Background: Patient Reported Experience Measures are promoted to be used as an integrated measurement approach in which outcomes are used to improve individual care (micro level), organisational quality (meso level) and external justification (macro level). However, a deeper understanding of implementation issues of these measures is necessary. The narrative Patient Reported Experience Measure “Dit vind ik ervan!” (English “How I feel about it!”) is used in the Dutch disability care sector, but insight into its’ current use is lacking. We aimed to provide insight into experiences with the implementation and current ways of working with “Dit vind ik ervan!” as an integrated measurement strategy. A descriptive qualitative study was done at a disability care organisation. Data were collected by nine documentations, seven observations, 11 interviews and three focus groups. We applied deductive content analysis using the Consolidated Framework for Implementation Research as a framework. Results: Our analysis revealed facilitators and barriers for the implementation of “Dit vind ik ervan!”. We found most barriers at the micro level. Professionals and clients appreciated the measure’s narrative approach, but struggled to perform it with communication vulnerable clients. Some clients, professionals and team leaders were unfamiliar with the measure’s aim and benefit. On the meso level, implementation was done top-down, and the management’s vision using the measure as an integrated measurement approach was insufficiently shared throughout the organisation. Conclusions: Our study shows that Patient Reported Experience Measures have the potential to be used as an integrated measurement strategy. Yet, we found barriers at the micro level, which might have influenced using the measurement outcomes at the meso and macro level. Tailored implementation strategies, mostly focusing on designing and preparing the implementation on themicro level, need to be developed in co-creation with all stakeholders.
Inaugural lecture, delivered upon public acceptance of the endowed professorship in Professionalisation of Nursing and Care in Elderly Care by Prof. Dr. Robbert J.J. Gobbens at Tilburg University on 29 September 2023.
BackgroundSpecialist palliative care teams are consulted during hospital admission for advice on complex palliative care. These consultations need to be timely to prevent symptom burden and maintain quality of life. Insight into specialist palliative care teams may help improve the outcomes of palliative care.MethodsIn this retrospective observational study, we analyzed qualitative and quantitative data of palliative care consultations in a six-month period (2017 or 2018) in four general hospitals in the northwestern part of the Netherlands. Data were obtained from electronic medical records.ResultsWe extracted data from 336 consultations. The most common diagnoses were cancer (54.8%) and organ failure (26.8%). The estimated life expectancy was less than three months for 52.3% of all patients. Within two weeks after consultation, 53.2% of the patients died, and the median time until death was 11 days (range 191) after consultation. Most patients died in hospital (49.4%) but only 7.5% preferred to die in hospital. Consultations were mostly requested for advance care planning (31.6%). End-of-life preferences focused on last wishes and maintaining quality of life.ConclusionThis study provides detailed insight into consultations of palliative care teams and shows that even though most palliative care consultations were requested for advance care planning, consultations focus on end-of-life care and are more crisis-oriented than prevention-oriented. Death often occurs too quickly after consultation for end-of-life preferences to be met and these preferences tend to focus on dying. Educating healthcare professionals on when to initiate advance care planning would promote a more prevention-oriented approach. Defining factors that indicate the need for timely palliative care team consultation and advance care planning could help timely identification and consultation.
MULTIFILE
Technologie kan een rol vervullen in het toegankelijk houden en effectief en efficiënt inrichten van de (beweeg)zorg. Echter, het blijkt lastig om een besluit te nemen welke technologie bij welke patiënt in te zetten. Binnen het project Beweegtech proberen we een actueel overzicht te bieden van technologieën die binnen de beweegzorg-context in te zetten zijn en de kwaliteit daarvan.
Vijf hogescholen hebben de krachten gebundeld en zijn in april 2023 officieel van start gegaan met de Professional Doctorate Techniek & Digitalisering (PD T&D). Techniek en digitalisering zijn binnen de PD gelijkwaardig en complementair aan elkaar, waarbij elk van de vijf hogescholen zich op eigen wijze profileert. Met de impuls voor kwaliteitszorg bouwen we een gezamenlijk kwaliteitskader op voor de PD T&D met inachtneming van de verschillende nuances van de hogescholen en de uiteenlopende PD-vraagstukken. We bouwen een actieve PD-community op, brengen lectoren, onderzoekers en werkveldpartners samen, ontwikkelen een domeineigen Body of Knowledge and skills en positioneren de PD T&D landelijk als een erkend en onderscheidend programma naast de bestaande EngD en PhD met toegevoegde waarde voor het werkveld. Om dit te realiseren zetten we de middelen uit de impulsregeling in voor de volgende vijf onderdelen: 1. Inrichting van het Graduate Network (GN) T&D; 2. Ontwikkeling van een domeinspecifiek beoordelingskader; 3. Ontwikkeling van een T&D-portfolio flankerend onderwijsaanbod; 4. Inrichting monitoring en evaluatie van de PD T&D; 5. Profilering van de PD T&D. Met de Impuls Kwaliteitszorg PD richten we onze processen en systemen dusdanig in dat het GC ook na de pilotfase nieuwe cohorten kan faciliteren. We zetten ons tijdens de pilot in om het GN door te ontwikkelen naar een levende PD-community, betrekken hogescholen buiten dit consortium actief bij de pilot, bouwen verder aan een open leercultuur als fundament van het kwaliteitskader en borgen de voortgang na de pilotfase met een financieel plan. Dit doen we al lerend en gedurende de vier cohorten van 15 PD-kandidaten richten we samen met het GN een cyclisch en iteratief proces van beoordeling, normvinding en kalibratie in, ontwikkelen we een domeineigen flankerend onderwijsaanbod en monitoren, evalueren en rapporteren op impact, doorwerking en kwaliteit.
Binnen het domein Gezondheid & Welzijn werken 10 hogescholen binnen het Graduate Network Gezondheid & Welzijn samen aan alle facetten van het PD-opleidingsprogramma. De Graduate Commissie Gezondheid & Welzijn is verantwoordelijk is voor borging van kwaliteit en continuïteit van het PD-programma. We doen dat in een cultuur van samen leren en ontwikkelen. De komende vier jaar werken de betrokken hogescholen aan kwaliteitszorg voor wat betreft de: verdere inrichting van de governance structuur inclusief werkwijze Graduate Network, Graduate Commissie en Dagelijks Bestuur; flankerende leerwerkgemeenschap; monitoring & evaluatie; en communicatie en netwerkontwikkeling. De activiteiten in jaar 1 en 2 richten zich voornamelijk op: 1. Inrichting governance structuur voor GC, GN en een Dagelijks Bestuur (DB) waarin bevoegdheden, verantwoordelijkheden en taken helder zijn belegd: - organisatie en uitbreiding van bemensing in Graduate Commissie om te komen tot representatieve vertegenwoordiging met (inter)nationaal perspectief van onderzoek, onderwijs, en werkveld van Gezondheid & Welzijn; - ontwikkelen van een gedeeld normenkader; - Graduate Commissie: portefeuilleverdeling, en Graduate Network; samenstelling van werkgroepen. 2. Coördinatie en opzet van flankerende leeractiviteiten (Graduate School) voor PD-kandidaten en hun begeleiders, als ook begeleiding en het aanbieden van een inwerkprogramma voor nieuwe deelnemende hogescholen. 3. Ontwikkeling van een domein-specifiek kader voor monitoring en evaluatie, dat aansluit bij het landelijk kwaliteitskader. Vanwege het pilotkarakter van de PD worden tussentijds verbeteringen waar nodig en mogelijk aangebracht. 4. Communicatie en netwerkontwikkeling van het PD programma Gezondheid & Welzijn. In jaar 3 en 4 ligt de focus op de duurzame inbedding van de Graduate Commissie Gezondheid & Welzijn in de hogescholen en verbreding van het Graduate Network, zo mogelijk door toetreden van nieuwe partnerhogescholen. Na vier jaar hebben alle partnerhogescholen afspraken en inzet voor continuering van het PD-programma met elkaar geëxpliciteerd.