Het doel van deze richtlijn is om hulpverleners handvatten te geven om jongeren met agressief gedrag effectiever te begeleiden. Het doel is dat patiënten meer inzicht krijgen in, en controle krijgen over hun agressieve gedrag. Dat draagt bij aan een gezonde psychosociale ontwikkeling van de jongere, aan een veiliger behandelklimaat binnen de behandelsetting en een prettiger werkklimaat voor hulpverleners Deel 2: Praktische handleiding voor begeleiders. Dit document is een handleiding voor begeleiders om samen met jeugdige patiënten met agressieproblemen tot een individueel signaleringsplan te komen. Het doel van het signaleringsplan is om dreigende agressie vroegtijdig te onderkennen. Plus 8 bijlagen; De bijlagen kunnen als WORD-document digitaal worden opgeslagen. * Denkt u hierbij vanzelfsprekend aan de privacybescherming van de patiënt.
MULTIFILE
Deze handreiking is voortgekomen uit het onderzoeksproject ‘Hulpverlening voor kinderen en jongeren met FASD’. Het onderzoek is gefinancierd door het Centre of Expertise Preventie in Zorg & Welzijn van de hogeschool Inholland en is uitgevoerd door het lectoraat GGZ-Verpleegkunde (Inholland) in samenwerking met de FASD Stichting, ’s Heeren Loo en de FAS-poli van Gelre ziekenhuizen in Zutphen. Tijdens de eerste fase van het onderzoek werd een probleem- en behoefteanalyse gedaan door middel van literatuuronderzoek, aangevuld met interviews met acht jongvolwassenen met FASD en elf ouders1. Daarnaast werd een focusgroep gehouden met zes hulpverleners die expertise hadden op het gebied van FASD. De onderzoeksvragen in deze eerste fase van het onderzoek waren de volgende: 1. Welke wetenschappelijke kennis is er beschikbaar op het gebied van ondersteuningsbehoeften van kinderen en jongeren met FASD en hierop aansluitende hulpverlening? 2. Welke zijn de huidige knelpunten in de hulpverlening aan kinderen en jongeren met FASD en welke oplossingsrichtingen worden hiervoor geopteerd? 3. Op basis van vraag 1 en 2: uit welke componenten bestaat een interventieprogramma dat adequaat aansluit bij de ondersteuningsbehoeften van kinderen en jongeren met FASD? In de tweede fase van het onderzoek zijn de onderzoeksresultaten samengevoegd in deze handreiking. Een expertisepanel heeft in twee rondes feedback gegeven op de conceptversies. Ook de stuurgroep van het onderzoeksproject heeft inhoudelijk bijgedragen aan het eindresultaat. De opbouw van de handreiking is als volgt. Ten eerste zal een beschrijving worden gegeven van FASD (hoofdstuk 2). Vervolgens zal beschreven worden wat wordt verstaan onder goede zorg voor kinderen2 met FASD (hoofdstuk 3). Deze wordt nader uitgewerkt in een aantal componenten, die tot stand zijn gekomen aan de hand van wetenschappelijke literatuur, aangevuld met ervaringskennis van jongvolwassenen met FASD (aangeduid in het document met jongvolwassenen), biologische, bonus-, pleeg -en adoptieouders (aangeduid met ouders) en ervaren hulpverleners (aangeduid met focusgroep). Elke component bestaat uit een inhoudelijke toelichting, een beschrijving van de knelpunten en aanbevelingen die zijn voortgekomen uit ons onderzoek. Daarna zal besproken worden welke interventies er zijn voor kinderen met FASD (hoofdstuk 4). Ten slotte worden de knelpunten en aanbevelingen op organisatieniveau beschreven (hoofdstuk 5).
DOCUMENT
Kinderen en jeugdigen met psychosociale en/of psychiatrische problematiek krijgen binnen instellingen voor kinder- en jeugdbehandeling vaak psychomotorische therapie (PMT) aangeboden. Binnen PMT wordt gebruik gemaakt van bewegings- en lichaamsgerichte methoden, een werkwijze die vanwege het concrete en ervaringsgerichte karakter vaak goed aansluit bij kinderen en jeugdigen. Hoewel PMT, zowel in de eerstelijns jeugd-ggz als in tweedelijns en specialistische centra, goede resultaten laat zien, ervaren psychomotorisch therapeuten een lacune als het gaat om objectief vaststellen van het behandelresultaat. De psychomotorische therapeuten geven aan sterke behoefte te hebben aan meetinstrumenten om de behandeluitkomst meer gestandaardiseerd in kaart te brengen, zowel in het kader van evaluatie van individuele behandelingen als in het bredere kader van evidentie voor het vak. In dit project zetten twee organisaties voor kinder- en jeugdpsychiatrische zorg, Levvel en Behandelcentrum Zorgplein Dronten, samen met de werkveldgroep Kind & Jeugd van de Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische therapie (NVPMT) en het lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn van Hogeschool Windesheim een eerste stap op de weg naar een gestandaardiseerde evaluatie van psychomotorische therapie binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie. Met behulp van interviews en focusgroepen met psychomotorisch therapeuten, patiënten en hun naasten, worden eerst de gezamenlijk gedragen behandeldoelen voor psychomotorische therapie geïnventariseerd en vervolgens geprioriteerd. Het gaat hier om uitkomsten, vaak aangeduid met Patient Reported Outcomes( PRO’s) die specifiek zijn voor PMT, zoals bij voorbeeld een positievere lichaamswaardering of een betere spanningsregulatie. De partners in het project zien het vaststellen van deze PRO’s als opmaat tot vervolgonderzoek, waarbij aan deze PRO’s meetinstrumenten gekoppeld kunnen worden, waarmee uiteindelijk een standaard behandelevaluatie protocol tot stand moet komen waarmee ook in meer algemene zin meer zicht verworven kan worden op de effectiviteit van psychomotorische interventies binnen de kinder- en jeugdpsychiatrische behandeling.
De Regionale Kenniswerkplaats Jeugd en Gezin Centraal is een netwerk van ouders, jeugdigen, praktijkorganisaties, gemeenten, opleidingen en kennisinstituten in de jeugdregio’s Eemland, Lekstroom, Utrecht-West en Zuidoost Utrecht. De netwerkpartners delen bestaande kennis en ontwikkelen samen nieuwe kennis om (boven)regionale jeugdvraagstukken aan te pakken.Doel De Regionale Kenniswerkplaats Jeugd en gezin Centraal heeft als doel het genereren, verzamelen en delen van kennis om jeugdigen zo gezond, veilig en kansrijk mogelijk te laten opgroeien. Resultaten De resultaten van de projecten binnen deze werkplaats volgen. Looptijd 01 september 2020 - 01 september 2024 Aanpak De netwerkpartners hebben relevante jeugdvraagstukken verzameld en beschreven in een kennisagenda die jaarlijks geactualiseerd wordt. Deze vormt de basis voor de werkplaatsactiviteiten. De werkplaats start een vierjarig project rondom het vergroten van mentale weerbaarheid omdat veel jeugdigen (prestatie)druk en ongezonde stress ervaren. Gelijktijdig zijn kortlopende projecten mogelijk over actuele onderwerpen die aansluiten op de kennisagenda. Downloads & links Podcast over schoolstress en prestatiedruk, gemaakt door Social Work studenten. Kennisagenda Jongerensamenvatting Regionale Kenniswerkplaats Jeugd en Gezin Centraal {pdf} Samen leren en verbeteren in de regio: regionale kenniswerkplaatsen jeugd van start. Nieuwsbericht ZonMw april '20 Samenwerking met kennispartners We werken samen in een netwerk van ouders, jeugdigen, praktijkorganisaties, gemeenten, opleidingen en kennisinstituten in de jeugdregio’s Eemland, Lekstroom, Utrecht-West en Zuidoost Utrecht: Altrecht GGDrU Jeugdhulpregio Eemland Jeugdhulpregio Lekstroom Jeugdhulpregio Utrecht West Jeugdhulpregio Zuid Oost Utrecht Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Nationale Jeugdraad Nederlands Centrum Jeugdgezondheid Netherlands School of Public and Occupational Health Nederlands Jeugd Instituut Pharos SAVE Midden-Nederland SWV de Eem SWV (VO) Eemland Trimbos-Instituut UMCU Universiteit Utrecht UW Ouderplatform Youké
Jongeren die worden opgenomen op een klinisch psychiatrische afdeling zijn vastgelopen op meerdere levensgebieden en vrijwel altijd is het gezin ontwricht. Het gezin wordt daarom intensief betrokken bij de behandeling. Sociotherapeuten (therapeuten die op de groep werken) van verschillende kinder- en jeugdpsychiatrische instellingen geven echter aan handelingsverlegenheid te ervaren in het contact met ouders. Sociotherapeuten vinden het lastig om in taal en houding aansluiting te vinden. Ook bij het dagelijks contact met ouders ervaren zij moeilijkheden in het voortzetten van de ingezette lijn van de systeemtherapeut (therapeut die zich richt op de onderlinge relaties binnen het gezin). Hoewel er systemisch gewerkt wordt, vinden professionals het lastig dit integraal vorm te geven. Ouders en jongeren geven ook verbetermogelijkheden aan, vooral in de mate van het betrekken van ouders, praktisch oefenen, communicatie en informatie verstrekking. In dit onderzoek wordt een methodiek ontwikkeld met als doel de handelingsverlegenheid bij professionals te verminderen en de samenwerking met het gezin te verbeteren. Deze methodiek wordt ontwikkeld op basis van integratie van bestaande methodieken en kwalitatief onderzoek bij jongeren, ouders en professionals. De methodiek wordt ontwikkeld in directe samenspraak met professionals, ouders en jongeren (participatief actieonderzoek) en geïmplementeerd op 6 afdelingen bij twee kinder- en jeugdpsychiatrische instellingen. Vervolgens wordt er geëvalueerd met jongeren, ouders en professionals, waarna verbeteringen worden doorgevoerd en geëvalueerd. Door dit proces wordt de mening van ouders en jongeren optimaal verwerkt en gezorgd dat de handelingsverlegenheid van professionals daadwerkelijk wordt verminderd. Evaluatie van de methodiek gebeurt kwalitatief met semigestructureerde interviews. Het effect wordt kwantitatief gemeten met vragenlijsten over samenwerking, patiënttevredenheid en functioneren van de jongere en het gezin. De verworven kennis en praktijkervaring worden verwerkt in onderwijsmodules voor de hbo-opleiding Sociaal Werk, waardoor studenten ook worden getraind en zich bekwaam voelen in het contact met ouders in hun toekomstige werk als sociotherapeut.