Fysiotherapie en/of manuele therapie spelen een belangrijke rol in de zorg voor mensen met lage rugpijn. Om de kwaliteit van deze zorg te verbeteren is een richtlijn ontwikkeld die vervolgens geïmplementeerd dient te worden. Technologische innovaties zoals serious games kunnen een rol spelen bij de implementatie van deze richtlijn. In een gerandomiseerde gecontroleerde studie is onderzocht in hoeverre een serious game de implementatie van een richtlijn lage rugpijn bevorderd. Achtenveertig fysiotherapeuten/manueel therapeuten zijn at random toegewezen aan een serious game groep of een groep die voorlichting kreeg over de richtlijn. Uitkomstmaten in deze studie zijn de mate van adherentie aan de richtlijn (vignettentoets), ervaren knelpunten van implementatie, de mening van de deelnemer over de wijze van implementeren, en de mate waarin de richtlijn is gelezen en wordt toegepast in de praktijk naar eigen inschatting van de deelnemer. Na zes weken follow-up is er geen significant effect gevonden van de serious game op de mate van adherentie aan de richtlijn (0,4 punten op 100 puntsschaal; 95% betrouwbaarheidsinterval -4,0 tot 4,8) ten opzichte van de voorlichtingsgroep. Ook voor de andere uitkomsten werden geen statistisch significante effecten gevonden. Het introduceren van een serious game had derhalve geen groter effect op de mate van adherentie aan de richtlijn lage rugpijn dan voorlichting.
LINK
Bij cliënten met musculoskeletale pijn is de effectiviteit van zowel Manuele therapie als ook Fysiotherapie bewezen. Toch blijft het opmerkelijk dat er weinig verschil in effecten wordt gevonden tussen verschillende typen van therapie. Men zou kunnen concluderen dat dit veroorzaakt wordt door andere werkzame bestanddelen dan het type therapie zelf. Deze andere werkzame bestanddelen worden wel Common factors of niet-therapeutische factoren genoemd. Tijdens behandelingen wordt er verbaal en non-verbaal gecommuniceerd met de cliënt met als doel bv. het opbouwen van een relatie, het stimuleren van actief gedrag van de cliënt, de kennis te vergroten van de cliënt, of het komen tot een gezamenlijke besluitvorming (shared decision making). Binnen de psychotherapie is er voldoende bewijs dat deze niet-therapeutische factoren effectief zijn op het eindresultaat van de behandeling. Ook tijdens de anamnese is bekend welke factoren de uitkomsten van de anamnese positief kunnen beïnvloeden. Maar binnen de therapeutische fase van Manuele en Fysiotherapie is er tot op heden weinig onderzoek verricht naar de invloed van deze niet-therapeutische factoren op de uitkomst van de therapie. Mijn onderzoekslijn binnen de Hanzehogeschool richt zich op het effect van verschillende fysiotherapeutische attituden op cliënten met musculoskeletale pijn. Deze attituden bestaan uit gedachten en gedragingen van therapeuten. Dit onderzoek wil de impliciete en intuïtieve communicatie gedurende het therapeutische proces expliciteren. Indien we meer zouden weten over welke attituden positief bijdragen aan de manuele en fysiotherapeutische behandelresultaten zouden we studenten kunnen scholen in dit gedrag en daarmee de effectiviteit van de therapie kunnen vergroten. Op reis naar meer kennis en vaardigheden over dit onderwerp mag ik u vergezellen naar de NeckSTep.
DOCUMENT
Ongeveer één op de vijf vrouwen die borstkanker overleven, ontwikkelen (lymf)oedeem. Oedeem is een ophoping van vocht in een lichaamsdeel en kan zeer ingrijpende gevolgen hebben voor het dagelijks leven. Behandelingen van oedeem worden uitgevoerd door bijvoorbeeld huid -en oedeemtherapeuten, (mammacare)verpleegkundigen, fysiotherapeuten en bandagisten. Vaak bestaan deze behandelingen uit een combinatie van manuele lymfedrainage (massagetechniek), lymfetaping en compressietherapie. De behandelingen van odeem zijn voor patiënten zeer pijnlijk, langdurig, intensief en kostbaar. Tevens is het geven van massagetechnieken voor fysiotherapeuten en oedeemtherapeuten lichamelijk zeer zwaar, wat resulteert in eerder ziekteverzuim en hogere zorgkosten. Daarnaast zijn deze behandelingen vooral gericht op armen en benen, en niet op de borst. Speciale compressie bh’s of inleg-pads die in de markt verkrijgbaar zijn werken onvoldoende of zijn zo volumineus dat dagelijks gebruik eigenlijk onmogelijk is. De focus van dit KIEM project ligt op het ontwikkelen van een innovatieve bh die oedeem na borstkanker kan beperken en/of voorkomen. De specifieke samenwerking tussen Bratelle, ISKO, Vechtstreek Fysiotherapie, Witte Vlinder Fysiotherapie en de lectoraten Verpleegkunde en Sustainable & Functional Textiles biedt nieuwe mogelijkheden en inzichten. Dit project kan een doorbraak betekenen voor innovatieve textielmaterialen met medische toepassingen, specifiek oedeem. Door gebruik te maken van hightech apparatuur op Saxion, kunnen nieuwe concepten of materialen ontwikkeld worden, die ‘op-schaalbaar’ zijn. Ook kunnen ontwikkelingen van speciale materialen in combinatie met confectietechnieken, tot nieuwe inzichten leiden. Daarnaast zetten we een onderzoeksplan op gericht op het meten van de werking van de bh, waarbij de rol van verschillende zorgprofessionals essentieel is. Tevens is het streven om het consortium verder uit te breiden met praktijkprofessionals en leveranciers van textielmaterialen.
STEADY; Sustained Technology for Evaluation of lumbar Atrophy and DYsfunction Aspecifieke lage rugpijn (aLRP) is als aandoening lastig te begrijpen en te behandelen. De zorgconsumptie en het arbeidsverzuim ten gevolge van deze aandoening is hoog. De fysiotherapeut staat voor de maatschappelijke uitdaging de meest effectieve en efficiënte behandeling voor patiënten met aLRP toe te passen, waarbij het vaststellen van subgroepen van patiënten één van de internationale speerpunten van onderzoek is. Op dit moment wordt het gebruik van technologie voor de diagnostiek van aLRP niet algemeen in de fysiotherapie gebruikt. Dit project heeft als hoofddoelstelling innovatieve technologie te gebruiken en te optimaliseren om de diagnostiek van aLRP door de fysiotherapeut te verbeteren. Diagnostische technologie voor het meten van functie (kracht, coördinatie, bewegingspatronen) en morfologie (spierkwaliteit) van de wervelkolom musculatuur wordt gevalideerd voor het classificeren van subgroepen van aLRP-patiënten. Het innovatieve element van STEADY is het inzetten van technologie in de dagelijkse fysiotherapiepraktijk ten behoeve van objectieve classificatie. STEADY bevindt zich op het snijvlak van techniek en gezondheid. STEADY bestaat uit een samenwerkingsverband tussen het publieke fysiotherapeutische domein, twee hogescholen, een buitenlandse universiteit, een universitair medisch centrum, een technische universiteit, diverse perifere kennisinstellingen en het MKB.