Sinds enige jaren kennen veel hogescholen een major-minor model. Middels minors kunnen studenten eigen accenten in hun studie aanbrengen. Minors kunnen daarmee worden gezien als een instrument van vraagsturing. Deze paper gaat in op factoren die studenten van belang vinden bij het kiezen van een minor.
DOCUMENT
‘Entrepreneurship for Society’ is a new minor program at Amsterdam UAS, the Netherlands. Using the concept of the ‘Doughnut Economy’ by Kate Raworth as theoretical baseline, focus is on social entrepreneurship (SE). The curriculum is designed to foster transdisciplinary collaboration between students and staff from different backgrounds, as well as with partners from the field of social entrepreneurship such as companies themselves, policy makers and citizen initiatives.Apart from its content, the minor is innovative and experimental in three ways:1. Connecting research and education: linking (development of) questions from the SE field to active involvement of students and teachers in the research Lab;2. Transdisciplinary approach; using a problem-solving approach and collaborating with field partners3. Interdepartmental organisation.The minor will premiere in February 2020. We present our approach and the challenges we see, actively seeking feedback and links to scholars who have grappled with similar issues.Scientific blogs assess a quantitatively different set
MULTIFILE
In dit paper wordt het SOOP-principe, dat mede is vormgegeven door Johan van der Sanden en zijn kenniskring, uiteengezet en wordt uitgelegd hoe dit principe gestalte zal krijgen in de Fontys-minor Innovatief Beroepsonderwijs. Deze vernieuwende minor zal in september 2006 van start gaan bij de lerarenopleidingen VO/BVE van Fontys Hogescholen.
DOCUMENT
Het lectoraat "Leefstijlverandering bij Jongeren" biedt studenten de kans met de problematiek van overgewicht aan de slag te gaan. Daarvoor is een minor Leefstijlcoach ontwikkeld. In dit artikel wordt op de ontwikkeling en de uitvoering van de eerste versie van de minor Leefstijlcoach terug gekeken. In de beschrijving van "Het Proces" valt op dat het lectoraat zoekt naar een plaats tussen de academies, die uiteindelijk de minor zulen moeten overnemen. In "De inhoud" kmt aan de orde hoe doelen van de minor en de inschrijving van de studenten afhankelijk is van de manier waarop medewerkers hun werk opvatten in relatie tot regelingen in de hogeschool. "Bemensing en begroting" is de paragraaf waarin wordt beschreven hoe externe deskundigen door de hogeschool tegemoet worden getreden. De spanning tussen behaalde competenties en het slagen van studenten is het onderwerp van "Resultaten". "Het vervolg" handelt over de ontwikkelingen die de minor in de komende jaren nog zal doormaken. Dit artikel is geschreven met het doel discussie op te roepen over de plaats van lectoraatsminor in de hogeschool en het onderzoeksklimaat dat daarmee samenhangt. Onderstaande vraag is een voorbeeld van een vraag die in "Discussie" wordt gesteld.
DOCUMENT
Dit boek neemt u mee door vijf jaar minoren binnen het Innovatie- & Ondernemerscollege van het lectoraat Ondernemen en Innoveren. De minor Ondernemen & Innoveren is ontwikkeld voor studenten die een eigen onderneming willen opzetten. Studenten kunnen met allerlei ideeën aankomen om de haalbaarheid van hun product of dienst te toetsen. In de afgelopen vijf jaar hebben al ruim 300 studenten de minor afgerond. Dit boek is geschreven voor ondernemers die deel kunnen gaan uitmaken van het businessnetwerk van het Innovatie- & Ondernemerscollege. Dit businessnetwerk bestaat uit ondernemers die gastcolleges geven en/of studenten begeleiden. Daarnaast zal dit boek ook gebruikt worden voor studenten die van plan zijn de minor te gaan volgen. Tot slot zal dit boek gebruikt worden om andere onderwijsinstellingen kennis te laten maken met onze ervaringen met de minor. Ter inleiding krijgt u een introductie op wat de minor voor zowel de stad Den Haag als voor De Haagse Hogeschool van toegevoegde waarde is. Vervolgens krijgt u een kijkje in de keuken, een wat meer gedetailleerde uitleg over de inhoud van de minoren. Daarna worden stapsgewijs, afhankelijk van welke minor het betreft, interviews met betrokken partijen getoond. Tot slot zult u specifieke informatie over de minor aantreffen. Van de huidige stand van zaken van oud-minorstudenten in 'Facts & figures' tot aan een totaaloverzicht van de studenten die deel hebben genomen aan de minor in het 'Smoelenboek'.
DOCUMENT
Bij Fontys Hogescholen zijn met ingang van het lopende studiejaar studenten actief in minoren. Voor de studenten van de lerarenopleidingen is er een aanbevolen minor 'Innovatief beroepsonderwijs'. Uitgangspunt van de minor is de synergie die ontstaat wanneer activiteiten worden ontplooid waarbij Schoolontwikkeling, Opleiding van nieuwe docenten, praktijknabij Onderzoek en Professionalisering van zittende docenten hand in hand gaan (SOOP; zie Van der Sanden, 2004). Studenten werken en denken mee aan innovatieve SOOP-projecten ('innoleren') op scholen voor vmbo en mbo. Bovendien zijn kringen gevormd waarin studenten, docenten en opleiders samen kennis maken rond de thema's die in de projecten aan de orde zijn: A. Competentiegericht leren en opleiden; B. Competentiegericht toetsen; C. Algemene pedagogische aspecten; D. Leerlingen met speciale hulpvragen; E. De loopbaan centraal en F. De school als lerende organisatie. In september is een groep van 38 studenten (PTH; tweedejaars) gestart. De themakringen zijn wat later van start gegaan (november). Uit eerste indrukken van betrokkenen kan worden opgemaakt dat er in deze opzet een nieuwe balans ontstaat tussen betrokken partijen en personen die een positieve bijdrage levert aan de constructie en uitwisseling van praktijkgerichte kennis. Een interessante vraag voor de nabije toekomst is hoe de veelheid van kennis uit de themakringen zijn weg kan vinden naar (andere) scholen en opleidingen.
DOCUMENT
Verslag van een bijeenkomst waarbij de behoefte naar een landelijke minor verpleegkundig leiderschap werd verkend, op 8 april 2016. Doelstelling was het exploreren van ideeën rondom inzicht en draagvlak, inzicht krijgen wie erin wil participeren, en hoe dit te realiseren. Uiteindelijk doel is een landelijke "blended minor" in het curriculum van de bachelor verpleegkunde.
LINK
Verslag van een bijeenkomst waarbij de behoefte naar een landelijke minor verpleegkundig leiderschap werd verkend, op 8 april 2016. Doelstelling was het exploreren van ideeën rondom inzicht en draagvlak, inzicht krijgen wie erin wil participeren, en hoe dit te realiseren. Uiteindelijk doel is een landelijke "blended minor" in het curriculum van de bachelor verpleegkunde.
LINK
Purpose: Elucidating the complex interactions between physical activity (PA), a multidimensional concept, and physical capacity (PC) may reveal ways to improve rehabilitation interventions. This cross-sectional study aimed to explore which PA dimensions are related to PC in people after minor stroke. Materials and methods: Community dwelling individuals >6 months after minor stroke were evaluated with a 10-Meter-Walking-Test (10MWT), Timed-Up & Go, and the Mini Balance Evaluation System Test. The following PA outcomes were measured with an Activ8 accelerometer: counts per minute during walking (CPMwalking; a measure of intensity), number of active bouts (frequency), mean length of active bouts (distribution), and percentage of waking hours in upright positions (duration). Multivariable linear regression models, adjusted for age, sex and BMI, were used to assess the relationships between PC and PA outcomes. Results: Sixty-nine participants [62.2 ± 9.8 years, 61% male, 20 months post onset (IQR 13.0–53.5)] were included in the analysis. CPMwalking was significantly associated to PC in the 10MWT (std. ß ¼ 0.409, p ¼ 0.002), whereas other associations between PA and PC were not significant. Conclusions: The PA dimension intensity of walking is significantly associated with PC, and appears to be an important tool for future interventions in rehabilitation after minor stroke
DOCUMENT
Verslag van een bijeenkomst voor verpleegkundigen en opleiders, georganiseerd door Pieterbas Lalleman en Shaun Cardiff, met als doel in hoeverre er behoefte is aan een landelijke minor Verpleegkundig Leiderschap in de bachelor verpleegkunde.
DOCUMENT
Verslag van een bijeenkomst voor verpleegkundigen en opleiders, georganiseerd door Pieterbas Lalleman en Shaun Cardiff, met als doel in hoeverre er behoefte is aan een landelijke minor Verpleegkundig Leiderschap in de bachelor verpleegkunde.
DOCUMENT
Sinds de invoering in 2002 van de bachelor-master structuur in het Nederlandse hoger onderwijs hebben Nederlandse instellingen voor hoger beroepsonderwijs hun bacheloropleidingen veelal opgedeeld in een major- en een minorgedeelte. De major vormt de hoofdmoot van de bacheloropleiding en wordt door alle studenten van de betreffende opleiding gevolgd. Minors zijn kleinere onderdelen van een bacheloropleiding, waarbij de student een keuze maakt uit een beschikbaar aanbod van minors. Minors bieden studenten de mogelijkheid hun bacheloropleiding vorm te geven op een wijze die aansluit bij hun persoonlijke ambities, interesses en kwaliteiten. Van hogescholen mag worden verwacht dat ze een passend minoraanbod ontwikkelen en dat ze studenten voorlichten over en begeleiden bij hun minorkeuze. Daarbij is het van belang kennis te hebben van beïnvloedingsfactoren van minorkeuze. Uit vooronderzoek blijkt dat nauwelijks iets bekend is waardoor studenten zich bij het maken van een minorkeuze laten beïnvloeden. Dit promotie-onderzoek beoogt een bijdrage te leveren aan het opvullen van deze leemte. Op basis van literatuuronderzoek en veldonderzoeken onder studenten van een zestal hogescholen die deel uitmaken van Fontys Hogescholen is in kaart gebracht door welke factoren studenten zich laten beïnvloeden bij het maken van een minorkeuze.
DOCUMENT