Vergeet de ruzies die volwassenen erover maken en kijk door de ogen van een kind. Een kind kan vele pieten aan, als de mythe maar intact blijft. In dit artikel in Trouw 11-11-2015 komen twee pedagogen aan het woord over de zwartepietendiscussie, onder wie lector Christa Nieuwboer van Fontys Hogeschool Pedagogiek.
DOCUMENT
In september 2019 publiceerde de SER het rapport Hoge Verwachtingen: kansen en belemmeringen voor jongeren in 2019. Daarin stelt de SER dat jongeren mijlpalen als zelfstandig wonen, een opleiding afronden, een gezin beginnen en fulltime werken steeds later bereiken, en dat het opbouwen van een zelfstandig bestaan bovendien gepaard gaat met onzekerheden en toenemende mentale druk. Jongeren hebben vaker last van psychische klachten en ervaren problemen op financieel gebied. Ook waarschuwt de SER dat de kansenongelijkheid onder jongeren toeneemt. Wie van huis uit een minder stabiele en sociale basis heeft loopt eerder vast op weg naar een zelfstandig volwassen leven. Co-auteurs: Anne van der Maas, Frake Schermer, Marte Wiersma en Roel van Goor.
DOCUMENT
Informatiebeveiliging is actueel. Hoe vaak lezen we in de krant niet dat er weer een bedrijf of instelling getroffen is? En dan valt het nog mee als de schade zich beperkt tot één organisatie, want voor hetzelfde geld wordt een hele regio 'platgelegd', zoals heel Rome door een grootschalige stroomstoring op 28 september jl. Dat kan hier ook gebeuren. En de berichten in de media zijn nog maar het topje van de ijsberg; dat zijn de echte calamiteiten, waarbij doden en gewonden zijn gevallen. Kleinere incidenten komen veel vaker voor. Vaker dan u denkt. Elk moment kan uw computer crashen, een hacker uw website binnendringen, het netwerk verstopt raken, of een nieuw computervirus uw bestanden aantasten. We hebben de neiging om de kans van al die bedreigingen te bagatelliseren. Hoe vaak hoor je niet uitspraken zoals bijvoorbeeld "er is bij ons toch niets te halen", of "de kans op brand is zó klein"? We hebben er zelfs een spreekwoord voor, eentje over een kalf en een put. Blijkbaar is het heel gewoon om niets te doen tot het te laat is; tot we zelf getroffen zijn. En als er dan wel maatregelen getroffen worden, dan is het vooral om huis en haard te beschermen. Maar hoe zit het dan met de informatiesystemen en de peperdure informatie daarin? De informatie waar het voortbestaan van de organisatie van afhangt? Daaraan moet nog heel wat verbeterd worden.
DOCUMENT
Wereldwijd worden mensen steeds ouder en het aandeel ouderen binnen de bevolking neemt toe. Dit leidt ook tot een toename van het aantal ouderen dat kwetsbaar is. Ondanks dat de term kwetsbaarheid, in het Engels ‘frailty’ genoemd, vaak gebruikt wordt, is er nog geen consensus over wat dit precies inhoudt. Onderzoekers en zorgprofessionals gebruiken diverse benaderingen met diverse, bijbehorende meetinstrumenten. Desondanks is men het er wel over eens dat kwetsbaarheid leidt tot negatieve gezondheidsuitkomsten. Onderzoek laat zien dat kwetsbare ouderen een verhoogd risico hebben op bijvoorbeeld overlijden, opname in een ziekenhuis en beperkingen in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten (ADL). Om dit te voorkomen en mensen te ondersteunen of een behandeling aan te bieden, is het van belang dat we ouderen die kwetsbaar zijn goed kunnen identificeren. Op die manier worden mensen niet onterecht als kwetsbaar aangemerkt. Als namelijk de verkeerde groep mensen behandeld wordt zal het effect van een eventuele behandeling minimaal zijn en zullen de zorgkosten onnodig stijgen. Daarentegen zullen kwetsbare mensen die de zorg wel nodig hebben, deze wellicht niet ontvangen wanneer ze verkeerd gediagnostiseerd worden. De doelen van dit proefschrift zijn: (1) het verkrijgen van meer inzicht in de functionele profielen die behoren bij verschillende stadia van kwetsbaarheid; (2) het onderzoeken welke beschermende factoren het pad van kwetsbaarheid naar (verdere) negatieve gezondheidsuitkomsten kunnen beïnvloeden; en (3) het vergroten van de kennis van psychometrische eigenschappen van veelgebruikte vragenlijsten die kwetsbaarheid meten.
DOCUMENT
Inleiding Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in het gebruik van vitamine D-suppletie onder thuiswonende 70-plussers en dit te vergelijken met de vitamine D-suppletie uit de Voedselconsumptiepeiling 2010-2012 onder 70-plussers (VCP 70+). Als secundaire vraagstelling werd onderzocht of er een samenhang bestaat tussen kwetsbaarheid en het opvolgen van het vitamine D-suppletieadvies. Methode Dit onderzoek werd uitgevoerd als een substudie van een gerandomiseerde interventiestudie, het Consu-MEER-onderzoek. Voor deze substudie werden de nulmetingen van 94 thuiswonende 70-plussers gebruikt. Het gebruik van supplementen die vitamine D bevatten werd nagevraagd en gecategoriseerd als ‘voldoende’ (≥20 μg/dag), ‘onvoldoende’ (<20 μg/dag) of ‘niet’. Kwetsbaarheid werd beoordeeld op basis van de Fried frailty criteria. Een deelnemer werd gecategoriseerd als ‘kwetsbaar’ wanneer 3 van de criteria van toepassing waren, en als ‘pre-kwetsbaar’ wanneer 1 of 2 van de criteria van toepassing waren. Eventuele verschillen met de gerapporteerde vitamine D-suppletie uit de VCP 70+ werden getoetst met binomiale toetsen. De Fisher’s exact test werd gebruikt om de samenhang tussen vitamine D-suppletie en kwetsbaarheid te toetsen. Resultaten Het percentage thuiswonende ouderen (gemiddelde leeftijd 80,8 jaar, 61,7% vrouw) dat zich hield aan het vitamine D-suppletieadvies was 51% (mannen 44,4%, vrouwen 55,2%). Dit was significant hoger dan de suppletie onder de VCP-populatie (23%, p<0,001). Zeven deelnemers werden gecategoriseerd als ‘kwetsbaar’, 42 als ‘pre-kwetsbaar’. Er was geen verschil in suppletie conform advies tussen de drie kwetsbaarheidscategorieën (p=0,387). Conclusie Dit onderzoek laat zien dat het vitamine D-suppletieadvies voor ouderen van 70 jaar en ouder van de Gezondheidsraad nog steeds onvoldoende wordt opgevolgd, ook door meer kwetsbare thuiswonende ouderen. Blijvende aandacht voor adequate suppletie blijft noodzakelijk. Tevens wordt aanbevolen om ook de meer kwetsbare groep mee te nemen in de komende VCP.
DOCUMENT
In Nederland gebruiken 65 plussers drie keer zoveel medicijnen als de gemiddelde Nederlander. Voor 75 plussers geldt dat zij vijf keer zoveel medicijnen gebruiken. In combinatie met leeftijdsgerelateerde natuurlijke veranderingen in het metabolisme, verminderde cognitie, multi-morbiditeit, verminderde nierfunctie, polyfarmacie en verminderde capaciteit tot herstel, zijn ouderen kwetsbaar voor medicatiegerelateerde problemen. Thuiszorg cliënten zijn doorgaans ouder dan 65 jaar, waardoor er vaker sprake is van polyfarmacie en verminderde cognitie. Daarom bevinden zich vooral in deze populatie cliënten, die kwetsbaar zijn voor medicatiegerelateerde problemen. Verschillende studies hebben aangetoond dat huisartsen en apothekers een bijdrage kunnen leveren aan het herkennen van medicatiegerelateerde problemen bij hun patiënten. Er is echter weinig aandacht besteed aan het vroegsignaleren van observaties die kunnen duiden op een medicatie gerelateerd probleem door thuiszorgmedewerkers. In aanvulling op de huisarts en apotheker zouden thuiszorgmedewerkers, die hun patiënten op regelmatige basis thuis bezoeken, een bijdrage kunnen leveren aan het vroegsignaleren van potentiële medicatiegerelateerde problemen. Het doel van dit proefschrift is het: 1. verkennen van de opvattingen van ouderen ten aanzien van hun medicatie en hun medicatie management capaciteit gerelateerd aan zelfmanagement vaardigheden en cognitie; 2. beschrijven van de kennis, houding en medicatie management praktijk van thuiszorgmedewerkers; 3. vaststellen of een gestandaardiseerde observatielijst leidt tot vroegsignalering van potentiële medicatiegerelateerde problemen in de thuiszorg
DOCUMENT
Full text via link. Tien jaar geleden bestonden ze nog niet. Inmiddels zijn voedselbanken niet meer weg te denken. Deze week wordt een Utrechts onderzoek gepresenteerd. Is effectief armoedebeleid nog denkbaar zonder dit nieuwerwetse burgerinitiatief? Nee, zeggen de onderzoekers. Maar kwetsbaar zijn ze wel.
LINK
Inleiding: Vanaf 1 juli 2022 heeft iedere gemeente de taak een prenataal huisbezoek (PHB) aan te bieden aan zwangeren in een kwetsbare situatie. De term 'kwetsbaar’ is omstreden. Dit onderzoek bekijkt hoe de term ‘kwetsbaar’ door ouders en professionals wordt ervaren en wat passende strategieën zijn om op het ouderperspectief aan te sluiten. Methode: Er is een participatief actieonderzoek uitgevoerd in Delft, waarbij ouders en professionals uit het medische en sociale domein samenkwamen om in een iteratief proces data te verzamelen, acties te ontwikkelen, te evalueren en te verbeteren. Data is verzameld via interviews, observaties en gesprekken. Resultaten: Ouders en professionals vinden de term 'kwetsbaarheid' stigmatiseren en belemmerend voor het accepteren van hulp. Dit heeft geleid tot de keuze om voor het PHB kwetsbaarheid niet als selectiecriterium te hanteren. Twee soorten acties zijn daarbij ingezet: het breed informeren van ouders over het PHB en ouders bij de verloskundige kennis laten maken met de JGZ. Beschouwing: Dit onderzoek heeft betrekking op de Delft, maar de discussie rondom kwetsbaarheid zal ook in andere situaties spelen. Het voor iedereen open stellen van het PHB kan zorgen voor laagdrempeligheid en een groter bereik, maar vervolgonderzoek is nodig naar welke doelgroepen dan worden bereikt en welke niet.
MULTIFILE
Achtergrond: Kwetsbaarheid is een term die steeds vaker wordt gebruikt in het omschrijven van individuen met een verhoogd risico op negatieve gezondheidsuitkomsten als gevolg van meerdere lichamelijke, psychische en/of sociale problemen. Desondanks gebruiken ouderen deze term zelf niet of nauwelijks. Doel van dit onderzoek was Nederlandstalige termen te identificeren die ouderen herkennen en gebruiken rondom kwetsbaarheid en ouder worden.Methode: Na het bestuderen van de Nederlandstalige grijze literatuur is een Delphi-procedure gehouden. Eerst zijn termen uit de literatuur verzameld, waarna de gevonden termen zijn voorgelegd aan een ouderenpanel (>70 jaar, N=30). In drie ronden gaven zij aan of zij de termen herkennen en/of gebruiken. Het ouderenpanel had de mogelijkheid om zelf nieuwe termen in te brengen. Termen zijn behouden wanneer >70% van het panel deze herkent én gebruikt en verwijderd wanneer >10% deze niet herkent én niet gebruikt.Resultaten: Aan het ouderenpanel zijn 187 termen voorgelegd. Het panel bestond uit 13 mannen en 17 vrouwen (leeftijd 77,7±6,3 jaar). Na analyse zijn 69 termen behouden die door ouderen herkend en/of gebruikt worden. Voorbeelden van termen die zijn behouden zijn: weerbaar, fit en onafhankelijk. Voorbeelden van termen die niet op de definitieve lijst terugkwamen zijn: kwetsbaarheid, fragiel en broos.Conclusie: De term kwetsbaarheid en termen met een meer negatieve lading kunnen in schriftelijke en/of mondelinge communicatie met ouderen het beste vermeden worden vanwege te weinig herkenning bij ouderen. In plaats daarvan kunnen beter termen met een meer positieve connotatie worden gebruikt ter aansluiting bij de belevingswereld en het vocabulaire van Nederlandstalige ouderen.
DOCUMENT