Interview ICT &Health: Living labs zijn in opkomst. Deze levende laboratoria zijn realistische experimentele omgevingen, waarin onderwijs, overheden, werkveld en andere partijen samen werken aan innovatieve oplossingen voor problemen. Ook op het gebied van gezondheidszorg en technologie bestaan living labs, zoals de Medical Delta Living Labs. Eén van deze labs is het Medical Delta Living Lab Geriatric Rehabilitation@Home. Het doel is om met de inzet van e-health zelfmanagement en kwaliteit van leven van thuiswonende geriatrische revalidanten te vergroten en hun mantelzorgers beter te ondersteunen.
DOCUMENT
The concepts of metacognitive refection, refection, and metacognition are distinct but have undergone shifts in meaning as they migrated into medical education. Conceptual clarity is essential to the construction of the knowledge base of medical education and its educational interventions. We conducted a theoretical integrative review across diverse bodies of literature with the goal of understanding what metacognitive refection is. We searched PubMed, Embase, CINAHL, PsychInfo, and Web of Science databases, including all peer-reviewed research articles and theoretical papers as well as book chapters that addressed the topic, with no limitations for date, language, or location. A total of 733 articles were identified and 87 were chosen after careful review and application of exclusion criteria. The work of conceptually and empirically delineating metacognitive reflection has begun. Contributions have been made to root metacognitive refection in the concept of metacognition and moving beyond it to engage in cycles of refection. Other work has underscored its affective component, transformational nature, and contextual factors. Despite this merging of threads to develop a richer conceptualization, a theory of how metacognitive refection works is elusive. Debates address whether metacognition drives refection or vice versa. It has also been suggested that learners evolve along on a continuum from thinking, to task-related refection, to self-refection, and finally to metacognitive refection. Based on prior theory and research, as well as the findings of this review, we propose the following conceptualization: Metacognitive refection involves heightened internal observation, awareness, monitoring, and regulation of our own knowledge, experiences, and emotions by questioning and examining cognition and emotional processes to continually refine and enhance our perspectives and decisions while thoughtfully accounting for context. We argue that metacognitive refection brings a shift in perspective and can support valuable reconceptualization for lifelong learning.
LINK
Objective: There are widespread shortages of personal protective equipment as a result of the COVID-19 pandemic. Reprocessing filtering facepiece particle (FFP)-type respirators may provide an alternative solution in keeping healthcare professionals safe. Design: Prospective, bench-to-bedside. Setting: A primary care-based study using FFP-2 respirators without exhalation valve (3M Aura 1862+ (20 samples), Maco Pharma ZZM002 (14 samples)), FFP-2 respirators with valve (3M Aura 9322+ (six samples) and San Huei 2920V (16 samples)) and valved FFP type 3 respirators (Safe Worker 1016 (10 samples)). Interventions: All masks were reprocessed using a medical autoclave (17 min at 121°C with 34 min total cycle time) and subsequently tested up to three times whether these respirators retained their integrity (seal check and pressure drop) and ability to filter small particles (0.3–5.0 µm) in the laboratory using a particle penetration test. Results: We tested 33 respirators and 66 samples for filter capacity. All FFP-2 respirators retained their shape, whereas half of the decontaminated FFP-3 respirators showed deformities and failed the seal check. The filtering capacity of the 3M Aura 1862 was best retained after one, two and three decontamination cycles (0.3 µm: 99.3%±0.3% (new) vs 97.0±1.3, 94.2±1.3% or 94.4±1.6; p<0.001). Of the other FFP-2 respirators, the San Huei 2920 V had 95.5%±0.7% at baseline vs 92.3%±1.7% vs 90.0±0.7 after one-time and two-time decontaminations, respectively (p<0.001). The tested FFP-3 respirator (Safe Worker 1016) had a filter capacity of 96.5%±0.7% at baseline and 60.3%±5.7% after one-time decontamination (p<0.001). Breathing and pressure resistance tests indicated no relevant pressure changes between respirators that were used once, twice or thrice. Conclusion: This small single-centre study shows that selected FFP-2 respirators may be reprocessed for use in primary care, as the tested masks retain their shape, ability to retain particles and breathing comfort after decontamination using a medical autoclave.
MULTIFILE
Inzet van zorgtechnologie is veelbelovend om zorg toegankelijk, betaalbaar en bemensbaar te houden met verbeterde kwaliteit en daarmee uitkomsten van de revalidatie mits blended ingezet. Echter in de revalidatiepraktijk blijft implementatie en borging van een blended werkwijze achter. Professionals geven aan zich onvoldoende bekwaam te voelen om blended revalidatiezorg te kunnen bieden, terwijl ze wel de potentie hiervan inzien. Om blended te gaan werken hebben professionals niet alleen andere competenties nodig. Het vraagt een gedragsmatige ondersteuning om blended revalidatiezorg te kunnen bieden door een andere manier van professioneel handelen. Teneinde dit probleem op te lossen wordt de onderzoeksvraag gesteld: “Hoe ziet een in co-creatie ontwikkelde methodiek om professionals in de revalidatiezorg te ondersteunen in het aanpassen van het professioneel handelen voor het bieden van blended revalidatiebehandelingen eruit? En wat is de haalbaarheid en bruikbaarheid in de dagelijkse zorgpraktijk? “ In dit project “BARBAPAPA” werken de Medical Delta Living Labs Blended rehabilitation en Technologische implementatie met Positieve Impact op de Zorg, in co-creatie met revalidatieprofessionals van Omring, Pieter van Foreest en Basalt aan een duurzame ondersteuning aan revalidatieprofessionals in het kunnen bieden van blended revalidatiebehandelingen. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden wordt gebruik gemaakt van ontwerpgericht onderzoek met co-creatie. Hierbij wordt een passend ontwerp opgeleverd, waarbij de revalidatieprofessionals, revalidanten, naasten, managers, opleidingen en experts actief participeren. De eerste fase (problem-finding) richt zich op wat er ontwikkeld gaat worden, aan de hand van stakeholdermapping, best-practices, en het opstellen van een plan van eisen en wensen. De tweede fase (solution-finding) richt zich op het ontwikkelen van de methodiek, door middel van co-creatie ontwerpsessies. In deze fase wordt een concept ontwikkeld dat in de praktijk getest en geëvalueerd gaat worden en doorontwikkeld tot een definitieve methodiek. In beide fasen en in elke stap wordt de praktijk betrokken door middel van focusgroepen, groepsbijeenkomsten en expert raadpleging.
Jongeren met chronische aandoeningen worden vaak geconfronteerd met problemen in het dagelijks functioneren, waarbij vermoeidheid wordt genoemd als het meest invaliderend. De prevalentie van vermoeidheid onder jongeren met chronische aandoeningen varieert tussen de 51-75%. Vermoeidheid kan onafhankelijk ontstaan van het onderliggende pathologisch mechanisme; uit literatuur blijkt dat ziekte-specifieke benaderingen weinig of nauwelijks effect hebben op vermoeidheid. Vermoeidheid wordt bovendien te laat opgemerkt of blijft onbehandeld. Inzicht in de ziekte-overstijgende mechanismen van vermoeidheid is van belang om vroegtijdig opsporen en de ontwikkeling van passende interventies te faciliteren. Dit postdoc onderzoek richt zich op het ontrafelen van ziekte-overstijgende mechanismen van vermoeidheid vanuit het perspectief van jongeren, het gezin en de fysieke en sociale leefomgeving. Binnen een longitudinale cohortstudie gedurende 12 maanden worden 208 jongeren met verschillende chronische aandoeningen gemonitord. Naast traditionele onderzoeksmethodieken zoals vragenlijsten en fysieke testen, wordt gebruik gemaakt van remote sensoring, linked data en context mapping (=kwalitatieve methode). Studenten die participeren in het onderzoek zullen de mogelijkheden en beperkingen van zulke methoden ervaren. Dit kan o.a. bijdragen aan het integreren van zorgtechnologie in het dagelijks (kinder)fysiotherapeutisch handelen. We ontwikkelen een theoretisch raamwerk dat de basis legt voor betere vroegdetectie (op afstand en non-invasief) van vermoeidheid en voor het identificeren van mogelijke aangrijpingspunten voor behandeling (doelstelling 1 en 2). Verder draagt het postdoc onderzoek bij aan een beter inzicht in de rol van de sociale en fysieke leefomgeving bij de maatschappelijke participatie van jongeren met chronische aandoeningen (doelstelling 3). Studenten zullen in veldwerk ter plaatse metingen doen, de leefsituatie verkennen en samen met zorgprofessionals en docenten hun klinische blik verrijken. Doordat zij daadwerkelijk in de leefomgeving van jongeren zelf aanwezig zijn kan dit bijdragen aan bewustzijn over de rol van verschillende sociale en fysieke factoren op vermoeidheid en op de maatschappelijke participatie van jongeren met uiteenlopende chronische aandoeningen.
Angst voor traplopen van ouderen beperkt de mobiliteit in en rondom het huis, reduceert zelfredzaamheid en daarmee de kwaliteit van leven. Voor deze doelgroep is een low-tech pro-duct bedacht waarmee de gebruikers hun zelfstandigheid, stabiliteit en conform tijdens het trap-lopen terugwinnen. In samenwerking met de HHS (onderzoeksplatform kwaliteit van leven: Mens en Technologie) en het Medical Delta Living Lab Rehabilitation Technology is dit product daad-werkelijk te realiseren. Door middel van subsidiëring kunnen er technische en economische haal-baarheidsstudies plaatsvinden en uiteindelijk ook de productie van een Minimum Viable Product (MVP). NB: Bezwaar publicatie samenvatting op website SIA Op dit moment is een octrooiaanvraag in voorbereiding; graag tot nader bericht geen openbaring van de samenvatting gedurende 2018.