Prospectief onderzoek onder gezonde nulliparae naar de gevolgen van roken in de zwangerschap voor moeder en kind
DOCUMENT
Dit is het rapport voor onze opdrachtgever Commissie Langdurige Zorg en Ondersteuning van ZonMw, waarin we de eerste versie van de methodiek Cirkelen Rond Je Onderzoek hebben toegelicht. Sinds 2019 hebben we de methode doorontwikkeld. Geïnteresseerd in deze methode om participatief en gelijkwaardig aan een onderzoeksvoorstel te werken? Bekijk deze dan op crjo.nl [https://husite.nl/crjo/]. Daar vind je alle tools en handleidingen, vrij downloadbaar. Hieronder vind je de eerste versie van de methodiek Cirkelen rond je onderzoek. Deze handreiking biedt hulp bij het ontwikkelen van een goede onderzoeksopzet. Hij reikt onderzoekers hulpmiddelen aan om de vele facetten van een onderzoeksopzet te verhelderen: Wat is een goede onderzoeksvraag? Welke onderzoeksaanpak is passend en haalbaar? Wat zijn behulpzame deelvragen? Maar ook: welke partners moet ik betrekken en hoe worden we het eens over de opzet?
MULTIFILE
De maat is vol: jonge mensen spijbelen voor het klimaat. Maar de ecologische crisis is een crisis in ons denken, en daarmee ook een crisis in ons onderwijs. Het aangaan van de grote ecologische en economische uitdagingen is niet geholpen met ‘oud denken’. Ze vragen om mensen die minder atomistisch en meer ecologisch kunnen denken over hoe zaken elkaar beïnvloeden en met elkaar verbonden zijn. Leren kritisch te denken is niet genoeg. Ontwerpgericht leren denken en samen nieuwe kennis construeren, is cruciaal. Velen zien leren als een neurologisch of cognitief informatieverwerkingsproces. Leren is vooral een psychologisch proces waarbij kennis in-ter-actie ontstaat. In de rede wordt deze stelling conceptueel besproken en onderbouwd met semantische, sociale netwerkanalyses van student-interacties. De rede eindigt met handreikingen voor studenten en docenten voor responsief en kennisconstruerend leren.
DOCUMENT
Onze wereld verandert continu en dus veranderen onze beroepen daarin mee. Volgens Ineke van der Meule, directeur Centrum voor Lectoraten en Onderzoek, en Rianne Valkenburg, lector Kennistransfer in Productinnovatie, zou dat dé focus moeten zijn van hbo-onderzoek. "Daarmee is onderzoek van De Haagse Hogeschool niet alleen maatschappelijk relevant voor onze directe omgeving, maar ook voor onszelf en onze toekomst."
DOCUMENT
Boven titel staat vermeld: De symbiose van biologie en technologie. Zowel vanuit het Applied Science onderwijs als vanuit het werkveld kwam er meer vraag om biologische expertise toe te voegen aan het bestaande lectoraat Thin Films & Functional Materials.
DOCUMENT
Dubbel-essay van de Vereniging Hogescholen : een essay van Carola Hageman met de titel 'Wie schrijft die blijft : open access publiceren van praktijkgericht onderzoek' en een essay van Daan Andriessen met de titel 'Werk aan de winkel : uitdagingen voor de volgende 15 jaar praktijkgericht onderzoek in het hbo'
LINK
De wereld verandert: om ons heen zien we langzaam systemen en instituties omvallen. Wat daarvoor in de plaats komt? "Hbo-onderzoek speelt een cruciale rol bij het beantwoorden van die vraag", stellen Ineke van der Meule (directeur Centrum voor Lectoraten en Onderzoek) en Bert Mulder (lector Informatie, Technologie en Samenleving).
DOCUMENT
Het nieuwe Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek eist van bestuurders en leidinggevenden in het hbo meer aandacht voor de kwaliteit van het onderzoek. Zo moeten lectoraten expliciete kwaliteitscriteria hebben. Dat is gezien de diversiteit aan onderzoek geen sinecure. Zijn er criteria beschikbaar die recht doen aan deze diversiteit?
LINK
Er blijkt nauwelijks eenduidigheid te bestaan over de kwaliteitseisen waarmee een onderzoek praktijkgerichtheid en wetenschappelijkheid combineert. Vooral de mate waarin en de wijze waarop vanuit praktijkgericht onderzoek algemeen geldige uitspraken kunnen worden gedaan blijven onduidelijk. De vraag is echter of men van praktijkgericht onderzoek kan verwachten dat de onderzoeksresultaten algemene geldigheid bezitten. Aan de hand van drie Nederlandse publicaties over praktijkgericht onderzoek (Verschuren, 2009, Van der Donk en Van Lanen, 2011 en Andriessen, 2014) brengt de auteur dit dilemma in kaart. De publicaties worden door de auteur kort toegelicht en voorzien van enkele kanttekeningen. Met het artikel wil hij zodoende een bijdrage leveren aan het debat over de positie van praktijkgericht onderzoek.
DOCUMENT
Innovatie is een complex proces waarin kennis een essentiële rol speelt. Om te kunnen innoveren moeten bedrijven en organisaties ‘business’-kennis ontwikkelen die het ‘potentieel handelen’ van het bedrijf of de organisatie in de innovatie ondersteunt. Prescriptieve kennis, mits methodisch opgebouwd, draagt daarin op twee manieren bij: in de eerste plaats met uitgewerkte, gedocumenteerde en geteste methoden om problemen aan te pakken en op te lossen; in de tweede plaats met nieuwe kennis over wat in de praktijk wel en niet werkt. In traditioneel innovatiebeleid wordt vaak een lineair innovatiemodel gebruikt waarin eerst fundamenteel onderzoek wordt verricht door wetenschappers, waarna de ontwikkelde kennis in bedrijfsleven en organisaties wordt toegepast in toegepast onderzoek. Dit lineaire model kent een aantal knelpunten. Verder hebben de begrippen fundamenteel en toegepast onderzoek weinig onderscheidend vermogen. Een vruchtbaarder onderscheid is dat tussen: formele wetenschappen, (filosofie, wiskunde, etc.), verklarende wetenschappen (natuurwetenschappen, sociologie, etc.) en ontwerpwetenschappen (ingenieurs wetenschappen, medische wetenschap, etc.). Ontwerpgericht onderzoek, als weldoordachte manier van handelen om kennis te verwerven, kan mogelijk voorzien in de toenemende behoefte aan oplossingen voor praktische, complexe, contextuele problemen. Professionals dragen in de praktijk bij aan de oplossing van unieke, real-life problemen in het veld met een repertoire van ontwerpkennis geldend voor klassen van gevallen. De ontwerpkennis moet dus steeds vertaald worden naar een unieke en specifieke casus. De veranderingen om ons heen geven aanleiding tot een maatschappelijke behoefte aan innovatie van het hoger onderwijs. Met name de hogescholen moeten zich meer gaan bezig houden met kennisontwikkeling door onderzoek en toepassing als “regionaal kenniscentrum, als kennispoort voor het regionale bedrijfsleven en ‘not for profit’ organisaties”. Lectoren en kenniskringen hebben daarbij tot doel te komen tot verbetering van de externe oriëntatie, curriculum¬vernieuwing, professionalisering van docenten en versterking van kenniscirculatie en kennisontwikkeling binnen hbo-instellingen. Het HBO is van huis uit gericht op de praktijk. Met de komst van de lectoren in het HBO ontstaat nieuw onderzoekspotentieel. Ontwerpgericht onderzoek past precies bij het praktische karakter van het HBO en voegt daar het reflectieve van academisch onderzoek aan toe. Door op deze manier praktisch relevant onderzoek te doen van wetenschappelijke kwaliteit kan het HBO helpen de kennisparadox te doorbreken.
DOCUMENT