Om de maatschappelijke waarde van topsportevenementen te vergroten heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) samen met NOC*NSF en de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) een Nationale Topsportevenementen Strategie (NTS) voor de periode 2021-2030 ontwikkeld. De minister voor Medische Zorg en Sport geeft in de kamerbrief (d.d. 25 november 2020) aan daaraansluitend een onderzoeksprogramma naar de maatschappelijke betekenis van sportevenementen te willen (laten) ontwikkelen en financieren, zoals ook de Nationale Sportraad eerder adviseerde. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft aan de Haagse Hogeschool (HHS) en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) gevraagd om gezamenlijk een eerste stap te zetten voor een breed gedragen en duurzaam onderzoeksprogramma op het gebied van (top)sportevenementen. De onderzoeksvragen daarbij luiden: 1) Welke kennisbehoefte is er bij stakeholders om een breed palet aan maatschappelijk verantwoord georganiseerde topsportevenementen te realiseren, waarbij gebruik wordt gemaakt van het bijkomende podium en 2) op welke manier dient het proces georganiseerd te worden volgens stakeholders om te komen tot bruikbare inzichten die voorzien in deze kennisbehoeften.
DOCUMENT
In menige basisschoolklas zitten leerlingen met verschillende culturele achtergronden, leerlingen die thuis verschillende gewoonten en tradities kennen en/of andere talen spreken. Leerkrachten kunnen hun onderwijs verrijken als ze gebruik maken van de diversiteit aan (familie)culturen, (taal)achtergronden, ervaringen en kennis van leerlingen. Hiervoor is kennis over de culturele achtergrond van leerlingen van belang. Het is echter niet duidelijk wat precies wordt verstaan onder culturele kennis. Meer inzicht in het begrip culturele kennis kan leerkrachten helpen om hun cultureel responsief lesgeven te verrijken.Daarom is een scoping review uitgevoerd om het begrip culturele kennis te identificeren, structureren en concretiseren. Er is gezocht in vijf databanken. In totaal werden 1399 artikelen beoordeeld aan de hand van inclusiecriteria. In totaal zijn er 33 artikelen opgenomen in de review.In deze artikelen zijn vijftien domeinen van culturele kennis gevonden. Gevonden domeinen zijn bijvoorbeeld hobby’s, de plek waar leerlingen wonen en de sociaal economische status van de buurt. Ons verkregen inzicht in domeinen van culturele kennis kan leerkrachten helpen om zich in de culturele achtergrond van leerlingen te verdiepen. In een volgende fase willen we verder denken over de manier waarop die kennis in de klas kan worden gebruikt.
DOCUMENT
Kernprobleem in de kenniscirculatie tussen het HBO en het MKB is het identificeren van de behoefte aan kennis bij het MKB. In het project Unikum, mogelijk gemaakt door de Digitale Universiteit, worden studententeams ingezet om bij individuele MKB-bedrijven de behoefte aan kennis te analyseren en de bedrijven hier over te adviseren. Studenten ontwikkelen hierbij vakinhoudelijke en adviescompetenties en de aansluiting tussen het HBO en het MKB wordt erdoor verbeterd.
DOCUMENT
De druk om klimaatdoelen te halen neemt toe, en met de achterblijvende elektrificatie van grote industriemotoren, groeit de vraag naar hernieuwbare brandstoffen met goede CO2-reductie. Met de grootste volumes HVO die naar de luchtvaart gaan, is FAME (Fatty Acid Methyl Esters) hiervoor een belangrijke kandidaat, met 52,6% van het biobrandstofgebruik in Nederland. FAME, gemaakt van dierlijke en plantaardige oliën en vetten, kent echter technische uitdagingen: Verontreiniging door vocht en vuil, leidend tot verstoppingen in het brandstofsysteem Versnelde veroudering van katalysatoren door zware metalen en lage oxidatiestabiliteit Om het volledige potentieel van FAME te benutten, ontstond in het consortium van de RAAK MKB projecten, “Schoon Schip” en “Brandt Schoon” nieuwe kennisbehoefte rond de technische bottlenecks; hoe we de CO2 uitstoot van het huidige motorenpark kunnen verlagen door gebruik van FAME als brandstof op te schalen? Het kennen en mitigeren van de technische bottlenecks is hiermee de centrale uitdaging. FAME Changer stelt zich dan ook 2 hoofdvragen: 1. Welke fysieke en chemische mechanismen veroorzaken schadelijke effecten bij het gebruik van FAME (B100) in brandstof- en uitlaatgasnabehandelingssystemen van industriemotoren? 2. Hoe kunnen deze schadelijke effecten worden gemitigeerd door optimalisatie van systemen of brandstofformuleringen? Het onderzoek combineert (door uitvoer van 5 werkpakketten) praktijkervaring met academische kennis om tot betrouwbare mitigatieconcepten te komen. Het doel is een werkende praktijkoplossing voor het gebruik van FAME in het bestaande park van 2.600.000 industriemotoren, als duurzaam alternatief voor het jaarlijkse verbruik van 6,4 miljard liter diesel. FAME Changer draagt bij aan de Topsector Energie ("IKIA Klimaat & Energie 2024-2027” en de missie gedreven innovatieprogramma's. De IKIA 2024-2027 sluit weer aan bij het Nationale Plan Energiesysteem (NPE) en benadrukt de urgentie van versnelling in de energietransitie. Het consortium rond FAME Changer is actief en betrokken, voor alle partners is dit onderwerp urgent en direct relevant.
Het programma Innovatielabs geeft een impuls aan nieuwe veerkracht in de culturele en creatieve sector. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, namens alle rijkscultuurfondsen, en ¬CLICKNL voeren het programma uit in opdracht van het ministerie van OCW. Dit flankerende onderzoekstraject richt zich op kennisontwikkeling voor de bredere culturele en creatieve sector. Doel van dit traject is een brede inbedding van de binnen het programma opgedane kennis en inzichten. Een team van lectoren, bestaande uit Walter van Andel (HKU), Sabine Niederer (Hogeschool van Amsterdam), Paul Rutten (Hogeschool Rotterdam), en Daniëlle Arets (Fontys) volgt de activiteiten binnen Innovatielabs en draagt actief bij aan kennisdeling, zowel tussen de Innovatielabs-projecten onderling als tussen deze projecten en de culturele en creatieve sector. Naast het delen van bestaande kennis over innovatieprocessen en -modellen, genereren de lectoren nieuwe kennis en inzichten die kunnen bijdragen aan het oplossen van complexe vraagstukken binnen én buiten de culturele en creatieve sector.
Het Ministerie van OCW heeft aan het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en CLICKNL gevraagd de organisatie en uitvoering van de innovatielabs ter hand te nemen. Inmiddels zijn projecten voor de tweede ronde gehonoreerd en heeft de gezamenlijke kick-off van de innovatielabs plaatsgevonden. Vanuit CLICKNL is, in samenwerking met SIA, flankerend aan de labs, een onderzoekstraject geformuleerd om de innovatiepraktijk daarbinnen te bestuderen, met als doel: (1) de labs bij te staan en te ondersteunen in hun specifieke kennisbehoeften, (2) de inhoudelijke en methodische samenwerking tussen de labs te faciliteren en bevorderen, (3) de kennisdeling met de culturele en creatieve sectoren in te vullen en mogelijk vorm te geven en (4) aanbevelingen op programmaniveau te formuleren met het oog op toekomstige programma’s. Het onderzoek wordt uitgevoerd door vier ter zake kundige lectoren daarin bijgestaan door onderzoekers, allen afkomstig van een viertal hogescholen. Een projectmanager kennis en community organiseert de doorsnijdende en verbindende kennislijn tussen de labs, en de daarbij behorende community-activiteiten. De communicatiestaf ondersteunt het onderzoek. De taken van het onderzoeksteam zijn samengevat de volgende: (1) doorlopend onderzoek naar kennisontwikkeling op programmaniveau, (2) inventariseren en delen van best practices met de kennis community van de innovatielabs, (3) labs adviseren en informeren over methodische en inhoudelijke aspecten (4) analyse van en advies over impact en opschaling van de resultaten van de labs. Het flankerend onderzoek kent een drietal niveaus: de labs (projecten), de gemeenschappelijke innovatiethema’s en –assen en het programma. Het vindt plaats in interactie met de participanten en stakeholders in de labs en is te typeren als actieonderzoek. Onderzoekers maken deel uit van de kennis-community van het programma. Daarbij past samenwerking met de coaches en programmaleiding.