Non-verbale, ervaringsgerichte behandelinterventies zoals vaktherapie zijn een belangrijk onderdeel van het behandelaanbod voor mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB) binnen de gespecialiseerde ggz-instellingen. In de praktijk valt op dat mensen met LVB en bijkomende problematiek binnen hun eigen leefomgeving nauwelijks een beroep kunnen doen op vaktherapie. En dat terwijl we in de zorg een verplaatsing zien van wonen in een instelling naar het blijven wonen in de wijk. Vaktherapeuten vragen zich af hoe ze mee kunnen bewegen in deze ontwikkelingen en hun aanbod meer in de leefomgeving van mensen met LVB kunnen laten plaatsvinden. Als antwoord op deze vraag is in het onderzoek ‘(Be)leef in de wijk’ een kader voor samenwerking ontwikkeld en geëvalueerd.
Het doel van deze handreiking is om logopedisten te ondersteunen bij het Samen Gamen, het toepassen van tabletgames in taaltherapie met jonge kinderen. We geven aanbevelingen over hoe je tabletgames op een juiste manier kunt inzetten om de communicatie en interactie tijdens het Samen Gamen te optimaliseren. Om tot deze aanbevelingen te komen is binnen het project DigiTaal onderzoek gedaan naar de verschillen in de interactie en communicatie tussen kind en logopedist tijdens taaltherapie met tabletgames en tijdens taaltherapie met traditioneel materiaal. Daarnaast hebben logopedisten onder begeleiding van een video-interactiebegeleider aan de hand van gemaakte videobeelden positieve interactiemomenten tijdens gamen geïdentificeerd en besproken. De logopedisten hebben geleerd om deze interactiemomenten vervolgens zelf te herkennen en uit te bouwen, waardoor hun expertise over Samen Gamen is vergroot. De opbrengst aan best practices hebben wij vertaald naar aanbevelingen voor logopedisten.
Hoewel mediation in opkomst is en steeds meer gemeengoed wordt, weten ook heel veel mensen niet precies wat mediation inhoudt. Voor deze mensen is dit boek geschreven. Het boek is een praktische wegwijzer voor iedereen die iets over mediation wil weten. Op zeer beknopte en overzichtelijke wijze wordt het mediationproces, de spelregels en de vaardigheden en technieken die bij mediation van toepassing zijn, beschreven. Het boek is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 1 wordt de vraag wat is mediation aan de orde gesteld en beantwoord. De conflicthanteringsmethode mediation wordt bekeken naast andere oplossingsmethoden. Het begrip mediaton wordt gedefinieerd en de voor- en nadelen van mediation komen aan de orde. In hoofdstuk 2 is er aandacht voor het mediationproces. De mediationovereenkomst, de verschillende fasen in het mediationproces en de vaststellingsovereenkomst worden beschreven. In hoofdstuk 3 wordt er aandacht besteed aan het fenomeen communicatie. Communicatie is op drie manieren met mediation verbonden. Miscommunicatie vormt vrijwel altijd de aanleiding tot het conflict. Het conflict drukt zich uit in de communicatie tussen de betrokken partijen en communicatie is het middel bij uitstek dat wordt ingezet om de conflicten op te lossen. In hoofdstuk 4 worden de mediationvaardigheden en - technieken: luisteren, vragen stellen, herformuleren, spiegelen, samenvatten, metacommunicatie, schillen en vooruitzien nader uitgewerkt. Hoofdstuk 5 beschrijft de toepassingen van de vragen in de verschillende fasen van het mediationproces en hoofdstuk 6 biedt een overzicht van enkele valkuilen voor de mediator. Hoofdstuk 7 beschrijft informatie over het Nederlands Mediation Instituut (NMI).
In Nederland wonen 80.000 mensen met dementie in zorginstellingen. Om goede zorg te kunnen verlenen is goede communicatie tussen de zorgverlener en de zorgontvanger noodzakelijk. Communicatie tussen een persoon met dementie en zorgprofessionals is lastig. Bij dementie zijn vaak zowel het spreken als begrijpen van taal beperkt (Ripich 1994) door problemen in het geheugen en woordvindingsproblemen. Het niet meer kunnen uiten van behoeftes en wensen via spreken, wordt door mensen met een dementie dikwijls (onbewust) gecompenseerd met non-verbale, gedragsmatige manieren van communiceren, bijvoorbeeld door zich terug te trekken, of juist opstandig te worden. Zorgprofessionals rapporteren dat zij moeite hebben om te achterhalen wat er precies in het hoofd omgaat wanneer mensen met dementie ‘onbegrepen gedrag’ vertonen en welke technieken zorgprofessionals kunnen inzetten om de communicatie open te houden (Groot 2019). In Nederland zijn verschillende interventies ontwikkeld om de communicatie tussen zorgprofessionals en mensen met dementie te verbeteren. Deze blijken de praktijk echter nauwelijks te bereiken, of de doorwerking te missen die nodig is. Opvallend is dat er nauwelijks interprofessionele samenwerking is tussen de logopedisten, experts op het gebied van taal(problemen) en communicatie, en verzorgenden of verpleegkundigen. Een combinatie van expertise op het gebied van dementie, neurologische taalstoornissen en implementatie van interventies is noodzakelijk om de communicatie en daarmee optimale, persoonsgerichte zorg voor mensen met dementie te verbeteren. Het consortium bundelt expertise op het gebied van dementie, neurologische taalproblemen en implementatie. Binnen een zorginstelling worden belemmerende en faciliterende factoren geïdentificeerd om optimale communicatie met mensen met dementie te bewerkstelligen op alle niveaus in de organisatie. Dit leidt enerzijds tot een concreet advies aan de betrokken instelling over het optimaliseren van de communicatie tussen zorgprofessionals en mensen met dementie in de veronderstelling dat onbegrepen gedrag zal verminderen. Anderzijds geeft deze analyse input voor een gezamenlijk te formuleren RAAK-Publiek project.
Bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) komt de taalontwikkeling niet goed op gang. Dit kan gevolgen hebben voor de communicatie in het dagelijks leven. Kinderen verschillen in de mate waarin ze communicatief redzaam zijn.Doel Het doel van dit onderzoek is het beschrijven van de impact van taalproblemen en het bevorderen van functioneringsgerichte diagnostiek en behandeling van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). We onderzoeken welke omgevings- en persoonlijke factoren van invloed zijn op de communicatieve redzaamheid van jonge kinderen met TOS. Daarnaast onderzoeken we de klinimetrische eigenschappen van FOCUS-34-NL. Dit is een oudervragenlijst waarmee de logopedist de impact van de TOS op het dagelijks leven van jonge kinderen kan meten (Thomas-Stonell, Oddson, Robertson, Walker & Rosenbaum, 2012). Resultaten Onderzoeksproject ENGAGE In het praktijkgerichte onderzoeksproject ENGAGE ontwikkelden we met ouders van kinderen met TOS en professionals uit verschillende disciplines een definitie van het begrip ‘communicatieve redzaamheid’. De definitie luidt: “Communicatieve redzaamheid is het begrijpen en begrepen worden in een sociale context door het inzetten van verbale en/of non-verbale communicatieve vaardigheden.”Gesprekstool ENGAGE Samen met logopedisten en ouders van een kind met TOS ontwikkelden we de gesprekstool ENGAGE. Hiermee kan de logopedist het perspectief van (de ouders van) het kind een centrale plaats in de behandeling geven en goed inspelen op de hulpvraag.TO-ENGAGE Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 mei 2018 - 30 april 2022 Aanpak Beïnvloeding communicatieve redzaamheid We onderzoeken welke factoren invloed hebben op de communicatieve redzaamheid van jonge kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Tijdens workshops met logopedisten toetsen we de resultaten op bruikbaarheid. We willen kunnen verklaren hoe de ontwikkeling van de communicatieve redzaamheid van jonge kinderen met TOS verloopt. Workshop HU Logopediesymposium 22-03-2019, inclusief resultaten. Onderzoek oudervragenlijst Daarnaast onderzoeken we de inhoudsvaliditeit, structurele validiteit, constructvaliditeit, betrouwbaarheid en interpreteerbaarheid van FOCUS-34-NL; een oudervragenlijst waarmee de logopedist de invloed van de taalontwikkelingsstoornis op het dagelijks leven van jonge kinderen kan meten. In TO-ENGAGE ontwikkelen we kennis over hoe TOS ingrijpt op het dagelijks functioneren van jonge kinderen met TOS. Deze kennis kan worden toegepast bij het ontwikkelen van effectieve interventies. Daarnaast ontwikkelen we instrumenten die het perspectief van ouders een centrale plaats in de behandeling geven en die logopedisten ondersteunen bij het bevorderen van de participatie van jonge kinderen met TOS.
Beeldbellen wordt in de zorg met gemengde gevoelens gebruikt in de mentale gezondheidszorg. Het biedt kansen om de zorg efficiënter in te richten, maar zorgprofessionals zitten niet om de technologie te springen. Non-verbale communicatie is bijvoorbeeld sterk beperkt. Emotie-detectie kan hierin een compenserende rol spelen. Literatuur onderzoek en zorgprofessionals geven aan dat (1) adequate inschatting van emoties helpen in het opbouwen van een emotionele verbinding met de gesprekspartner, (2) stress-detectie helpt om effectiever te kunnen behandelen en (3) specifieke expressie indicatoren (een frons, gespannen lippen) kunnen helpen om een tijdelijke slechte verbinding geïnformeerd te overbruggen. De meest gebruikte sensor voor betrouwbare stress-herkenning is huidgeleiding. In de context van beeldbellen kan het dragen van sensoren aan het lichaam drempelverhogend werken. Voor een behandeling zijn technische storingen afleidend en vaak lastig te verhelpen op afstand. Hier ligt een kans voor emotie-detectie uit gelaats- en stem analyse. Beide technologieën apart lijken onvoldoende informatief. In dit onderzoek willen we onderzoeken of een integrale analyse met beide technologieën meer betrouwbaarheid en aanvullende, bruikbare informatie oplevert voor een online behandelsessie. De informatie uit een emotie-analyse zal ook de behandelpraktijk beïnvloeden. Er zal een programma voor de implementatie van emotieherkenning in de behandelpraktijk moeten worden ontwikkeld. Het programma gaat in op aspecten als de gewenste functionaliteit, de geschikte behandelcontexten en problematieken, benodigde aanpassing van behandelprotocollen en randvoorwaarden voor gebruik. In dit onderzoek willen we een prototype bouwen voor een beeldbel applicatie die gebruik maakt van de gelaats-analyse van Noldus BV, inclusief hartslag, en de stem-analyse van Vokaturi BV. Het prototype dient om een technische verkenning te doen naar de mogelijkheden, beperkingen en eisen aan een integrale analyse van beide technologieën. Met het prototype kan ook een programma voor implementatie worden ontwikkeld, behandelaren kunnen ermee ervaren hoe en reflecteren op een toekomstige online behandelpraktijk.