De module Leren en Professioneel Handelen is onderdeel van de opleiding Master Educational Needs van het Seminarium voor Orthopedagogiek. Bij aanvang van deze module krijgen de studenten feedback op hun leerkrachtvaardigheden op basis van observatie van hun lesgedrag met het ICALT-observatie instrument. In de loop van de moduleperiode verdiepen de studenten zich in de beschikbare kennis over effectief leergedrag en worden zij in de gelegenheid gesteld om de leerkrachtvaardigheden te oefenen die nog verbetering behoeven. Uit een tweede observatie, aan het eind van de module, blijkt dat gemiddeld alle studenten er in slagen hun lesgedrag betekenisvol te verbeteren. Dit geldt voor zowel studenten met veel en weinig beroepservaring, als voor studenten die werkzaam zijn op verschillende schoolsoorten. We concluderen op basis van deze bevindingen, dat de bij het Seminarium voor Orthopedagogiek gehanteerde werkwijze uiterst effectief is.
DOCUMENT
ICT-middelen worden steeds vaker ingezet in het primair onderwijs, hierdoor veranderen werkwijzen en zullen andere leerkrachtvaardigheden vereist zijn. Echter, de inzet van ICT zal alleen een bijdrage leveren aan het leerproces wanneer leerkrachten niet alleen digitale vaardigheden bezitten, maar inhoudelijke kennis, didactische – en digitale vaardigheden optimaal met elkaar weten te verbinden. In dit verkennend onderzoek is gekeken hoe schoolleiders en leerkrachten Chromebooks integreren in het onderwijs, hoe deze didactisch ingezet worden en welke vaardigheden leerkrachten daarbij nodig hebben. In het onderzoek zijn op zes scholen semigestructureerde interviews afgenomen bij 6 schoolleiders, 13 leerkrachten en 21 leerlingen. De gesprekken zijn opgenomen, uitgeschreven en vervolgens samengevat waarbij de gespreksinstrumenten als leidraad dienden. In de resultaten zijn de uitkomsten van de verschillende scholen samengevoegd om zo de centrale vraagstelling van dit onderzoek te kunnen beantwoorden: Hoe wordt de Chromebook ingezet in scholen binnen OPOD, wat is de gewenste didactische inzet van de Chromebook volgens de scholen, en welke ondersteuningsbehoeften ervaren scholen bij de inzet van Chromebooks?
DOCUMENT
-
DOCUMENT
Presentatie tijdens het tweede Kenniscafé PO op 20 april 2021.
LINK
Van docenten wordt verwacht dat zij steeds meer hun onderwijs aanpassen aan de behoefte van studenten. Dit kan door het implementeren van gedifferentieerde instructie (DI) of assessment for learning (AfL). Deze concepten worden beschouwd als twee verschillende benaderingen van het identificeren van de behoeften van studenten en het aanpassen van de instructie. In de huidige studie, streven we ernaar empirische overeenkomsten en verschillen te identificeren in de kennis en vaardigheden die leraren nodig zijn voor gedifferentieerde instructie en assessment for learning. Het blijkt dat – in lijn met veel andere aspecten van effectief onderwijs – vier fasen nauw verwant zijn voor de taak (DI of AfL) als geheel: het voorbereiden van een lessenserie, het voorbereiden van een les, het geven van een les en, daarna het evalueren van een les. Omdat leraren dezelfde onderliggende vaardigheden nodig hebben om DI of AfL uit te kunnen voeren, kunnen we veronderstellen dat leraren die bekwaam zijn in DI of AfL, ook in staat zullen zijn om zich te ontwikkelen om AfL of DI in de praktijk te kunnen brengen.
DOCUMENT
Het project Opbrengstgericht Werken (OGW) is een samenwerking tussen het lectoraat Geletterdheid en de pabo (Instituut Theo Thijssen) van de Hogeschool Utrecht. Het is gericht op het verbeteren van leerkrachtvaardigheden bij leeslessen, die gegeven worden door studenten. In het project wordt gewerkt met een systematische afwisseling tussen theorie en praktijk, waarbij de pabo en het werkveld samenwerken. Op de opleiding krijgen studenten theorieonderwijs over de leesonderdelen interactief voorlezen, aanvankelijk lezen en stillezen. Deze kennis passen studenten toe tijdens een leesles, waarbij ze geobserveerd worden door de groepsleerkracht met behulp van digitaal gestandaardiseerde observatie-instrumenten. Op basis van de resultaten formuleren studenten verbeterpunten voor een tweede leesles, waarbij ze nogmaals geobserveerd worden. In dit rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van het project OGW vanaf de start in het studiejaar 2010/2011 tot en met studiejaar 2013/2014. Uit de rapportage wordt zichtbaar dat met behulp van gerichte feedback op geobserveerd leerkrachtgedrag en systematisch werken aan dat gedrag, de leerkrachtvaardigheden van aankomende leraren verbeterd worden. Kanttekening bij de uitvoering van dit project is dat de groepsleerkrachten die de observaties uitvoerden, hier geen ondersteuning bij kregen. Tevens werden de nieuwe inzichten over de leesdidactiek die in de observatie-instrumenten zijn geoperationaliseerd, niet met de scholen gecommuniceerd en was er geen ruimte voor de scholen om invloed te hebben op het programma. Er is dan ook behoefte aan meer samenwerking tussen opleidingsscholen en het opleidingsinstituut. Inmiddels is in het kader van de regeling Versterking samenwerking lerarenopleiding en scholen 2013-2016 op kleine schaal een intensievere samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen tot stand gekomen binnen het project Opbrengstgericht werken & Omgaan met verschillen. Dit betekent dat het verbeteren van de leerkrachtvaardigheden van aankomende leraren in de toekomst nog kansrijker wordt.
DOCUMENT
In het kader van het internationale project Designing & Evaluating Innovative Mobile Pedagogies (DEIMP) zijn een literatuurstudie en een verkennend onderzoek uitgevoerd. De focus binnen het project ligt op inzet van innovatieve didactische inzet van mobiele technologie in het basisonderwijs. De doelen zijn om kennis te ontwikkelen over innovatieve inzet van mobiele technologie, leermiddelen te ontwerpen en testen die leerkrachten ondersteunen in het ontwerpen van leerpraktijken én leerpraktijken te delen. In deze presentatie komen de bevindingen van deze eerste onderzoeken aan bod. Zo geven leerkrachten aan wel behoefte te hebben aan de inzet van devices ten behoeve van samenwerkend leren, personalisatie en authentieke leerpraktijken. Deze presentatie werd gegeven tijdens de Onderwijs Research Dagen 2019.
DOCUMENT
Het doel van het verkennende onderzoek is om inzicht te krijgen in de huidige didactische inzet van de mobiele technologie door leerkrachten op de scholen en welke ondersteuningsbehoefte leerkrachten ervaren. Op basis van deze verkenning kunnen geïnformeerde beslissingen genomen worden ten aanzien van het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van de innovatieve didactische inzet van mobiele technologie op de scholen. Belangrijke vragen hierbij waren: hoe zetten leerkrachten de mobiele technologie in voor leren en lesgeven, wat zijn de doelstellingen die de school daarmee wil bereiken, wat zijn belemmerende en stimulerende factoren en welke ondersteuningsbehoefte hebben leerkrachten? In het onderzoek is gebruik gemaakt van het pedagogisch-didactisch model iPAC om te beschrijven hoe mobiel leren wordt ingezet voor gepersonaliseerd leren, samenwerkend leren en authentieke leertaken. Met een vertaalde iPAC-vragenlijst voor leerkrachten is de huidige situatie in kaart gebracht. De resultaten hiervan zijn besproken in focusgroepen met leerkrachten, maar er is ook gesproken met leerlingen in focusgroepen en met leidinggevenden.
DOCUMENT
Centraal staat de vraag van vijf basisscholen hoe de breed geïmplementeerde mobiele technologie didactisch wordt ingezet door leerkrachten en hoe deze inzet versterkt kan worden. Op basis van deze verkenning kunnen geïnformeerde beslissingen genomen worden ten aanzien van het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van de innovatieve didactische inzet van mobiele technologie op de scholen. De huidige situatie is in kaart gebracht aan hand van de iPAC vragenlijst. Vervolgens zijn de resultaten besproken in focusgroepen met leerkrachten, leerlingen en de leidinggevenden. Uit het onderzoek blijkt dat de inzet op dit moment veelal gebonden is aan de gangbare onderwijsmethodesoftware, instructie van de leerkracht en voor het digitaal maken van verwerkingsopdrachten in het klaslokaal. Maar leerkrachten zien zeker meer kansen en benoemen in het rapport ondersteunende factoren.
DOCUMENT