Wageningen ligt in een Nederlands fiets- en waterlandschap. In warme zomers zijn de strandjes aan de Nederrijn een geliefde plek waar veel mensen naartoe trekken om te zwemmen en te recreëren. Zwemmen wordt gedoogd, maar is niet zonder gevaar. Veel vluchtelingen kunnen niet of slecht zwemmen en onderschatten het risico van zwemmen in de rivier. Het project WoW! Wageningen richtte zich op veilig en inclusief sporten en bewegen in de openbare ruimte. We wilden achterhalen hoe het COA kan voorkomen dat vluchtelingen zichzelf in gevaar brengen of soms zelfs verdrinken. Dat leverde deze informatiefolder op, waarmee COA-medewerkers (of vrijwilligers) op een zeer laagdrempelige manier toegang krijgen tot alle verschillende voorlichtingsmaterialen en -mogelijkheden.
DOCUMENT
De kernwaarden van het openbaar onderwijs worden door velen gezien als onvoldoende om richting te geven aan waardevol openbaar onderwijs. In opdracht van Zaan Primair, de stichting voor openbaar onderwijs in de Zaanstreek, is onderzocht of op basis van democratie als complex waardenbegrip de identiteit van de openbare school vorm kan worden gegeven. De openbare school is de school van de samenleving en die samenleving is gefundeerd op democratische waarden als vrijheid, gelijkheid, dialoog, diversiteit en participatie. Dit onderzoek laat zien dat ook scholen vanuit deze waarden hun identiteit kunnen ontwikkelen en zo een democratische gemeenschap kunnen vormen. In het onderzoek is een conceptueel kader hiervoor ontwikkeld. Tevens is op basis van het model van waarderend onderzoek een implementatietraject ontwikkeld, waarmee scholen dit in de praktijk kunnen toepassen. Het conceptueel kader is door de landelijke besturenorganisatie van het openbaar overgenomen als voorstel om daarmee ook landelijk de kernwaarden van het openbaar onderwijs te funderen op de waarden van de democratische samenleving.
DOCUMENT
Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan dit artikel onderzoekt hoe de overheid markten reguleert voor (financiële) producten en diensten teneinde falen van de markt te voorkomen. Het behandelt specifiek EU Richtlijn 2014/57/EU betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik en de implementatie daarvan in Nederland en opvolgend gebruik door het Openbaar Ministerie en Autoriteit Financiële Markten en hun Convenant ter voorkoming van ongeoorloofde samenloop van bestuurlijke en strafrechtelijke sancties. Het beantwoord de vraag of deze richtlijn de ontwikkeling van effectief reguleren van de financiële markt bevordert of remt. De slotsom ten aanzien van de implementatie van Richtlijn 2014/57/EU is – kort gezegd – dat “slechts” het aantal jaren gevangenisstraf voor handel met voorkennis en marktmisbruik van twee naar vier aangepast dient te worden. Het artikel concludeert tenslotte dat de huidige praktijk van het Convenant tussen OM en Autoriteit Financiële Markten kan blijven bestaan. De Autoriteit Financiële Markten kan haar inspanningen om haar toezicht verder in de geest van responsive regulation te verbeteren ongestoord door het OM voortzetten.
DOCUMENT
Zwart water afkomstig van trein en boot wordt momenteel geloosd op het riool waarbij het wordt beschouwd als een afvalproduct, terwijl het een bron is van essentiële nutriënten en energie. Huidige technieken bieden kansen voor het hergebruik van zwart water, maar een circulair ontwerp waarin de toepassingen en haalbaarheid van hergebruik volgens de principes van de Circulaire economie economy zijn onderzocht en uitgewerkt voor het openbaar dient nog te worden opgesteld.
Stedelijke regio’s streven naar een duurzame mobiliteitstransitie. Deze ambitie staat echter op gespannen voet met het hoge autobezit- en autogebruik. De stormachtige introductie van lichte elektrische voertuigen, oftewel LEVs (denk aan e-scooters, e-steps, e-(cargo)bikes en micro-cars) leek een belangrijke ‘gamechanger’ te zijn. Deze LEVs zijn namelijk klein en efficiënt, zijn nagenoeg emissievrij, bieden mogelijkheden voor het verbeteren van het voor- en natransport van het openbaar vervoer (OV) en worden bovendien door hun gebruikers als prettig ervaren tijdens het reizen.Tot op heden maken LEVs deze beloften echter onvoldoende waar. Bij de introductie, thans met name in de vorm van deelsystemen, komen diverse uitdagingen aan het licht zoals: 1) verrommeling en overlast door verkeerd gepareerde LEVs, 2) ongewenste substitutie van loop-, fiets- en OV-verplaatsingen en beperkte impact op autogebruik en 3) en zorgen over de verkeersveiligheid en beleving, met name op de (al steeds drukker wordende) fietsinfrastructuur in Nederland. Deze problemen komen mede voort uit de snelle introductie waardoor gemeenten achter de feiten aanliepen en geen gericht beleid konden voeren. Langzaam komen we nu in een periode van stabilisatie en regulering maar een doorontwikkeling naar pro-actief LEV beleid is nodig om de potentie van LEVs voor de mobiliteitstransitie te ondersteunen. Het LEVERAGE-consortium, bestaande uit sterke partners uit de triple helix, gaat daarom aan de slag met deze vraagstukken. De centrale onderzoeksvraag is:Wat is de potentie van LEVs voor de mobiliteitstransitie naar bereikbare, duurzame, verkeersveilige, inclusieve en leefbare stedelijke regio’s en hoe kan deze optimaal worden benut door een betere integratie van LEVs in het mobiliteitssysteem en het mobiliteitsbeleid en door een effectieve governance van de samenwerking tussen publieke en private stakeholders?Om deze vraag te beantwoorden heeft het consortium een ambitieus en innovatieve onderzoeksopzet gedefinieerd waarbij veel nadruk wordt gelegd op de disseminatie en exploitatie van kennis in de beleidspraktijk.Collaborative partnersProvincie Noord-Brabant, Metropoolregio Arnhem-Nijmegen, Gemeente Eindhoven, Gemeente Breda, Gemeente Arnhem, Ministerie I&W, Rijkswaterstaat, Arriva, PON, Check, Citysteps, Cenex, TIER, We-all-Wheel, Fleet investment, Goudappel, Kennisinstellingen en netwerkorganisaties, HAN, TU/e, CROW, Connekt, POLIS, SWOV.
Twee op de vijf Nederlanders voelt zich eenzaam. Dit is een probleem dat aangepakt moet worden, want eenzaamheid heeft een ernstige impact op gezondheid die vergelijkbaar is met de schade van het roken van vijftien sigaretten per dag. Eenzaamheid wordt niet alleen beïnvloed door persoonlijke kenmerken en sociale netwerken, maar ook door de fysieke leefomgeving waarin we wonen, werken en recreëren. Zo weten we bijvoorbeeld dat eenzaamheid samenhangt met aanwezigheid van groen, voetgangersvriendelijkheid, kwaliteit van woningen, aanwezigheid van voorzieningen, sociaal-economische status van de buurt, veiligheid, sociale cohesie en stedelijke dichtheid. Toch is er nog te weinig bekend over hoe we omgevingen kunnen ontwerpen die eenzaamheid kunnen verminderen of die bijdragen aan een prettige beleving voor mensen die zich eenzaam voelen. Hiervoor zijn richtlijnen en voorbeelden nodig van concrete ruimtelijke interventies in de leefomgeving, zoals wandelroutes voor terloopse ontmoetingen, voortuinen als overgangszones tussen openbaar en privé, en elementen (kunst, bankjes, speeltoestellen, water) die aanleiding geven om langer te blijven, te kijken en een praatje te maken. In dit project wordt ontwerpkracht ingezet om samen met bewoners en ontwerpers ruimtelijke interventies te ontwikkelen die bijdragen aan het verminderen of meer draaglijk maken van gevoelens van eenzaamheid. In co-design workshops met groepen bewoners van Eindhoven gaan we omgevingen ontwerpen en visualiseren die zij prettig vinden om te bezoeken als ze zich eenzaam voelen. Dit kunnen omgevingen zijn die bijdragen aan ontmoeting en interactie, of omgevingen waar mensen zich prettig, veilig, en thuis voelen, waar ze zich kunnen ontspannen en kunnen reflecteren op hun gevoelens van eenzaamheid, of waar ze zich verbonden voelen met de omgeving. De resultaten van de workshops worden vervolgens samen met creatieve professionals vertaald naar concrete ontwerpprincipes voor (openbare) ruimtes die eenzaamheid verminderen of waar eenzame mensen zich prettig voelen. Op deze manier draagt dit project bij aan eenzaamheidsvriendelijke omgevingen.