In de afgelopen jaren is de belangstelling voor gebruik van open leermaterialen en open online cursussen sterk gegroeid. Met name de Massive Open Online Courses (MOOC’s) hebben deze belangstelling aangewakkerd. Medio 2015 heeft minister Bussemaker in haar strategische agenda “HO2025, de waarde(n) van weten” als ambities uitgesproken dat in 2025 alle docenten in het hoger onderwijs hun leermaterialen delen en dat instellingen elkaars MOOC’s gaan erkennen. Om deze ambities realiteit te maken zal nog veel werk verricht moeten worden, zowel door instellingen als door de overheid en instellingsoverstijgende organisaties als SURF. Om beter te kunnen bepalen welke activiteiten daarvoor moeten worden gestart is een beeld van de huidige stand van zaken rondom publiceren en gebruik van zowel Open Educational Resources (OER) als MOOC’s nuttig. Deze survey is bedoeld om inzicht krijgen in de stand van zaken rond gebruik en hergebruik van Open Educational Resources en MOOC´s bij bekostigde hogeronderwijsinstellingen in Nederland.
Deze uitgave is een eerste verkenning van de mogelijkheden om learning analytics in te zetten bij open en online onderwijs en de Grand Challenges die daarbij spelen. Vijf experts uit de special interest groups Open Education en Learning Analytics identificeerden daartoe de uitdagingen in één van beide gebieden. Per uitdaging is een literatuurstudie uitgevoerd en is onderzocht welke concrete vragen er bestaan, welke nationale en internationale voorbeelden er zijn en welke punten nader onderzoek verdienen.
De Nederlandse ruimtelijke planningstraditie van de 20ste eeuw is internationaal bekend vanwege haar grootschalige, projectmatige en integrale aanpak. Daarin spelen de overheid, grote marktpartijen en het maatschappelijk middenveld een belangrijke rol (Van der Cammen en de Klerk, 2012). In de afgelopen tien jaar is ook een meer geleidelijke en zoekende vorm van stedelijke ontwikkeling ontstaan. Ruimtelijke planning krijgt daar een meer ‘open’ karakter, zowel in eindbeeld als in toegang voor andere spelers. Daardoor kunnen kleinschaligere partijen en burgers meedoen aan het proces en de productie van stedelijke ruimte.In Building and Dwelling plaatst socioloog Richard Sennett de ‘gesloten stad’ tegenover de ‘open stad’. De ‘gesloten stad’ is van bovenaf bedacht en ontworpen door technocraten. Bij de ‘open stad’ is meer ruimte voor experiment en wordt beter meebewogen met de dynamiek en complexiteit van de stad en haar bewoners. Die ontwikkeling van de ‘open stad’ past bij de focus van het langjarige NWO-Verdus onderzoeksproject R-LINK. Hierin analyseren we vanuit verschillende invalshoeken hoe kleinschalige bottom-upinitiatieven in gebiedsontwikkeling kunnen bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.In dit magazine verkennen we hoe deze open, meer vraaggerichte en incrementele benadering van stedelijke planning werkt in de praktijk, inclusief de uitdagingen en dilemma’s. Zo komen we tot lessen voor wie zelf wilwerken aan een meer open stad.
Het RAAK-MKB project "(G)een Moer Aan" heeft zich gericht op het ontwerpen van een veilige en effectieve ondersteuning van een cobot in een productieomgeving. De focus is hierbij gelegd op productiehandelingen die in veel sectoren voorkomen en die relatief veel arbeidstijd kosten, zoals het indraaien van moeren en bouten in een object. Binnen het project is veel kennis opgedaan dit heeft geresulteerd in gripperontwerpen die in staat zijn een bout in een flens te draaien. Daarnaast is kennis gegeneerd van vision technieken om gaten e.d. te detecteren, en het meenemen van (beleefde) veiligheid in het ontwerp van een cobot systeem. Deze nieuw opgedane kennis is erg bruikbaar voor zowel de beroepspraktijk als voor de studenten in het onderwijs. Dat maakt het relevant voor (her)gebruik middels het nieuwe open-acces e-learning platform van Fontys: Open Learning Labs. Door trainingsmateriaal te ontwikkelen dat betrekking heeft op onder andere het aspect veilig ontwerpen, worden toekomstige engineers (de studenten) en zittend personeel bij bedrijven bekend met nieuwe technieken die toepasbaar zijn in diverse sectoren waar met robots gewerkt wordt. Het doel van deze Top-up aanvraag is tweeledig: 1) Het vergroten van de zichtbaarheid van de resultaten uit het initiële RAAK-project, zowel richting onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. 2) Het realiseren van trainingsmateriaal t.b.v. het rekening houden met en veilig ontwerpen van cobotsystemen. Door o.a. kennis aan te dragen omtrent het doen van een correcte risico analyse van het proces. Dit zal bij toekenning stapsgewijs uitgevoerd worden: 1. Definiëren inhoud lesmodules en bijbehorende didactische werkvormen 2. Realisatie PR- & instructievideo's en onderwijsopdrachten 3. Realisatie E-learning lesmodule Dit alles gekoppeld aan het open-acces e-learning platform Open Learning Labs van Fontys.
Het RAAK-MKB project Aerobic heeft zich gericht op modulaire robotica (grippers, handling en vision systemen) en specifiek binpicking. Binnen dit project is veel kennis opgedaan die heeft geresulteerd in diverse fysieke demonstrators (robotopstellingen t.b.v. binpicking). Deze nieuw opgedane kennis is erg bruikbaar voor zowel de beroepspraktijk als studenten. Daarnaast is deze kennis praktisch gemaakt en laagdrempelig toepasbaar. Dat maakt het relevant voor (her)gebruik middels het nieuwe open-acces e-learning platform van Fontys: Open Learning Labs. Door trainingsmateriaal te ontwikkelen dat betrekking heeft op onder andere het aspect “binpicking” met behulp van robots, worden toekomstige engineers (onze studenten) en zittend personeel bij bedrijven bekend met nieuwe technieken die toepasbaar zijn in diverse sectoren waar met robots gewerkt wordt. Het doel van deze Top-up aanvraag is tweeledig: 1) het vergroten van de zichtbaarheid van de resultaten uit het initiële RAAK-project, zowel richting onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. 2) het realiseren van trainingsmateriaal t.b.v. het praktisch toepassen van kennis die betrekking heeft op de gerealiseerde binpicking-demonstrator binnen het RAAK project. Dit zal bij toekenning stapsgewijs uitgevoerd worden: 1. Definiëren inhoud lesmodule en bijbehorende didactische werkvormen 2. Realisatie PR- & instructievideo's en onderwijsopdrachten 3. Realisatie E-learning lesmodule Dit alles gekoppeld aan het open-acces e-learning platform Open Learning Labs van Fontys.
Artificial Intelligence (AI) wordt realiteit. Slimme ICT-producten die diensten op maat leveren accelereren de digitalisering van de maatschappij. De grote innovaties van de komende jaren –zelfrijdende auto’s, spraakgestuurde virtuele assistenten, autodiagnose systemen, robots die autonoom complexe taken uitvoeren – zijn datagedreven en hebben een AI-component. Dit gaat de rol van professionals in alle domeinen, gezondheidzorg, bouwsector, financiële dienstverlening, maakindustrie, journalistiek, rechtspraak, etc., raken. ICT is niet meer volgend en ondersteunend (een ‘enabling’ technologie), maar de motor die de transformatie van de samenleving in gang zet. Grote bedrijven, overheidsinstanties, het MKB, en de vele startups in de Brainport regio zijn innovatieve datagedreven scenario’s volop aan het verkennen. Dit wordt nog eens versterkt door de democratisering van AI; machine learning en deep learning algoritmes zijn beschikbaar zowel in open source software als in Cloud oplossingen en zijn daarmee toegankelijk voor iedereen. Data science wordt ‘applied’ en verschuift van een PhD specialisme naar een HBO-vaardigheid. Het stadium waarin veel bedrijven nu verkeren is te omschrijven als: “Help, mijn AI-pilot is succesvol. Wat nu?” Deze aanvraag richt zich op het succesvol implementeren van AI binnen de context van softwareontwikkeling. De onderzoeksvraag van dit voorstel is: “Hoe kunnen we state-of-the-art data science methoden en technieken waardevol en verantwoord toepassen ten behoeve van deze slimme lerende ICT-producten?” De postdoc gaat fungeren als een linking pin tussen alle onderzoeksprojecten en opdrachten waarbij studenten ICT-producten met AI (machine learning, deep learning) ontwikkelen voor opdrachtgevers uit de praktijk. Door mee te kijken en mee te denken met de studenten kan de postdoc overzicht en inzicht creëren over alle cases heen. Als er overzicht is kan er daarna ook gestuurd worden op de uit te voeren cases om verschillende deelaspecten samen met de studenten te onderzoeken. Deliverables zijn rapporten, guidelines en frameworks voor praktijk en onderwijs, peer-reviewed artikelen en kennisdelingsevents.