(Onder)voedingszorg is essentiële verpleegkundige zorg. De hbo-verpleegkundige is de verbindende factor tussen de zorgvrager en andere zorgverleners, zoals de diëtist, verzorgende, voedingsassistent, arts, logopedist, mondhygiënist en fysiotherapeut. De Stuurgroep Ondervoeding heeft in januari 2019 onderzoek gedaan op vier hbo-verpleegkunde opleidingen naar de attitude van hbo-verpleegkunde docenten en opleidingsmanagers, ten aanzien van ondervoedingsonderwijs.
LINK
Onderzoeksvaardigheid is in de afgelopen decennia steeds belangrijker geworden in het hoger beroepsonderwijs, maar onduidelijk blijft waar bacheloropleidingen zich precies op richten. Om hier scherper zicht op te krijgen zijn de leerdoelen gerelateerd aan onderzoek in kaart gebracht bij de bacheloropleidingen van de Hogeschool van Amsterdam. Op basis van een kwalitatieve analyse middels de methode van Verburgh, Schouteden en Elen (2012) van studiegidsteksten en studiehandleidingen laten de voorlopige resultaten zien dat onderzoeksgerelateerde leerdoelen een andere vorm en inhoud hebben in verschillende disciplines. Ook zijn de verschillen tussen faculteiten groter dan binnen faculteiten.
DOCUMENT
Vanwege de snel veranderde maatschappij is het van belang dat recent afgestudeerde professionals innovatief kunnen denken en handelen in hun toekomstige beroep. Deze vaardigheden worden in het hoger beroepsonderwijs vaak verbonden aan onderzoeksvaardigheden. De aanwezigheid van onderzoeksleerdoelen in het curriculum kan inzicht bieden in de mogelijkheden voor studenten om onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen. Dit onderzoek brengt de leerdoelen op onderzoeksvaardigheden in kaart van alle bacheloropleidingen in één Nederlandse hogeschool, zoals beschreven in onderwijsgidsen en studiehandleidingen. De voorlopige resultaten laten zien dat studenten wel de mogelijkheid krijgen om onderzoeksmethoden te leren, maar dat voor het aanleren van nieuwsgierigheid minder aandacht is. Tijdens de Onderwijs Research Dagen worden de resultaten van alle 70 opleidingen gepresenteerd.
DOCUMENT
Congresbezoek is een manier om (vak-)kennis en vaardigheden te actualiseren en te netwerken. We weten nog weinig over verschillen in hoe junioren en senioren zich professionaliseren door congresbezoek. Dit onderzoek biedt inzicht in leerdoelen en –ervaringen van de verschillende leden van een onderzoeksteam bij hun bezoek aan de OnderwijsResearchDagen (ORD) 2018 (N = 9). Voor en na het congresbezoek zijn participanten geïnterviewd, waarna op basis van thematische coderingop groepsniveau thema’s naar voren kwamen. De resultaten laten zien dat junioren vooral nieuwe kennis op willen doen en de praktijk van een congres willen leren kennen. Senioren willen vooral kennis bijhouden en melden uiteenlopende leerervaringen. Dergelijk inzicht kan congresorganisatoren helpen hun evenement te laten aansluiten bij verschillende professionaliseringsbehoeften.
DOCUMENT
Wanneer je met je lessen specifieke leerdoelen hebt, zoals tactisch inzicht, regelvaardigheden, of samenwerking, dan hoort daar ook een specifieke aanpak bij. De laatste jaren zijn er in de LO, met name in het buitenland, verschillende modellen ontwikkeld die je hierbij kunnen helpen. Deze aanpak wordt ook wel 'Models-Based Physical Education genoemd”.
DOCUMENT
Docenten van Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek (BEnT) hebben geëxperimenteerd (Gorissen, 2014) met Flipping the Classroom in relatie tot de taxonomie van Bloom. Bij dit concept worden lage kennisniveaus uit deze taxonomie voor de les aangesproken en in de les worden hogere kennisniveaus aangesproken. Bij het herontwerp van hun lessen zijn docenten ondersteund door workshops, gegeven door Fontys Educatief Centrum (FEC). Het onderzoek geeft inzicht in de ervaringen van docenten als ze Flipping the Classroom toepassen en dient als input voor FEC zodat toekomstige workshops nog beter aansluiten bij behoeften van docenten. De hoofdvraag is: Wat zijn ervaringen van docenten en studenten van een HBO-instelling met het toepassen van de taxonomie van Bloom in relatie tot Flipping the Classroom? Hiervoor zijn drie deelonderzoeken uitgevoerd, te weten een kwalitatieve analyse van de lesvoorbereidingen en individuele interviews met docenten en een kwantitatief onderzoek onder studenten over de door hun gevolgde lessen via dit concept. Resultaten laten zien dat docenten het concept correct toepassen en ze hiervoor activerende werkvormen en ICT tools inzetten. Docenten zijn enthousiast over de toepassing ondanks dat herontwerp tijdrovend is. Studenten kenden het concept vooraf niet maar hérkenden het wel, zowel voorafgaand als in de les. Vanwege de lage respons onder studenten kan alleen een voorzichtige conclusie getrokken worden dat het concept bijdraagt aan betere verwerking van de leerstof en dat het vaker toegepast mag worden. De belangrijkste aanbevelingen zijn gericht op kennisdeling tussen docenten die dit concept (willen gaan) toepassen in het onderwijs en nader onderzoek naar de invloed op de leerprestaties van de studenten.
DOCUMENT
Zeven stellingen worden uitgewerkt: 1. Goed toetsen is slechts mogelijk in de mate waarin duidelijk is welke leerdoelen studenten moeten bereiken. 2. Toetsing stuurt het leren van de studenten. 3. Denken vanuit eigen vakgebied is een bedreiging voor de toetsing van competenties. 4. Het doel van toetsen bepaalt hoe het middel toetsing wordt gebruikt. 5. Toetsen vereist een methodenmix, want één voldoende toetsmethode bestaat niet. 6. Zelfbeoordeling en elkaar beoordelen moeten onderdeel zijn van de toetsing van ethische competenties. 7. Het toetsen van beroepscompetenties die studenten in de beroepspraktijk (stages) onvoldoende beoefend zien is dweilen met de kraan open.
DOCUMENT
In dit rapport worden toetsvormen systematisch beschreven. Het bevat achtergronden en de toetscyclus, van het ontwerp tot en met evaluatie, wordt steeds toegelicht. Docenten kunnen er ideekn uit opdoen en zo komen tot kwaliteitsverbetering van hun toetsen. Het boek kan daarnaast een instrument zijn voor de instituutsdirecteur, examencommissie , kwaliteitscovrdinator etc, voor kwaliteitszorg rondom het toetsingsbeleid. Er zijn meer dan 10 mogelijke indelingscriteria voor toetsvormen (zie het rapport studievorderingen en toetsbeleid. Er is gekozen voor een indeling naar vorm van de afname en respons (schriftelijk, mondeling, observatie, product) in of het een enkelvoudige of samengestelde toets betreft. Bij een enkelvoudige toets betreft het vaak iin type leerdoelen, welke door iin toets worden getoetst. De volgende toetsvormen worden toegelicht: schriftelijke open toetsen schriftelijke gesloten toetsen mondelinge toetsing observaties van gedrag practicum toetsing De volgende samengestelde toetsvormen worden toegelicht: toetsing van projecten toetsing van de oriknterende stage toetsing van de afstudeerfase portfolio assessment..
DOCUMENT
Docentenhandleiding met hoofdstukbeschrijvingen, leerdoelen, didactische tips, antwoorden bij de opdrachten, etc.
DOCUMENT