De coronacrisis heeft de zwakke plekken in onze informatievoorziening pijnlijk blootgelegd: tijdens de crisis nam de verspreiding van nepnieuws enorm toe, en complottheorieën beleven hoogtij dagen. Hoe zorgen we als samenleving voor goed geïnformeerde burgers en hoe kunnen informatieprofessionals daarin een rol spelen?
De gangbare, DSM-gestuurde interpretatie van depressieve stoornis doet de ervaring van mensen die aan deze stoornis lijden geen recht. Er ontbreken drie wezenlijke aspecten aan de DSM-definitie: een verstoorde wereldbetrekking, een verstoorde lijfelijkheid en een verstoorde temporaliteit. De fenomenologische uitleg van depressie die in mijn proefschrift centraal staat, laat deze psychische stoornis niet naar voren treden als extreme somberheid, maar als existentieel isolement. De ‘stemmingsstoornis’ (mood disorder) is zo beschouwd een afstemmingsstoornis: een verstoring van een proces of gebeuren van synchronisatie op een heel elementair, lijfelijk-affectief niveau. Dat het fenomeen depressie momenteel zo wijdverbreid is – de zogeheten depressie-epidemie – kan in verband worden gebracht met de wijze waarop het individu door de laatmoderne ‘neoliberale’ cultuur tot subject wordt gevormd. De hedendaagse subjectpositie is ‘isolistisch’ van aard. Dit staat op gespannen voet met de menselijke grondbehoefte aan elementaire afstemming. Anders gezegd: de laatmoderne subjectificatie van het individu is depressogeen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/bert-van-den-bergh-95476526/
Het onderzoek binnen het lectoraat is gecentreerd rond het thema tijd. De filosofische achtergrond daarvan treft u aan in dit boekje. In de concrete uitwerking van dit thema hebben de kenniskringleden gekozen voor onderwerpen als 'Er is steeds meer geschiedenis. Hoe draag je dat over?', 'Hoe ver vooruit en achteruit moet je kijken om het menselijk handelen te begrijpen?','De verjonging van het ouder wordende lichaam' en 'Hoe het verlangen naar continuïteit te combineren met de in werksituaties vereiste flexibiliteit?'. De voorliggende tekst biedt u een filosofisch kijkje achter de schermen van het lopende onderzoek.
In het ONTOX-project ontwikkelen we een algemene strategie voor het inzetten van kunstmatige intelligentie (AI) om te voorspellen of en in welke mate chemische stoffen giftig zijn voor mensen. Nieuwe voorspellende algoritmes maken gebruik van big data om een betrouwbare inschatting te geven of een bepaalde stof een gevaar vormt voor de gezondheid.
In het ONTOX-project ontwikkelen we een algemene strategie voor het inzetten van kunstmatige intelligentie (AI) om te voorspellen of en in welke mate chemische stoffen giftig zijn voor mensen. Nieuwe voorspellende algoritmes maken gebruik van big data om een betrouwbare inschatting te geven of een bepaalde stof een gevaar vormt voor de gezondheid.Doel De visie van het ONTOX-consortium is om een functionele en betrouwbare oplossing te creëren voor het inschatten van gezondheidseffecten van chemische verbindingen zonder gebruik te maken van proefdieren, in lijn met de principes van toxiciteitsonderzoek in de 21ste eeuw en ‘next generation’ risico-inschatting. Resultaten ONTOX ontwikkelt een algemene strategie om tot innovatieve ‘new approach methodologies’ (NAM) te komen: nieuwe methodes om voorspellingen te doen over de giftigheid van stoffen voor het menselijk organisme bij herhaalde toediening. Daarnaast dient bepaald te worden op welke manier en in welke mate mensen worden blootgesteld aan de stof. Door deze gegevens te combineren, kan een risico-inschatting worden gemaakt van het effect van de stof op de menselijk gezondheid. Deze strategie kan worden toegepast voor alle soorten chemicaliën en elk type toxiciteitseffect. Het ONTOX-project zal ingrijpende effecten hebben op verschillende niveaus. In het bijzonder zal het de leidende positie van Europa verder verstevigen op het gebied van ontwikkeling, exploitatie, regulering en toepassing van proefdiervrije methodes voor het vaststellen van gezondheidseffecten van stoffen. Looptijd 01 mei 2021 - 01 mei 2026 Aanpak De focus ligt op zes specifieke benaderingsmethoden gericht op nadelige effecten in de lever, nieren en het ontwikkelende brein als gevolg van verschillende chemicaliën, waaronder medicijnen, cosmetica, biociden en additieven en ingrediënten van voedsel. Financiering Dit project wordt gefinancierd vanuit het Horizon 2020-programma van de Europese Unie, nummer 963845.