Website welke het mogelijk maakt meetinstrumenten voor dagbezoek te vergelijken.
LINK
In practice, faults in building installations are seldom noticed because automated systems to diagnose such faults are not common use, despite many proposed methods: they are cumbersome to apply and not matching the way of thinking of HVAC engineers. Additionally, fault diagnosis and energy performance diagnosis are seldom combined, while energy wastage is mostly a consequence of component, sensors or control faults. In this paper new advances on the 4S3F diagnose framework for automated diagnostic of energy waste in HVAC systems are presented. The architecture of HVAC systems can be derived from a process and instrumentation diagram (P&ID) usually set up by HVAC designers. The paper demonstrates how all possible faults and symptoms can be extracted on a very structured way from the P&ID, and classified in 4 types of symptoms (deviations from balance equations, operational states, energy performances or additional information) and 3 types of faults (component, control and model faults). Symptoms and faults are related to each other through Diagnostic Bayesian Networks (DBNs) which work as an expert system. During operation of the HVAC system the data from the BMS is converted to symptoms, which are fed to the DBN. The DBN analyses the symptoms and determines the probability of faults. Generic indicators are proposed for the 4 types of symptoms. Standard DBN models for common components, controls and models are developed and it is demonstrated how to combine them in order to represent the complete HVAC system. Both the symptom and the fault identification parts are tested on historical BMS data of an ATES system including heat pump, boiler, solar panels, and hydronic systems. The energy savings resulting from fault corrections are estimated and amount 25%. Finally, the 4S3F method is extended to hard and soft sensor faults. Sensors are the core of any FDD system and any control system. Automated diagnostic of sensor faults is therefore essential. By considering hard sensors as components and soft sensors as models, they can be integrated into the 4S3F method.
DOCUMENT
Marnix Eysink Smeets constateert dat de veiligheidsbeleving van het publiek al langer hoog op de politieke agenda staat. Criminologisch onderzoek op dit terrein heeft veel inzichten opgeleverd in operationalisering, meetmethoden en determinanten van angst voor criminaliteit. Maar over mechanismen, trends, effecten en beïnvloedbaarheid is veel minder bekend. Daarnaast valt op dat veel onderzoekers eenzijdig gericht zijn op de ‘traditionele’ angst voor criminaliteit, terwijl zich inmiddels nieuwe misdrijven en dreigingen hebben gemanifesteerd.
DOCUMENT
DIRECT measuring for C-Dutch is onderdeel van de samenwerking tussen het lectoraat Tactical Design van ArtEZ University of the Arts en het Nederlands Openluchtmuseum (NOM). In het onderzoek C-DUTCH werken we samen om historische kennis van de Nederlandse materiële en immateriële cultuur als inspiratiebron in te zetten voor ontwerpers die willen bijdragen aan een sociaal, ecologische en economisch duurzame samenleving. Drie ontwerpers hebben in dit kader concepten ontwikkeld om het thema duurzaamheid voor een groot publiek zichtbaar en ervaarbaar te maken. Echter stuitten zij hierbij op de vraag in hoeverre zij hun statements en claims m.b.t. duurzaamheid voldoende objectief kunnen onderbouwen. Een vraag die breder leeft binnen de creatieve sector; het ontbreekt zelfstandige ontwerpers aan toegankelijke, bruikbare en betaalbare tools om de duurzaamheid van hun ontwerpen op een goede manier te meten. Juist omdat het om een zeer complexe samenhang gaat van sociale, ecologische en economische aspecten, die allemaal in een ontwerp samenkomen, zijn bestaande methodes te beperkt. Er is behoefte aan meer integrale meetmethoden. Het RIVM ontwikkelt momenteel binnen het programma ‘Meten van Duurzaamheid’ methodes voor ontwerpers, zoals DIRECT. Uit gesprekken met het RIVM blijkt dat de huidige instrumenten onvoldoende bekend zijn bij de creatieve sector, maar ook nog moeilijk zijn in te zetten omdat ze slecht aansluiten op de dagelijkse ontwerppraktijk. ArtEZ, NOM, RIVM en ontwerpers onderzoeken daarom de vraag: Hoe kunnen we bestaande meetmethodes voor ecologische duurzaamheid verbeteren, doorontwikkelen en/of nieuwe methodes opzetten waarmee zelfstandige creatieve professionals op het gebied van productontwerp en mode/textiel wetenschappelijk onderbouwde statements en claims kunnen maken voor historische, actuele en nieuwe ontwerpen? Het project sluit aan bij het missiegebied ‘Energietransitie & Duurzaamheid’ en het programma Nederland Circulair 2050. Er is een directe relatie met de Key Enabling Methodologies van de creatieve industrie voor ‘Monitoring & Effectmeeting’ en met ‘Visie & Verbeelding’.
Gezonde bodems zijn een basisvoorwaarde om de samenleving te voorzien in voeding, biomassa (energie), vezels, voer en ook diensten zoals waterbuffering en -zuivering, koolstofvastlegging en biodiversiteit. Maar de bodemkwaliteit staat onder druk en daarmee worden deze diensten bedreigd. Duurzaam bodembeheer leidt tot een betere bodemvruchtbaarheid voor de landbouw en levert de samenleving duurzamer geteeld voedsel, een betere waterkwaliteit en grotere waterbuffering, een grotere biodiversiteit en draagt bij aan de klimaatopgave (1,5 megaton extra CO2-reductie door slim landgebruik). Steeds meer akkerbouwers en melkveehouders zijn actief bezig met het verbeteren van hun bodembeheer. Kennis over duurzaam bodembeheer is echter versnipperd. Wat deze kennis betekent voor de boeren verschilt bovendien per grondsoort, regio, bedrijfstype en vaak ook per perceel. De doorstroom en toepassing van de beschikbare kennis vormt een belangrijk struikelblok bij het duurzamer maken van teelten. Het doel van dit project is om de ondernemer bij te staan in het maken van de juiste keuzes, o.a. over organisch stofbeheer, bemesting, grondbewerking, gewasbescherming, bouwplan en waterhuishouding. Hoe kan het inzicht voor de ondernemer worden vergroot in de handelingsperspectieven rond gebiedsgericht optimaal bodembeheer om landbouw klimaatslim te maken? Het landschap staat daarbij centraal. De regio is het uitgangspunt voor het bodembeheer, de aanwending van lokale grondstofstromen, de optimalisatie van koolstofvastlegging en andere ecosysteemdiensten. Deze insteek biedt kansen voor het ontwikkelen, testen en verbeteren van tools en maatregelen rond duurzaam bodembeheer en voor draagvlak en acceptatie daarvan. Het onderzoek richt zich op het opstellen van adviezen (handelingsperspectief) met een integrale benadering van duurzaam bodembeheer, die leiden tot een klimaatbestendig teeltsysteem dat tegemoet komt aan de ecosysteemdiensten voedselproductie, waterbeheer, biodiversiteit en koolstofvastlegging. De samenwerking met kennisinstellingen en bedrijfsleven leidt tot nieuwe kennis en inzichten in beslissingsondersteunende tools en teeltmaatregelen voor duurzaam bodembeheer, toepassing hiervan in de praktijk en inbedding in het onderwijs.
In het project ’Duurzaam vlees, natuurlijk!’ werken veehouders, keurmerken, regionale en landelijke branche- en ketenorganisaties, consumentenorganisaties en WUR samen met de vier Groene Hogescholen (Aeres, HAS, Inholland, VHL) aan een roadmap voor het meten en communiceren van duurzaamheid in de veehouderij vanuit een integrale benadering. In de verduurzaming van de veehouderij nemen klimaateffecten een belangrijke plaats in met de Carbon Footprint als leidend criterium. Het vastleggen en toerekenen van emissies is lastig en een lage Carbon Footprint staat vaak op spanning met andere duurzaamheidscriteria zoals biodiversiteit en extensief weiden. Er zijn ook andere thema’s van maatschappelijk belang, zoals de relatie burger-boer, dierenwelzijn, landschap, natuur, biodiversiteit en cultuurhistorie. De diverse aspecten van duurzaamheid zijn terug te vinden in de verschillende afzonderlijke keurmerken die ontwikkeld zijn. Dit project heeft tot doel een integraal overzicht te vormen van keurmerken, meetmethoden en duurzaamheidscriteria voor de veehouderij, percepties van consumenten en het inzichtelijk maken van de spanningsvelden daartussen. Vanuit het overzicht wordt een roadmap ontworpen voor doorontwikkeling van bestaande keurmerken t.a.v. criteria, methodologie, allocatie, om aansluiting te vinden bij de behoeften van verschillende doelgroepen, waaronder consumenten en zakelijk afnemers. Daarbij worden alle sectoren binnen de vlees-producerende veehouderij in ogenschouw genomen, waarbij er in het bijzonder aandacht is voor duurzame productie van vlees van rundvee.
Lectoraat, onderdeel van HAS green academy