De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
DOCUMENT
This thesis provides an examination of judgement autonomy of Dutch commercial real estate valuers in relation to client orientation. The valuation of commercial real estate such as offices or retail properties requires in-depth analysis due to its uniqueness by location, building type and usage details. Essentially, a register-valuer is qualified and instructed to assess a property value to one’s best cognitive effort and inform others of this outcome by means of a valuation report. In the Netherlands, concerns over independence risks and client-related judgement risks of valuers have been raised by regulative authorities as the Dutch Central Bank (DNB) and the Dutch Authority for the Financial Markets (AFM). A significant part of these concerns followed the 2008 financial crisis, which appeared to be at least partially driven by unreliable and incomparable valuations of Dutch commercial real estate (AFM, 2014; DNB, 2012; 2015). Among other things, these concerns led to the instigation of the Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (NRVT) in 2015. NRVT is a new Dutch central register of valuation practitioners set up in order to improve self-regulation, quality control and compliance of valuation practitioners. Currently, the chamber for commercial real estate valuation holds about 2,000 commercial valuation registrations (NRVT, 2020). The introduction of NRVT, and other measures taken, reflect an instrumental view towards enhancing professionalism of Dutch valuers. This view is based on a systematic orientation to professional conduct in which good practice is primarily objectively determined (Van Ewijk, 2019). However, Wassink and Bakker (2016) point out that individuals make personal choices in order to deal with work complexity. Insight into and reflection on individual choices is part of what is referred to as normative aspects of professionalisation: what norms prevail in individual judgement and decision-making and why (Van Ewijk, 2019). In this regard, insight into judgement reasoning of valuation practitioners may contribute to normative levels of professional development of valuers. The need for such is expressed through community concerns over how individual judgement autonomy may become subdued due to instrumental-driven developments taking place in the sector. The combination of authoritative concerns over professional quality in the Netherlands and lack of (scientific) insight on how client influence affects judgement in valuation practice poses a problem: How may practitioners address client-related judgement bias risks and improve valuation accuracy from this viewpoint, if little is known on how such risks may occur in daily practice? The seemingly scarce scientific insights available in this regard in the Netherlands may also prevent educational programs to adequately address valuer independence and objectivity risks in relevant training programs. In order to address this knowledge gap, the present PhD research examines the following research problem: 169 Summary “How does client orientation affect professional judgement autonomy of commercial real estate valuers in the Netherlands?” The term ‘client orientation’ should be broadly interpreted and may refer to valuers’ perception, understanding and meaning given to alleged, actual or anticipated client-related aspects. Information on such client aspects is not required for the performance of valuation instructions. It should also be noted that this research examines the context of how client orientation may affect valuer judgement reasoning patterns during work practice, yet not its effect in terms of decision on final value opinion.
MULTIFILE
Een whitepaper over de rol van banken kan verschillende doelen hebben. Met dit paper willen we oplossingen bieden voor uitdagingen in het bankwezen. We willen helpen om de kennis, geloofwaardigheid en innovatie binnen het bankwezen te vergroten zodat het kan bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen. Dit whitepaper is een werkdocument waarmee we een eerste stap willen zetten.
DOCUMENT
In dit project wordt praktijkgericht onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop Nederlandse mkb-ondernemingen toegang kunnen krijgen tot ketenfinanciering. Ketenfinanciering (ook ?Supply Chain Finance? genoemd) omvat een scala aan financieringsoplossingen, waarmee werkkapitaal gecreëerd wordt. Sinds de financiële crisis is werkkapitaalfinanciering voor veel mkb?ers problematisch geworden. De oorzaak ligt in moeilijke toegang tot bankleningen in combinatie met verlengde betaaltermijnen van afnemers. Ketenfinanciering is een alternatieve financieringsvorm waarin leveranciers in de keten gebruik maken van de kredietwaardigheid van een sterkere afnemer. Het is echter nog vooral een oplossing die afnemers aanbieden aan hun grootste en meest strategische leveranciers. De leveranciers in het mkb worden nog niet bereikt, terwijl verspreiding naar het mkb miljarden euro?s aan liquiditeit kan vrijmaken. De doelstelling is dan ook om de liquiditeitspositie van Nederlands mkb te versterken door met onderzoek bij te dragen aan het vergemakkelijken van toegang tot ketenfinanciering. Het onderzoek voorziet hiermee in een nadrukkelijk aanwezige maatschappelijke behoefte. Daarnaast wordt voorzien in een wetenschappelijke behoefte, omdat ketenfinanciering een relatief nieuw veld is waarin empirische data schaars zijn. De nadruk ligt op wat het mkb zelf kan doen om toegang tot ketenfinanciering te krijgen. Onderzocht wordt welke ketenfinancieringsinstrumenten voor deelnemende mkb?ers het meest geschikt zijn, wat criteria zijn waar mkb?ers aan moeten voldoen, hoe een goed interventieplan er uitziet om aan die criteria te voldoen en hoe uiteindelijk succesvolle implementatie er uitziet. De belangrijkste resultaten van het onderzoek zijn een set van tools voor en door mkb?ers die concrete handvatten geven voor implementatie van ketenfinanciering en de interventies die hiervoor nodig zijn. Het onderzoek resulteert daarnaast in een trainingsprogramma voor mkb?ers en inzichten die direct in onderwijs kunnen worden toegepast.
Het RAAK project Olieloze Zeeën heeft een heleboel technische informatie opgeleverd over bestrjjdingstechnieken en het gedrag van olie op het wateroppervlak. De verzamelde informatie en de resultaten van de diverse onderzoeken uit dit Raak project zijn opgenomen in een “Oil Spill Response Manual” en via internet (www.spillresponse.nl) openbaar gemaakt. Met deze informatie is het MKB, de overheid en de NGO’s zeer tevreden. Wat helaas nog ontbreekt is een overzicht van alle partijen die op een of andere manier met olievervuiling te maken hebben. Nationaal, regionaal en internationaal houden vele overheden, industrieën en onderzoekspartijen zich hiermee bezig. Het ontbreekt echter aan een goed overzicht van deze partijen; wat is hun rol, bij wie kan ik terecht voor onderzoek, wie doet de wet en regelgeving, wie handhaaft etc. Behalve partijen die zich bezig houden met de preventie (o.a. wet- en regelgeving en handhaving) zijn er ook vele partijen die zich bezig houden met de preparatie (trainingen, maken rampenplannen etc.) en de bestrijding. De bedoeling van dit project is om hier duidelijkheid in te verschaffen wie zich waarmee bezig houdt en wat hun rol en verantwoordelijkheden zijn. En verder hoe de lijnen lopen nationaal, regionaal en internationaal. Deze informatie is voor vele partijen belangrijk. Veel staat wel op internet maar het is niet overzichtelijk waar je deze informatie kunt vinden. Vele tientallen partijen spelen een rol in preventie, preparatie , bestrijding en evaluatie van olievervuiling. Na dit onderzoek kunnen de partijen makkelijker met elkaar in contact komen en is er meer duidelijkheid over de verschillende rollen van alle betrokken partijen, dit kan onder andere voordelen opleveren bij een eventuele volgende olievervuiling. Verder zijn de resultaten van dit onderzoek belangrijk voor een breed publiek, zowel het MKB, de overheid, onderzoekspartijen maar ook voor het onderwijs. Maritieme en Petrochemie & Offshore studenten zullen hier mee te maken krijgen in hun vakgebied.