en beter geaccepteerde interventies nodig. De consortiumpartners van Bridge2Health zijn overtuigd dat burgerwetenschappers als gelijkwaardige burgerwetenschappers betrokken horen te zijn bij onderzoek en innovatie. Als een veranderingsgerichte- en ontwerpende aanpak is Citizen Science een sleutelmethodologie voor de transitie in gezondheid & zorg en draagt Bridge2Health bij aan de KIA Sleuteltechnologieën. Alhoewel de actieve betrokkenheid van burgers als mede-initiatiefnemer en -eigenaar van innovaties in gezondheid & zorg grotendeels onontgonnen terrein is, hebben de Bridge2Health-onderzoekers al pionierend de nodige expertise opgebouwd. In het Bridge2Health-programma beogen zij hun expertises te bundelen en de beoogde praktijkinnovaties van Citizen Science wetenschappelijk te onderbouwen en al doende verder uit te bouwen voor diverse doelgroepen en contexten. Bridge2Health wordt getrokken door acht lectoraten met deskundigheid op het gebied van hete betrekken van burgers bij sport en bewegen, gezondheid en leefomgeving, kansengelijkheid en maatschappelijke participatie, fysiotherapie en logopedie, en leefbaarheid op het platteland en in de stad. In een netwerk van Living Labs beoogt het Bridge2Health-consortium dat burgers intensief en duurzaam betrokken zijn bij het samen met professionals werken aan blijvende verbeteringen in hun gezondheid, omgeving en meedoen in de samenleving. De Bridge2Health-onderzoeksgroep heeft de ambitie uit te groeien tot een erkend expertisecentrum op het gebied van Citizen Science voor gezondheid & zorg, dat de kloof tussen burgers en professionals overbrugt.
De burger speelt een cruciale rol in de urgente, ingrijpende cultuur- en gedragsomslag in gezondheid & zorg. In het aanpakken van vraagstukken is Citizen Science - de actieve betrokkenheid van burgerwetenschappers in de kennisketen - een onmisbare enabler en versneller in deze transitie. In Bridge2Health beogen onderzoekers van de Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Utrecht en Hogeschool van Amsterdam samen met burgers en praktijkprofessionals Citizen Science verder te brengen. Voor een gezondere leefstijl en leefomgeving, en voor betere perspectieven op maatschappelijk participeren van mensen met complexe problematiek of ontwikkelingsachterstanden, zijn effectievere en beter geaccepteerde interventies nodig. De consortiumpartners van Bridge2Health zijn overtuigd dat daarvoor geëxperimenteerd en geïnnoveerd moet worden met de betrokken eindgebruikers als gelijkwaardige burgerwetenschappers. Door Citizen Science te ontwikkelen als een veranderingsgerichte- en ontwerpende aanpak voor de transitie in Gezondheid & Zorg draagt Bridge2Health bij aan de KIA Sleuteltechnologieën/Sleutelmethodologieën.Alhoewel de actieve betrokkenheid van burgers als mede-initiatiefnemer en -eigenaar van innovaties in gezondheid & zorg nog grotendeels onontgonnen terrein is, hebben de Bridge2Health-onderzoekers hier al pionierend de nodige expertise in opgebouwd. In het Bridge2Health-programma beogen zij deze expertise te bundelen en de beoogde praktijkinnovaties van Citizen Science wetenschappelijk te onderbouwen en al doende verder uit te bouwen voor diverse doelgroepen en contexten. Bridge2Health wordt getrokken door acht lectoraten met deskundigheid op het gebied van sport en bewegen, gezondheid en leefomgeving, kansengelijkheid en maatschappelijke participatie, fysiotherapie en logopedie, en leefbaarheid op het platteland en in de stad.In een netwerk van Living Labs beoogt het Bridge2Health-consortium dat burgers intensief en duurzaam betrokken zijn bij het samen met professionals werken aan blijvende verbeteringen in hun gezondheid, omgeving en meedoen in de samenleving. In acht jaar beoogt de Bridge2Health-onderzoeksgroep uit te groeien tot een erkend expertisecentrum op het gebied van Citizen Science voor gezondheid & zorg, dat de kloof tussen burgers en professionals overbrugt.