Voortdurende maatschappelijke veranderingen en uitdagingen vragen om samenwerking en een leven lang ontwikkelen. Vaak gebeurt dit in learning communities (innovatieve leerwerkomgevingen) waar organisaties grensoverstijgend samenwerken aan complexe vraagstukken. Bruggenbouwers (brokers) hebben een sleutelpositie in het ontwikkelen van deze learning communities om mensen en organisaties met elkaar te verbinden. Een veelzijdige rol die zich moeilijk laat definiëren. Bovendien voorzien organisaties niet altijd bewust in ondersteuning en ontwikkeling van deze bruggenbouwers. Op basis van een mixed-methodsbenadering voorziet dit onderzoek in de behoefte van een generieke rolbeschrijving met zeven vaardigheden. Hierbij wordt de invloed van kennis, ervaring en persoonskenmerken belicht. Bruggenbouwers werken intersectoraal over grenzen van organisaties heen en ondersteunen betrokken professionals en organisaties in hun samenwerking door politiek bewust en strategisch te handelen. Zij stimuleren kennisdeling en vertalen kennis naar diverse betrokkenen en contexten en onderzoeken daarbij de beroepspraktijk systematisch. Deze rolbeschrijving en de gewenste ondersteuning hierin biedt concrete handvatten om bruggenbouwers beter te selecteren, te waarderen en ook gerichter te investeren in hun professionele ontwikkeling. Deze investering is van cruciaal belang omwille van de katalyserende werking van de rol als bruggenbouwer om het voortdurend leren en ontwikkelen bij organisaties mogelijk te maken
Learning objects are bits of learning content. They may be reused 'as is' (simple reuse) or first be adapted to a learner's particular needs (flexible reuse). Reuse matters because it lowers the development costs of learning objects, flexible reuse matters because it allows one to address learners' needs in an affordable way. Flexible reuse is particularly important in the knowledge economy, where learners not only have very spefic demands but often also need to pay for their own further education. The technical problems to simple and flexible are rapidly being resolved in various learning technology standardisation bodies. This may suggest that a learning object economy, in which learning objects are freely exchanged, updated and adapted, is about to emerge. Such a belief, however, ignores the significant psychological, social and organizational barriers to reuse that still abound. An inventory of these problems is made and possible ways to overcome them are discussed.
Although learning analytics benefit learning, its uptake by higher educational institutions remains low. Adopting learning analytics is a complex undertaking, and higher educational institutions lack insight into how to build organizational capabilities to successfully adopt learning analytics at scale. This paper describes the ex-post evaluation of a capability model for learning analytics via a mixed-method approach. The model intends to help practitioners such as program managers, policymakers, and senior management by providing them a comprehensive overview of necessary capabilities and their operationalization. Qualitative data were collected during pluralistic walk-throughs with 26 participants at five educational institutions and a group discussion with seven learning analytics experts. Quantitative data about the model’s perceived usefulness and ease-of-use was collected via a survey (n = 23). The study’s outcomes show that the model helps practitioners to plan learning analytics adoption at their higher educational institutions. The study also shows the applicability of pluralistic walk-throughs as a method for ex-post evaluation of Design Science Research artefacts.
LINK
Voor cliëntparticipatie in de zorg is volgens de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg gezamenlijke besluitvorming (GB) belangrijk omdat het tegemoet komt aan behoeften van zorggebruikers, bijdraagt aan gezondheidswinst en kostenbesparing. In de geboortezorg ervaren zorgverleners en de cliëntenorganisatie knelpunten in de uitvoering van GB tussen verloskundige zorgverleners en cliënten, die ieder deel uitmaken van hun systeem: cliënten van hun cliëntsysteem (partner, kinderen, ouders, vrienden, sociaal-maatschappelijke omgeving) en zorgverleners van hun interprofessionele verloskundige zorgverlenerssysteem (verloskundigen, verpleegkundigen, gynaecologen, kraamverzorgenden, sociaal-maatschappelijke omgeving). Zorgverleners en cliënten hebben behoefte aan een duidelijke interventie om GB in de dynamiek van de dagelijkse verloskundige praktijk daadwerkelijk toe te passen. De onderzoeksvraag van ons netwerk van zorgverleners, cliënten, onderzoekers en experts in GB is: Welke interventie kunnen we ontwikkelen om GB tussen cliënten en zorgverleners in de geboortezorg te realiseren en hoe bruikbaar en haalbaar is deze interventie in de dagelijkse dynamiek van de geboortezorg? Het doel van dit project is om samen met zorgverleners en cliënten in de geboortezorg een interventie te ontwikkelen en beschikbaar te maken om GB in de individuele zorgverlening te realiseren. De volgende subdoelen zijn voor dit project geformuleerd: - behoefteanalyse van cliënten en zorgverleners ten behoeve van GB in de geboortezorg (programma van eisen voor te ontwikkelen interventie); (WP1) - ontwikkeling van een interventie ten behoeve van GB in de geboortezorg (WP1); - procesonderzoek van deze interventie voor GB in de geboortezorg (WP2); - doorontwikkeling en landelijk draagvlak creëren bij cliënten, werkveld en onderwijs (WP3). De continue samenwerking tussen vertegenwoordigers van cliënten, zorgverleners, onderzoek en onderwijs bij de uitvoering van dit project en de gezamenlijke ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van de interventie bevordert hun gezamenlijke betrokkenheid en leren, en een duurzame inbedding van een haalbare praktische interventie voor GB in de geboortezorg.
De toepassing van simulatie- en game-technologie biedt veelbelovende mogelijkheden voor het ontwikkelen en beoordelen van generieke 21e eeuwse competenties van studenten en medewerkers. Zowel onderwijsinstellingen als HRM-consultancy-bureaus zijn dan ook volop aan het experimenteren met de toepassing van deze technologie voor training en assessmentdoeleinden. De simulatie-games die tot nu toe voor dit doel beschikbaar zijn maken hun belofte echter nog onvoldoende waar. Het achterliggende assessmentmodel is vaak onvoldoende wetenschappelijk gefundeerd en de motiverende werking van de toegepaste game-principes is vaak nog beperkt. Een belangrijke praktijkvraag is daarom: hoe kunnen we simulatiegames ontwikkelen die zowel aan hoge assessment-standaards als aan hoge game-standaards voldoen? Het doel van dit KIEM-project is om een antwoord te geven op deze vraag door op basis van theoretische kennis vanuit verschillende disciplines en praktijkkennis vanuit verschillende werkvelden een praktisch model te ontwikkelen dat kan dienen als basis voor het ontwerp van innovatieve en kwalitatief hoogwaardige assessment games. De resultaten van dit project zullen worden gebruikt voor het ontwikkelen van verschillende innovatieve training- & assessment-producten die zowel in het onderwijs als in het personeelsmanagement kunnen worden toegepast. Het project zal in de periode 1-11-2016 tot 1-11-2017 worden uitgevoerd door een consortium van bedrijven en instellingen die actief zijn op het grensvlak van opleiding & ontwikkeling en serious gaming. Aan deze aanvraag nemen de volgende partijen deel: Onderwijsinstellingen: Friese Poort, NHL Hogeschool; Training- & assessmentbureaus (MKB): Flexibility, Friesland Boeit, De Valck, Cyclu; Multimedia- & game-bureaus (MKB): The Barn, Stark Learning, Syntax Error, Onderzoeksinstellingen: Technische Universiteit Delft, NHL Hogeschool; Uitgeverijen (MKB): Uitgeverij Boom. Dit project maakt deel uit van de voorbereidende activiteiten in het kader van het in Leeuwarden te vestigen SiGa-Lab i.o. en is tevens bedoeld ter voorbereiding van een RAAK-project waarin het model nader zal worden uitgewerkt en toepast.