In menige basisschoolklas zitten leerlingen met verschillende culturele achtergronden, leerlingen die thuis verschillende gewoonten en tradities kennen en/of andere talen spreken. Leerkrachten kunnen hun onderwijs verrijken als ze gebruik maken van de diversiteit aan (familie)culturen, (taal)achtergronden, ervaringen en kennis van leerlingen. Hiervoor is kennis over de culturele achtergrond van leerlingen van belang. Het is echter niet duidelijk wat precies wordt verstaan onder culturele kennis. Meer inzicht in het begrip culturele kennis kan leerkrachten helpen om hun cultureel responsief lesgeven te verrijken.Daarom is een scoping review uitgevoerd om het begrip culturele kennis te identificeren, structureren en concretiseren. Er is gezocht in vijf databanken. In totaal werden 1399 artikelen beoordeeld aan de hand van inclusiecriteria. In totaal zijn er 33 artikelen opgenomen in de review.In deze artikelen zijn vijftien domeinen van culturele kennis gevonden. Gevonden domeinen zijn bijvoorbeeld hobby’s, de plek waar leerlingen wonen en de sociaal economische status van de buurt. Ons verkregen inzicht in domeinen van culturele kennis kan leerkrachten helpen om zich in de culturele achtergrond van leerlingen te verdiepen. In een volgende fase willen we verder denken over de manier waarop die kennis in de klas kan worden gebruikt.
Deze situatieschets is fictief, maar waarschijnlijk herkenbaar. Onderwijsverandering in het mbo en hbo vraagt niet alleen om nieuwe ideeën, maar vooral om effectieve samenwerking om slim kennis te creëren en benutten. Zo kan namelijk worden gestreefd naar duurzame verandering. Maar hoe krijg je inzicht in wie met wie samenwerkt en welke kennis wordt gecreëerd, gedeeld en toegepast? In dit artikel introduceren we een tool die dat in kaart brengt. Want als je weet hoe kennis en netwerken bewegen, kun je verandering duurzamer maken.
Groene onderwijsinstellingen ontwikkelen zelf ook kennis die relevant is voor de groene kenniswereld. Rik Eweg, lector bij Hogeschool Van Hall Larenstein, legt in de video 'Verspreiding kennis praktijkgericht onderzoek' uit dat kennis delen belangrijk is omdat we willen werken aan een duurzame en veilige samenleving en voedselproductie. “Door het aanbieden van die kennis op Groen Kennisnet gaat het proces sneller omdat je toegang hebt tot meerdere kennisbronnen en de besluitvorming beter wordt.”
LINK
Reclasseringsorganisaties in Nederland maken een ontwikkeling door naar vakmanschap waarin professioneel handelen en besluitvorming ingebed is in actuele vakkennis en afgestemd op de reclasseringscliënt. Dat sluit aan bij de principes van evidence-based practice (EBP) waarbij professionals in staat zijn tot het maken van weloverwogen besluiten rondom professioneel handelen op basis van wetenschappelijke kennis, professionele expertise en cliëntexpertise. De reclasseringsorganisaties hebben al verscheidene stappen gezet richting een EBP, maar ervaren daarin diverse knelpunten. Reclasseringswerkers vinden het moeilijk om op een adequate manier de verbinding tussen theorie en praktijk te maken en ervaringen van cliënten te betrekken bij het nemen van besluiten. Met dit onderzoeksproject willen we, aansluitend bij bestaande ontwikkelingen in de drie landelijke reclasseringsorganisaties, bijdragen aan het doorontwikkelen van de reclasseringspraktijk naar een EBP werkwijze. Op basis van bevindingen uit praktijk en theorie ligt de focus daarbij in elk geval op het verbeteren van: a) beschikbaarheid en toepassen van wetenschappelijke kennis; b) gespreksvoering met cliënten gericht op gebruik van expertise van cliënten; c) expliciteren van tacit knowledge; d) bevorderen van gebruik van feedback, zowel van collega’s als van cliënten; e) pendelen tussen en verbinden van kennisbronnen. We doen dat in zes reclasseringsteams langs twee sporen: ontwikkelen en onderzoeken. Ontwikkelen: in ontwikkelwerkplaatsen gaan we samen met de professionals en cliënten aan de slag met het in kaart brengen van de wijze waarop EBP op dit moment vorm krijgt. Op grond daarvan gaan we met elkaar veelbelovende initiatieven doorontwikkelen en nieuwe werkwijzen ontwikkelen die kunnen bijdragen aan een EBP. Onderzoeken: we onderzoeken hoe deze werkwijzen bijdragen aan verandering van gedrag en opvattingen van reclasseringswerkers en de werkwijze in betrokken teams, passend bij een EBP. Daarnaast evalueren we in hoeverre versterking van EBP bijdraagt aan recidivebeperking en re-integratie van reclasseringscliënten.
Het lectorenplatform Jeugd en Gezin heeft als missie om met kennis en praktijkgericht onderzoek bij te dragen aan het gezond, kansrijk en veilig opgroeien van jeugdigen, waarbij jeugdigen actief kunnen deelnemen in hun leefwerelden, in het bijzonder gezin/familie, school, buurt, vrije tijd en online. Het platform versterkt en professionaliseert de samenwerking van lectoren uit het jeugddomein en beoogt expertise en kracht te bundelen door het ontwikkelen en integreren van wetenschappelijke kennis, ervaringskennis en praktijkkennis. Het platform bevordert de deling van deze kennis en stimuleert de benutting ervan. Meer algemeen draagt het platform bij aan het versterken en ondersteunen van de kennisinfrastructuur in het jeugddomein en afstemmen daarvan op de kennisinfrastructuur in het brede sociaal domein. De onderzoeksagenda van het platform richt zich op vier thema’s: a) Een sterke pedagogische basis en een gezond pedagogisch klimaat in de leefwerelden van jeugdigen en gezinnen: familie, buurt, opvang/school, vrije tijd, online b) Gelijkwaardige samenwerking tussen jeugdigen, ouders/opvoeders en professionals c) Versterken van de kwaliteit van werkwijzen en interventies d) Samen leren in het jeugddomein Het platform werkt aan deze doelen en de doorontwikkeling van de onderzoeksagenda samen met jeugdigen en ouders, (toekomstige) professionals, vrijwilligers en bestuurders vanuit praktijk en beleid, opleidingen en onderzoek. De integratie van de drie kennisbronnen (wetenschap, ervaring en praktijk) versterkt het evidence-based denken en handelen in het jeugddomein. Het lectorenplatform richt zich op kennis en interactie en versterkt hiermee de verbindingen met en tussen regionale kenniswerkplaatsen Jeugd, expertisenetwerken Jeugd, Spronggroep INCLU-ZIE en de werkplaatsen sociaal domein op thema’s over Jeugd en Gezin. Het platform onderhoudt relaties met veel relevante landelijke partijen en sluit aan bij belangrijke bewegingen zoals onder meer de uitwerking van de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028.
Cliënten van de verslavingsreclassering hebben veelal meervoudige problematiek. Het inzetten en verbinden van drie kennisbronnen (behoeften van cliënten, professionele ervaringskennis en wetenschappelijke kennis) kan de effectiviteit van het professionele handelen versterken. In het project ‘Gebundelde Kracht’ staan het professioneel handelen en intercollegiale toetsing binnen de verslavingsreclassering centraal. Doel Samen met reclasseringswerkers onderzoeken we hoe begeleiding van cliënten kan worden verbeterd door de drie kennisbronnen optimaal in te zetten en met elkaar te verbinden. Dit onderzoek vormt een pilotonderzoek in één team, om vervolgens het onderzoek te verbreden naar meerdere teams/regio’s van verschillende reclasseringsorganisaties. Resultaten Eindrapportage met onderzoeksbevindingen en aanbevelingen voor veranderingen Onderzoeksopzet en meetinstrumenten (topiclijst, codeerschema, observatielijst) voor een vervolgonderzoek in meerdere teams. Relevantie/impact Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de integratie van behoeften van cliënten, ervaringskennis en theoretische kennis in het professioneel handelen van reclasseringswerkers. Met dit onderzoek verkennen we hoe integratie van deze drie kennisbronnen structureel onderdeel kan worden van het dagelijks handelen van reclasseringswerkers, en hoe intercollegiale toetsing daaraan kan bijdragen. Looptijd 01 september 2020 - 30 januari 2022 Aanpak Het onderzoek wordt uitgevoerd in twee teams van verslavingsreclassering Fivoor (Leiden en Den Haag). We verzamelen informatie via een enquête onder reclasseringswerkers, semigestructureerde interviews en observatie van bijeenkomsten voor Intercollegiale Toetsing (ICT), waarna we de onderzoeksbevindingen verwerken in de eindrapportage.