Presentatie van lector Inga Wolframm bij een lezing tijdens de Nieuwjaarsbijeenkomst 2025 'Paardrijden in de Kempen' i.h.k.v. project 'Biodiverse paardenhouderijen'.
MULTIFILE
Steunend Relationeel Handelen (SRH) is een methodiek waarmee je mensen met een bepaalde kwetsbaarheid ondersteunt bij de door hen gewenste kwaliteit van leven. In dit boekje gaat het over mensen met een verstandelijke beperking.
DOCUMENT
Doelgroep Steunend Relationeel Handelen (SRH) is gericht op mensen die psychische en sociale kwetsbaarheid ervaren, in het bijzonder mensen die te maken hebben met ontwrichtende ervaringen, psychische aandoeningen, verslaving of dakloosheid en het daarmee gepaard gaande risico op sociale uitsluiting. SRH kan toegepast worden in de geestelijke gezondheidszorg (ggz), de maatschappelijke opvang (mo), de jeugdzorg, de verstandelijk gehandicaptenzorg (vg) en de ouderenzorg. Doel Het hoofddoel van Steunend Relationeel Handelen (SRH) is het realiseren van persoonlijk en maatschappelijk herstel en daarmee het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen die psychische en sociale kwetsbaarheid ervaren. Aanpak De kern van de aanpak kan worden samengevat in vier werkwoorden: Verbinden, Verstaan, Verzekeren en Versterken. De professional streeft naar het realiseren van een werkzame persoonlijk-professionele relatie (verbinden). Hij vormt een zo goed mogelijk beeld van wat vanuit het perspectief van de ander belangrijk is in relatie tot herstel en het verbeteren van kwaliteit van leven (verstaan). Op basis van deze informatie biedt hij ondersteuning die enerzijds gericht is op de kwetsbaarheid (verzekeren) en anderzijds op het vergroten van mogelijkheden (versterken). SRH is een vorm van relationele, krachtgerichte zorg gericht op versterking van de mogelijkheden van de cliënt en de kwaliteit van de samenleving (netwerken en sociale en fysieke omgevingen). De aanpak bestaat uit de volgende zes stappen. 1. Opbouwen en onderhouden van een ‘werkzame’ relatie. 2. Verzamelen van informatie. 3. Cliënt helpen wensen te formuleren, keuzes te maken en doelen te stellen. 4. Cliënt helpen een Persoonlijk Plan te maken (inclusief Ondersteuningsplan). 5. Plan helpen uitvoeren. 6. Proces volgen; leren van ervaringen, evalueren en bijstellen. De duur van de interventie en de frequentie en intensiteit van de contacten verschillen per persoon en per setting. Hoewel er een zekere volgorde zit in deze activiteiten, zijn het niet allemaal afgebakende stappen. Zo gaat het opbouwen en borgen van een werkzame relatie door gedurende het gehele proces. De handelingen van de professional worden voortdurend afgestemd op wat de cliënt en de situatie vragen. Tegelijkertijd blijft de professional toekomst- en ontwikkelingsgericht werken. Materiaal De methodiek wordt onder andere beschreven in het praktijkboek Werken in Verbinding, geschreven door Dirk den Hollander en Jean Pierre Wilken en in 2020 uitgegeven bij uitgeverij SWP in Amsterdam. Het boek beschrijft de uitgangspunten en de algemene werkwijze van SRH, behandelt stapsgewijs de methodiek en diverse praktische tools die daarbij gebruikt kunnen worden. Onderzoek Er is in de loop van de jaren veel onderzoek verricht naar SRH. Hieruit komt naar voren dat de interventie mensen die kampen met psychische en sociale kwetsbaarheid ondersteunt bij herstel en kwaliteit van leven. De methodiek biedt professionals veel mogelijkheden om hulp- en dienstverlening effectief in te richten.
DOCUMENT
Mensen met autisme redden het vaker niet dan wel op school en op de arbeidsmarkt. Niet kunnen omgaan met stress, bijvoorbeeld door veranderingen in het werk, is de belangrijkste oorzaak. Het zelf kunnen herkennen van stress en nadenken over de oorzaken daarvan is weinig mensen met ASS gegeven, en ook voor mensen in de omgeving (coaches, docenten, collega’s) wordt het vaak pas duidelijk als het te laat is. Vroegtijdige signalering van stress om uitval te voorkomen is derhalve wenselijk. Doel van dit project is het ontwikkelen van een digitale stress duidings- en coachingstool, waarbij zowel het perspectief van begeleiders/coaches als dat van de persoon met autisme zelf wordt ondersteund. Daarbij maken we gebruik van de wetenschappelijk voldoende bewezen technologie van huidweerstand-analyse. Zoals bij alle technologieën die ontwikkeld worden voor stresssignalering geldt ook hier dat menselijke duiding nodig blijft. Centraal in deze aanvraag staan technologische ontwikkelingen die in gang gezet zijn binnen Fontys Hogeschool ICT en Game Solutions Lab om stress-indicatoren te meten en te communiceren, gecombineerd met de domeinkennis van Leo Kanner, Leermakers Zorggroep, de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) en Student+. De innovatie kracht van dit project ligt in de combinatie van menselijke kracht én technologische ondersteuning in lijn met het probleemgebied Enabling Adaptation binnen de Roadmap Design for Change. Deze combinatie maakt het mogelijk om op grond van objectieve data sneller en effectiever stressoren in kaart te brengen en zelfduiding te stimuleren op het juiste moment. Hiermee worden niet alleen actuele risico’s beperkt, maar zal ook voor de lange termijn leiden tot betere zelfkennis en meer zelfregie. Hierdoor kan de doelgroep door juiste aanpassingen wel duurzaam onderwijs volgen of aan het werk blijven.
Steeds vaker lezen we dat de dienstverlening van gemeenten in het publiek sociaal domein niet meer past bij wat inwoners in complexe en kwetsbare positie nodig hebben. Toegangsmedewerkers bij gemeenten lijken klem te zitten tussen twee paradigma’s: die van de uniformerende regels en rechtmatigheidscontroles enerzijds en die van menselijke aandacht anderzijds. Hoe komt de vriendelijkheid en menselijk maat terug in de publieke dienstverlening zodat toegangsmedewerkers gastvrij, toegankelijk, open en toch binnen de rechtmatige kaders kunnen handelen. Hier kan het Hospitality domein en gastvriendelijkheid toegevoegde waarde bieden. Dit PD-project en interdisciplinair onderzoek voor het domein van Leisure, Tourism en Hospitality, richt zich op de interventies die nodig zijn voor dit complexe vraagstuk. De focus gedurende het PD is gericht op plaats, proces en mensen: - Hoe kunnen ontvangstruimten, waar toegangsverleners werken, gastvriendelijke, toegankelijke ruimtes voor inwoners worden? - Aan welke voorwaarden moet de gemeentelijke organisatie voldoen om toegangsverleners in staat te stellen gastvrije dienstverlening te bieden aan inwoners? - En hoe kunnen de houding, taal, (culturele) onderliggende aannames en vaardigheden van de toegangsmedewerkers veranderd worden om hen beter in staat te stellen gastvrij te zijn voor inwoners? Na vijf jaar verwachten we o.a. de volgende resultaten te kunnen laten zien: - Er is een hospitality-locatie gestart in een publieke ruimte waar inwoners gastvrij welkom worden geheten. - Toegangsmedewerkers en hospitality-medewerkers weten hoe ze ontvangstruimtes kunnen transformeren in gastvrije en toegankelijke ruimtes waar inwoners zich welkom voelen. - Hospitality-medewerkers hebben geleerd hoe het publieke sociale domein werkt, krijgen meer begrip voor het complexe werk van toegangsmedewerkers en voor inwoners die in een kwetsbare positie verkeren. - Toegangsmedewerkers hebben geleerd welke houding, taal en vaardigheden ze nodig hebben om gastvrij te handelen. Zij ervaren meer vrijheid om te doen wat nodig is voor inwoners in een kwetsbare positie.
Ondanks alle preventieve maatregelen die deskundigen infectiepreventie toepassen in zorgomgevingen, lopen naar schatting jaarlijks ruim 100000 mensen in Nederland een ziekenhuisinfectie op. Door de omgeving van patiënten te behandelen met antimicrobiële coatings (AMCs) is het mogelijk de aangroei van bacteriën terug te dringen en daarmee mogelijk het aantal ziekenhuisinfecties te reduceren. Het gebrek aan kennis over deze innovaties in de gezondheidszorg, en het ontbreken van praktijkbewijs zorgt ervoor dat deze AMCs nog weinig worden toegepast in zorgomgevingen. Professionals uit de zorg, die de verantwoordelijkheid dragen voor infectiepreventie, zijn dringend op zoek naar instanties die hen kunnen helpen om onafhankelijk onderzoek te doen naar de toepassing van AMCs in hun zorginstelling en zo te weten te komen of dit een aanvullende maatregel kan zijn om ziekenhuisinfecties terug te dringen alsmede de hoge kosten die gepaard gaan met (preventie van) uitbraken van micro-organismen. Door de jarenlange ervaring die Zuyd heeft met onderzoek naar AMCs kwam deze praktijkvraag bij het onderzoeksteam van Zuyd terecht. Zuyderland locaties Geleen en Heerlen, en Vie Curi stellen hun faciliteiten ter beschikking om onderzoek in een living lab situatie mogelijk te maken. In dit project wordt reeds bestaande kennis over AMCs gebruikt en vertaald naar specifieke situaties in de gezondheidszorg. Er wordt onderzocht hoe AMCs geïntroduceerd kunnen worden in de omgeving van patiënten, rekening houdend met wet- en regelgeving. Via pilotexperimenten wordt de effectiviteit en werking van AMCs in patiëntenkamers onderzocht, samen met professionals uit het werkveld. Implementatie van AMCs heeft gevolgen voor het infectiepreventiebeleid en de werkzaamheden van professionals actief in infectiepreventie. De resultaten van dit project zullen worden ingezet in de infectiepreventie van deelnemende ziekenhuizen. Via de in dit project te realiseren beschrijving van Best Practices voor implementatie van AMCs in de zorgomgeving staat de weg open voor een bredere toepassing in de gezondheidszorg.