In Nederland kennen alle gemeenten het formele professionele schuldhulpverleningstraject dat via de gemeente wordt aangeboden. Los hiervan bestaan er in elke gemeente lokale initiatieven gericht op het vergroten van de financiële (zelf)redzaamheid van haar inwoners. Nationale-Nederlanden, Aegon en het lectoraat Armoede Interventies voerden tussen 2016 en 2020 in zeven steden een programma uit dat gericht was op het terugdringen van armoede en schulden: Van Schulden naar Kansen. In totaal werden er 85 lokale informele armoede- en schuldenprojecten ondersteund (Van Geuns, Mak & Boonstoppel (red), 2021). Het gaat hier doorgaans om projecten die (mede) gesubsidieerd worden door een fonds of goed doel. Vaak zijn hier (naast beroepskrachten) vrijwilligers werkzaam. We noemen deze projecten: de lokale informele armoede- en schuldenprojecten. We noemen ze informeel om het onderscheid aan te geven met de formele professionele schuldhulpverlening.
DOCUMENT
The focus of this chapter is the customer journey, a concept that has emerged from business practice and that now commands the attention of practitioners and academics alike. The customer journey is defined as the sum total of all customer interactions with a product, brand or organization across multiple channels and touchpoints. The customer journey is still primarily a concept from business practice and is an immature field for academics. As a result, we draw upon existing literature streams, which are not directly focused on the customer journey but which deliver key insights and enable us to build understanding. Specifically, we draw upon multichannel management and services management research and demonstrate how these knowledge streams help to build understanding of the dynamics of the customer as they move along their journey. We present a detailed examination of one specific form of customer journey, the shopper journey, and assess the drivers of shopping channel choice and journey configuration. The evolution of the shopper journey from single channel, through multichannel, to omnichannel is discussed. The chapter then moves on to discuss the service journey, broadening the journey perspective from the act of shopping to the holistic experience of service consumption. The key role of the customer in co-creating value along the service journey is identified, and we note the importance of personalization and of understanding customers’ relational needs to service journey optimization. Next, we examine the role that customer journey mapping can play in helping organizations to understand and improve their customers’ current journey configurations and in informing future service journey design. The challenges inherent in measuring the customer experience along the journey are discussed, and alternative customer journey metrics are evaluated. The chapter concludes with our reflections on the current state of knowledge, and we identify future directions for customer journey research and also future challenges for business practice.
LINK
Kwaliteit en klantgerichtheid zijn de garantie voor tevreden, terugkomende klanten. Om hun klantgerichtheid te verbeteren, investeren bedrijven veel tijd en geld in processen, procedures, systemen en structuren. Dit terwijl het verschil tussen een goede en een slechte klantbeleving vooral wordt bepaald door de persoonlijke betrokkenheid van de mensen binnen de organisatie. De reis door het Rijk van Koning Klant beschrijft het geheim van excellente klantbeleving. Na een eerste kennismaking met het Rijk van Koning Klant en de ontwikkelingen die hierin plaatsvinden, maakt de lezer kennis met het doel van de reis: een duurzame en betekenisvolle relatie met de klant. Vervolgens wordt ingegaan op de vraag hoe organisaties en de medewerkers van de organisatie hun ambities op het gebied van klantbeleving kunnen waarmaken. Hierbij wordt gekeken naar de drijfveren van management en medewerkers, maar ook naar de rol die de klant speelt bij het maken en realiseren van keuzes. Tot slot wordt ingegaan op de belangrijkste uitdagingen in klantgericht denken en doen en hoe klantgerichtheid in de dagelijkse praktijk kan worden toegepast.
LINK
Klanten zijn op zoek naar gemak. Hoe makkelijker het is om bepaalde zaken te regelen, hoe tevredener de klant. Digitalisering kan de klantreis gemakkelijker maken voor de klant, maar wat als de vraag of het probleem van de klant niet in één van de digitale kanalen kan worden opgelost? In die gevallen wil de klant persoonlijk contact en verwacht hij ook persoonlijke betrokkenheid van de organisatie.
LINK
Nederland kent talloze informele projecten, waardoor mensen met financiële problemen en/of schulden tijdelijk of een langere periode worden ondersteund. Het gaat hier doorgaans om projecten die (mede) gesubsidieerd worden door een fonds of goed doel. Vaak opereren zij op gemeentelijk- of buurtniveau naast de gemeentelijk georganiseerde schulddienstverlening en draaien zij met name op de inzet van vrijwilligers. Deze informele projecten worden over het algemeen goed gevonden door bewoners met financiële problemen, maar wat gebeurt er op het moment dat iemand met (hogere) schulden bij een informeel project beland? In hoeverre weten de informele en formele partijen elkaar te vinden als het gaat om het gericht helpen en doorverwijzen van bewoners met schulden? Onderzoekers van de lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam onderzochten dit.
DOCUMENT
Stress is van alle tijden en iedereen heeft er wel eens mee te maken. Er zijn veel vormen van stress. Bij de één komt het vooral terug in het werk, bij de ander gaat het om een klusproject dat misloopt. Gelukkig is het meestal tijdelijk en kun je er na afloop met een positief gevoel op terugkijken. Helaas zijn er ook mensen die altijd stress ervaren. En deze groep groeit met de dag. Zeker in deze moeilijke tijd van stijgende energiekosten, dure boodschappen, hoge huren en huizenprijzen. Over dit onderwerp is al veel geschreven en gepubliceerd. Met deze gids voegen de schrijvers iets nieuws toe, want de aandacht voor de doorwerking van stress en met name hoe hier als hulp- of dienstverlener mee om te gaan is belangrijk. Belangrijk om allereerst te begrijpen wat mensen doormaken en daarnaast kan het inleven in iemands persoonlijke situatie helpen om meer begrip te hebben voor omstandigheden waar mensen - vaak als gevolg van externe factoren - in zijn beland. Begrip is in die situaties nodig om een vertrouwensrelatie op te bouwen. Dit boekje is in opdracht van de gemeente Dordrecht, De Sociale Dienst Drechtsteden en MEEVivenz opgesteld door het project Schouder Onder Stress, het lectoraat schulden en incasso van de Hogeschool Utrecht en Marivonne de Groot
DOCUMENT
Voorwoord bij IZ Neutraal: "een nieuwe uitgave bij de IZ waarin fabrikanten en leveranciers inzicht geven in hun nieuwe producten die een belangrijke rol kunnen spelen om gebouwen energieneutraal te maken, in één keer of in stappen".
LINK
De digitale transformatie is al een flink aantal jaren aan de gang. Organisaties zien kansen om door digitalisering de dienstverlening efficiënter, goedkoper en voor de klant gemakkelijker te maken. Tot twee jaar geleden leek het tempo waarin deze transformatie plaatsvond, te stagneren, zeker bij publieke dienstverleners. Vervolgens kwam de coronacrisis en belandde de digital transformatie in een sneltreinvaart. Reden voor het lectoraat Marketing & Customer Experience van de Hogeschool Utrecht om te onderzoeken wat de impact is geweest van de coronacrisis op de digitale transformatie van publieke dienstverleners
LINK
In een aantal sectoren staat de klantbeleving zwaar onder druk vanwege personeelstekort. Is het in deze tijd dus nog wel zinvol om de customer experience proberen te verbeteren als er niet voldoende mensen zijn om het primaire proces goed op de rails te hebben.
LINK
Binnen het project Future-Proof Retail werden acht labformules ontworpen en getest. Het EHBR(etail) lab bleek een van de drie succesformules te zijn: alle betrokken stakeholders hebben deze vorm van samenwerking beoordeeld als heel positief. Tussen 2018 en 2020 vonden zes edities van het lab plaats in verschillende gemeenten in Zuid-Holland. Hierbij had De Haagse Hogeschool de leiding. Onder regie van de opleiding Ondernemerschap & Retail Management werden derde jaarsstudenten via een minor ingezet. De bedoeling van deze handleiding is om te zorgen voor een opschaling van het EHBR(etail) lab in meerdere Nederlandse regio’s en in samenwerking met andere hogescholen en mbo-onderwijsinstellingen. Hierbij is het belangrijk om te realiseren dat de regierol niet alleen specifieke expertise en ervaring in businessmanagement vraagt, maar ook een serieuze investering in tijd en geld. Bovendien is intensieve inzet van hbo-studenten nodig: twee dagen per week gedurende een semester, of minimaal een onderwijsblok van tien weken. Tijdens het living lab worden retailers geactiveerd en kan er een nieuw of aangepast businessmodel ontstaan. Zowel voor individuele retailers of een heel winkelgebied. De verschillende vragen die wor den opgepakt in een EHBR(etail) lab, zijn veel breder dan de vragen bij andere labs. Het inhoudelijke proces is compleet anders dan bij een Hype lab en Lab Circularity, namelijk iteratief - hierbij verwij zen wij graag naar de handleidingen van deze twee labs. Studenten doen met de eerste (hulp)vraag van de individuele retailer of van een heel winkelgebied als startpunt een empathisch onderzoek naar de omgeving. Ze gaan op zoek naar de vraag achter de vraag: wat is nu eigenlijk het probleem of de uitdaging van de ondernemer of het collectief? In het EHBR(etail) lab werken hbo-studenten, bij voorkeur samen met mbo-studenten, met onder zoekers en het bedrijfsleven aan innovatief onderzoek. Dat gebeurt in een zogenaamde quadruple helix-omgeving (zie figuur 1). In cocreatie ontwikkelen de verschillende partijen praktische tools. Gemiddeld nemen vijf tot twintig retailers deel aan een lab. Samen met de studenten doen ze bijvoorbeeld onderzoek naar de relevantie van de deelnemende retailers voor bestaande en nieuwe klanten. De studenten lichten bestaande businessmodellen inclusief ‘customer journey’ door. Het lab werkt in sprints van zes à tien weken, en de deelnemers hanteren de methode van design thinking. Het succes van het lab bleek namelijk in grote mate samen te hangen met de design-thinking skills van de betrokken studenten en docenten. Studenten die in labs het probleem van ondernemers en medewerkers konden herkaderen (het probleem áchter het probleem boven tafel wisten te krijgen), konden veel waarde toevoegen aan het leerproces van de ondernemer. Zeker omdat zij volgens design thinking verbeterplannen ook concreet konden toepassen en uittesten in experimenten.
DOCUMENT