Sinds 2000 wordt er binnen de wetenschap van de kunstgeschiedenis niet meer met een tunnelvisie gekeken naar de aarde en de kunst die daarop werd en wordt geproduceerd. Traditioneel werd alleen het Westen bestudeerd en tot ‘De Canon van de Kunstgeschiedenis’ gerekend. Gelukkig lijkt het tij te keren en wordt er vanuit de Kunst- en Geesteswetenschappen ingezien dat kunst een wereldwijd fenomeen is en daarom mondiaal bestudeerd dient te worden. Het mondiale perspectief in de kunstgeschiedenis is pas van de laatste tien jaar. En dat terwijl er in andere wetenschappelijke studies al veel langer met een mondiale blik onderzoek plaatsvindt. Denk hierbij aan culturele antropologie, geschiedenis- en taalwetenschappen. Nieuwe visies brengen voortschrijdend inzicht en langzame veranderingen teweeg, waarbij niet alleen wordt gesproken over mondialiteit, maar ook over interdisciplinariteit en interculturaliteit. Daarmee worden kruisbestuivingen tussen culturen bedoeld.
DOCUMENT
Het onderzoek behandelt informeel leren in coöperatieve kunstpraktijken. Het beschrijft hoe kunstenaars en gedreven amateurs samenkomen, cultuur produceren en daarmee vorm en inhoud geven aan hun eigen publieke leven. De kunstpraktijken van deze "gemeenschappen van creatieve burgers" vormen op verschillende manieren een interruptie van de gewoontes van doen, denken en betekenis geven van onze formele samenleving die gebaseerd is op economisch functionalisme, technologische logica en de medialisering van publieke relaties. De interrupties dagen uit tot het verder bevragen van deze gewoontes en het ontwikkelen van een alternatief handelingsrepertoire dat uitgaat van subjectieve relaties tussen mensen, dingen en de wereld. Bovendien bieden deze interrupties de betrokkenen de gelegenheid om zichzelf als subject publiekelijk te manifesteren, daarmee ook zichzelf ter discussie te stellen en uiteindelijk daarvan te leren.De dissertatie opent met een oriënterende literatuurstudie naar de macht van de verbeelding, de manier waarop aan kunst ontwikkelingskracht wordt toe geschreven en de rol die drama, symboliek en esthetiek spelen in onze huidige westerse samenleving. Vervolgens wordt gekeken naar de manier waarop wij kunst kunnen begrijpen als een sociale praktijk die menselijke groei en ontwikkeling teweeg kan brengen. Na een methodologische verantwoording volgt een verslag van een drietal casussen van door kunstenaars geïnitieerde informeel lerende en cultuur producerende gemeenschappen. De sociale settings van deze casussen worden geanalyseerd aan de hand van hun sociologische kenmerken en vervolgens door een pedagogisch theoretische lens bekeken. Het proefschrift sluit af met een advies voor kunstenaars, kennisinstellingen en bestuurders die de ontwikkelingskracht van kunst willen bevorderen.
DOCUMENT
De democratisering en beschikbaarstelling van informatie die de wereld de afgelopen decennia heeft overspoeld, vraagt om een nieuwe standpuntbepaling. Hoe gaan we met al die informatie om? Hoe bepalen we welke informatie zinvol en welke zinloos is? Er is nog geen betrouwbaar en sluitend systeem ontwikkeld dat onze informatie naar waarde en bruikbaarheid ordent en categoriseert. Zonder zo’n systeem is alle informatie, zo stelt filosoof Roger Scruton, gelijkwaardig, en daarmee even waardevol als waardeloos. De mening van een middelbare scholier is dan net zo belangrijk als de relativiteitstheorie van Einstein, de gedichten van een goedwillende amateur gelijkwaardig aan die van Emily Dickinson. Met de mondialisering van informatie is de wereld zelf ook fysiek gekrompen. Terwijl satellieten voortdurend elke vierkante meter aardoppervlak scannen en in beeld brengen, is de mobiliteit van haar bewoners groter dan ooit. Vrijwillige migratie en vluchtelingenstromen veroorzaken lokaal culturele diversiteit en vermenging. Het bundelen en herverdelen van macht en invloed door de sterkste economieën roept extreme reacties op. De nieuwe situatie is verwarrend. We moeten ons opnieuw oriënteren ten opzichte van begrippen als globalisering, mondialisering, internationalisering, wereldoriëntatie en inter- en intraculturaliteit. Ook in de kunst, ook in het kunstonderwijs. We kunnen ons niet langer veroorloven ons achter land- of continentgrenzen te blijven verstoppen. Overal op de wereld wordt gedacht en worden nieuwe ideeën ontwikkeld. Die ontwikkelingen komen op ons af en daar zullen we iets mee moeten. Die informatie heeft invloed op onze kunst en vormgeving, onze opvattingen over wat kunst en kunstgeschiedenis inhoudt, en hoe we het kunstonderwijs zouden kunnen inrichten en vormgeven. Dit Cahier reikt een aantal invalshoeken aan, en geeft enig zicht op de brede invulling die aan de term ‘het internationale perspectief’ kan worden gegeven. Zonder daar een oordeel aan te verbinden.
LINK
De subsidie wordt aangevraagd voor verkennend onderzoek om in gezamenlijkheid (met meerdere partners) een artistiek onderzoeksplan te schrijven. De volgende twee vragen staan centraal. 1: Wat is de impact van nieuwe technologie (bv digitalisering, artificial intelligence) op ‘samenleving’? Oftewel hoe gaat nieuwe gemeenschapsvorming of commoning in zijn werk onder invloed daarvan? 2: Hoe gaat de architectuur en de stedelijke ruimte vormgegeven worden onder invloed van die nieuwe technologie anticiperend op die nieuwe gemeenschapsvorming? In de maanden mei tot oktober 2018 zullen we met de partners, vanuit het Zeeburgereiland (volledig nieuw en snel veranderend) dit plan verkennen, ontwikkelen, uitschrijven en publiekelijk lanceren. We zullen een aantal samenkomsten organiseren om elkaars belangen te inventariseren en vervolgvragen uit te werken als: wat is de toekomstige vormgeving van gebouwen in de overgangszone tussen privé en openbaar? Wat is de impact van de nieuwe, door technologie gedreven stad voor het individu, voor bezoekers, bewoners, gebruikers? Hoe toegankelijk wordt de nieuwe stad, de straat en de bebouwing, hoe ‘poreus’, hoe inclusief? Wat is de rol van onderwijs en van de kunsten in die toekomst? Zeeburgereiland wordt de proeftuin. Kunst en design nemen nu vaak een kritische positie in tegenover de technologische vernieuwing, die is waardevol, maar kunst en design kan ook makend bijdragen aan een betere, door technologie bepaalde toekomst. Het project zal daarmee experimenteren, het potentieel onderzoeken en de voorstellen uitwerken naar concrete toepassingen, en tegelijk naar succesvolle en minder succesvolle utopische projecten uit het verleden kijken van kunstenaars en ontwerpers. Met het artistic research project wordt door het lectoraat Kunst en Publieke Ruimte aan de Rietveld Academie aangesloten op een traditie in de kunsten die beelden maakt van een utopische samenleving. Het wil het wiel niet heruitvinden, en zal aansluiten bij kennis vanuit internationaal, wetenschappelijk onderzoek naar commoning, planologie, kunstgeschiedenis, -theorie en stadssociologie.