Met deze notitie wil het Netwerk Lectoren Lerarenopleidingen bijdragen aan de discussie over de focus en vormgeving van onderzoek binnen en vanuit delerarenopleidingen, naar aanleiding van de strategische agenda van deVereniging Hogescholen rond de lerarenopleidingen. De auteurs hopen met deze notitie opleiders, onderzoekers, leidinggevenden, bestuurders en beleidsmakers te prikkelen en te inspireren om werk te maken van onderzoek met impact voor opleiders, scholen, leraren, en uiteindelijk voor leerlingen. Als lectoren die intensief betrokken zijn bij de lerarenopleidingen en bij het praktijkgerichte onderzoek dat daarbinnen plaatsvindt, hebben ze de ambitie om het praktijkgericht onderzoek sterker te laten bijdragen aan het ontwikkelen van die gevalideerde kennis. In deze notitie wordt beschreven hoe de kerntaak van lerarenopleidingen ten aanzien van praktijkgericht onderzoek opgevat kan worden. Dit wordt geïllustreerd dit met concrete voorbeelden en met ontwerpcriteria voor Centres of Expertise in de educatieve sector.
MULTIFILE
How can physics education be designed and enacted in such a way that it is in agreement with the Nature of Science (NOS) and fosters conceptual understanding in electricity? The results of the studies may have implications for practice. Teachers and teacher educators need to develop a balanced perspective on conceptual understanding in relation to inquiry and take into account the tensions that were identified. For the topic of electricity, teachers may learn from the local instruction theory and pedagogy developed in this dissertation. Both teacher education institutes and professionalization efforts need to prepare teachers for this type of instruction. This will be fostered if teachers and teacher educators develop an understanding of NOS. A noticeable classroom impact of teacher learning may be expected if teachers work cooperatively on the same issue, related to a concern about student learning, if expertise is available on the content and pedagogy, and if classroom coaching and feedback are part of the project. The criteria to evaluate textbooks may be helpful for authors of learning materials if they intend to foster model-oriented activities and inquiry, but also for practitioners for the selection of these materials and in teacher education to prepare for a systematic evaluation of learning materials for physics.
LINK
Kennisnetwerken in het Nederlandse onderwijsveld zijn door formalisering en schaalvergroting aan een nieuwe fase begonnen. In dit project wordt kennis over de effectiviteit van deze formele netwerken hertaald naar de huidige situatie.Doel Kennisnetwerken in het Nederlandse onderwijsveld richten zich op de ontwikkeling van onderwijsprofessionals en -organisaties. Het zijn geneste systemen met een collectieve verantwoordelijkheid voor organisatie-overstijgende onderwijsvraagstukken. Dit onderzoek brengt voor 12 regionale kennisnetwerken in kaart hoe zij als complex systeem functioneren, wat de opbrengsten zijn en onder welke omstandigheden die zich voordoen. Doel is ontwerprichtlijnen voor optimale, duurzame processen van kennisontwikkeling, -deling en -benutting in regionale kennisnetwerken te formuleren. Het gaat hier om netwerken waarin scholen, kennisinstellingen en bedrijven plaatsnemen en samenwerken aan bijv. een duurzame onderzoekscultuur. Resultaten ontwerprichtlijnen voor optimale, duurzame processen van kennisontwikkeling, -deling en -benutting in regionale kennisnetwerken jaarlijkse reflectiesessies voor de kennisnetwerken leidraden voor de kennisnetwerken en de gehele onderwijspraktijk wetenschappelijke artikelen en bijdragen aan congressen Looptijd 01 juli 2023 - 31 december 2027 Aanpak We zetten verschillende elkaar aanvullende kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden in zoals sociaal netwerk vragenlijsten, (groeps-)interviews en document/productanalyses ten behoeve van within-case en cross-case analyses. Vanuit lectoraat Werken in Onderwijs voegen wij o.a. expertise toe over sociaal netwerk analyse.
De schoolleider heeft na de leraar een grote, zij het indirecte, impact op het realiseren van goed onderwijs voor alle leerlingen, als de schoolleider zich richt op de ontwikkeling van de school als lerende organisatie (Grissom et al., 2021; Koeslag-Kreunen, 2021; Leithwood et al., 2020; Kools, 2020). Traditioneel betrof het beroep van schoolleider een hiërarchische functie die vooral individuen aanstuurt. In een lerende onderwijsorganisatie staat het bevorderen van gespreid leiderschap, een onderzoekscultuur en collectief leren van leraren centraal. Dat is voor veel schoolleiders een complexe verandering (De Jong, 2022; Ros, 2021; Van Wessum et al., 2022). Van schoolleiders wordt gevraagd het evidence-informed samenwerken in teams aan kwaliteitsverbetering en het samenwerken met partners te stimuleren en faciliteren, gebaseerd op een duidelijke visie en collectieve ambitie (Kools, 2020). Daarbij schept de schoolleider voorwaarden zodat ook leraren leiding kunnen nemen, op basis van hun expertise (Snoek et al., 2019). De rol van de schoolleider in het hedendaagse onderwijs is dus niet eenvoudig, de complexiteit van hun rol is enorm toegenomen. De Onderwijsraad (2018) geeft aan dat een kwaliteitsimpuls nodig is voor schoolleiders in Nederland. In ons lectorenplatform bundelen onderzoekers op het gebied van leiderschap in het onderwijs hun krachten samen met de landelijke beroepsorganisatie van schoolleiders (AVS) en de organisaties van hun werkgevers (PO-Raad, VO-raad en MBO Raad) om deze kwaliteitsimpuls te realiseren. Ons Lectorenplatform wil tweeledig bijdragen aan deze kwaliteitsimpuls: 1) door kennis te ontwikkelen over de rol van de schoolleiders en hoe schoolleiders hun veranderende, complexe rol goed kunnen vervullen en hoe ook leraren leiding kunnen laten nemen; 2) door de ontwikkelde kennis toegankelijk en context specifiek te maken voor schoolleiders en toepassing te bevorderen. De te ontwikkelen inzichten, handvatten en tools zijn daarom zowel bedoeld voor schoolleiders zelf als voor hun leidinggevenden (besturen) en leiderschapsopleidingen.
Door de corona-maatregelen lopen 1. de afronding van het lectoraat Narratieve Professionele Identiteit (juni 2021) en 2. de ontwikkeling van onderzoeksscholen binnen partnerschappen van Hogeschool KPZ, vertraging op. Beide projecten dragen bij aan de versterking van de kennisinfrastructuur van praktijkgericht onderzoek. 1. Afronding lectoraat. Extra onderzoekscapaciteit is nodig om de verzamelde data te analyseren en nieuwe data in 2020 te verzamelen en te analyseren gericht op het longitudinale onderzoek. Aangezien het wellicht niet mogelijk is om een grote afrondende conferentie te organiseren, wordt een uitgebreide conferentiebundel gemaakt, die open access beschikbaar komt op de digitale infrastructuur van Hogeschool KPZ. De lectoraatskennis over de fasering van de professionele identiteit van aankomende leraren en de begeleiding daarvan door lerarenopleiders met een doorwerking naar de curricula in de opleidingen komt breed beschikbaar. Zo krijgen de partnerschappen in de regio en binnen Radianthandvatten om (aanstaande) leraren op te leiden en in de praktijk te professionaliseren tot onderwijsprofessionals met een sterke professionele identiteit. 2. Ontwikkeling onderzoeksscholen. Hogeschool KPZ werkt aan de transitie van academische opleidingsscholen en opleidingsscholen naar onderzoeksscholen. De invoering van dit nieuwe concept van onderzoeksschool vraagt extra capaciteit in de vorm van een projectleider die met de partnerschappen Samen Opleiden & Professionaliseren het concept verder uitwerkt op minimaal vijf regionale scholen, de onderzoekscultuur in beeld brengt, samen met de scholen onderzoekt welke professionalisering op het gebied van evidence-informed werken wenselijk is en verkent wat de toegevoegde waarde van een onderzoeksschool is. Daarnaast wordt binnen de scholen van de partnerschappen een professionele leergemeenschap van gecertificeerde onderzoekscoördinatoren opgericht, in de vorm van een kenniskring werkveld onderzoek. Hierin worden kennisproducten ontwikkeld op het gebied van praktijkgericht ontwerponderzoek voor onderzoeksscholen. De onderzoeksscholen maken deel uit van een stevige kennisinfrastructuur in de regio, waarin evidence-informed kennisproducten ontwikkeld worden, met doorwerking naar andere (partner)opleidingsscholen.