De uitdagingen voor de (toekomstige) professionals zijn groot. Voor de innovatie van juridische dienstverlening en de morele dillema’s binnen de juridische beroepspraktijk, zijn hbo’ers nodig die verder kunnen kijken dan de regels en de toepassing ervan; mensen die altijd de mens blijven zien en horen en kunnen reflecteren op hun professioneel handelen. Er zijn meer toegankelijke en rechtvaardige oplossingen nodig die zorgen voor de toegang tot recht. Dat vergt behalve het kunnen inleven in mensen ook maatwerk, praktische wijsheid en creatief denken. Waarbij praktische wijsheid staat voor het zoeken naar antwoorden in concrete situaties waarvoor geen standaardantwoorden uit regelgeving, leerboeken en protocollen te vinden zijn
DOCUMENT
Studies of brain size of children classified with ADHD appear to reveal smaller brains when compared to ‘normal’ children. Yet, what does this mean? Even with the use of rigorously screened case and control groups, these studies show only small, average group differences between children with and without an ADHD classification. However, academic textbooks used in the Netherlands often portray individual children with an ADHD classification as having a different, malfunctioning brain that necessitates medical intervention. This conceptualisation of ADHD might serve professional interests, but not necessarily the interests of children.
DOCUMENT
Docentenhandleiding bij Standpunt voor HAVO-VWO, deel 2, leerwerkboek (2017) met de volgende delen:: Deel 1 Burgerschapsvorming en de methode Standpunt Deel 2 Doelstellingen van het vak levensbeschouwing Deel 3 Het model voor begripsverwerving Deel 4 Hoofdstukbeschrijvingen Toetsenbank (separaat)
LINK
Docentenboek met verantwoording methode (Burgerschapsvorming en de methode Standpunt, doelstellingen van het vak levensbeschouwing, het model voor begripsverwerving). Daarnaast hoofdstukbeschrijvingen en antwoorden bij vragen en opdrachten). Separaat toetsenbank.
LINK
Onderwijsmethode Levensbeschouwing/Godsdienst voor klas 3 HAVO/VWO.
LINK
Deel 2 voor klas 2 van HAVO-VWO. H.1 Natuur en Milieu H.2 Levensbeschouwing en communicatie H.3 Schoonheid en uiterlijk H.4 Islam H.5 Taal en levensbeschouwing H.6. Seksualuteit
LINK
Een van de belangrijkste maatschappelijke issues is de jeugdcultuur. Jeugdcultuur raakt het ontwikkelingspsychologisch begrip adolescentie. Wat de adolescentie precies is blijft echter vaak in nevelen gehuld. Een belangrijke reden daarvoor is dat er nog steeds weinig interdisciplinair wordt gewerkt. De onderzoeken die gedaan worden zijn vaak te vakspecifiek (psychologisch, sociologisch, psychiatrisch enzovoort) en daardoor beperkt inzichtgevend in deze complexe biografische fase. Daarnaast wordt nog (1) te veel gezocht naar het algemene en te weinig naar het specifieke, (2) te veel naar het generieke en te weinig naar het unieke, (3) te veel naar het uniforme en te weinig naar het opmerkelijke en (4) te veel naar het instrumentele en te weinig naar het culturele. Postmoderne onderzoek, zoals gehanteerd binnen ASCA, wordt slechts sporadisch gebruikt op dit maatschappelijk zeer belangrijke onderzoekgebied (een positieve uitzondering is de socioloog Dick Hebdidge). Dit feit roept om nieuw onderzoek, dat leidt tot een sprekend, herkenbaar, pluriform, afwijkend en poëtisch beeld van de adolescent.
DOCUMENT
Het is logisch dat je een cijfer krijgt voor wiskunde, Engels, Nederlands, scheikunde. Maar hoe zit dat eigenlijk met het vak lichamelijke opvoeding? Leerlingen, ouders, de school, iedereen verwacht een ‘punt voor gym’ op het rapport. Maar het zal niet gauw voorkomen dat een leerling die op de cognitieve vakken goed scoort, blijft zitten op een onvoldoende voor LO. Wat betekent dit voor de waarde van beoordelingen binnen het vak? Een herkenbaar probleem voor elke gymleraar.
DOCUMENT
Het is logisch dat je een cijfer krijgt voor wiskunde, Engels, Nederlands, scheikunde. Maar hoe zit het eigenlijk met het vak Lichamelijke Opvoeding? Leerlingen, ouders, de school, iedereen verwacht een 'punt voor gym' op het rapport. Maar het zal niet gauw voorkomen dat een leerling die op de cognitieve vakken goed scoort, blijft zitten op een onvoldoende voor LO. Wat betekent dit voor de waarde van beoordelingen binnen het vak?
DOCUMENT