In dit artikel wordt verslag gedaan van een pilotonderzoek naar het inzetten van VR-brillen bij het trainen van vierdejaars pabostudenten in het voeren van oudergesprekken. Op grond van een facetdesign zijn verschillende scripts uitgewerkt voor twee typen oudergesprekken die veelal als lastig en moeilijk worden ervaren: het voortgangsgesprek en het probleemoplossend gesprek. Met hulp van acteurs zijn verschillende versies van deze gesprekken met een 360 graden-camera opgenomen om studenten een zo realistisch mogelijke ervaring te bieden. De gesprekken konden zowel vanuit het perspectief van een leerkracht als vanuit het perspectief van een ouder worden bekeken. De resultaten van een evaluatie onder studenten en opleiders laten een positief beeld zien en bieden onderbouwing voor het nader onderzoeken en breder inzetten van VR-technologie in de lerarenopleidingen. Tegelijkertijd vraagt het inzetten van deze aanpak ook een kritische blik vanuit een leerpsychologisch, organisatorisch en financieel perspectief. Om te bepalen of de inzet van VR zinvol is, zal er kritisch gekeken moeten worden naar mogelijkheden voor het gebruik ervan binnen de leerlijnen van opleidingen. Daarnaast moet een inschatting worden gemaakt over de leerwinst die ermee te behalen valt. Het inzetten van VR-technologie is namelijk geen eenvoudige en goedkope onderneming. De aanschaf van apparatuur is duur en het ontwikkelen van materialen vraagt een behoorlijke tijdsinvestering van zowel opleiders als technische ondersteuning.
In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van de ontwikkeling en uitvoering van een training die door cliënt-ervaringsdeskundigen gegeven wordt aan werkers in de geestelijke gezondheidszorg. Vanuit hun eigen cliëntervaringen gaan de cliënt-docenten de dialoog aan met hulpverleners en andere werkers in de ggz over bejegeningsaspecten die door cliënten als wezenlijk worden beschouwd. In een naschrift van Christ Wesenbeek en Jean Knooren wordt de olievlekwerking van deze training de afgelopen zeven jaar beschreven.
Deze handleiding hoort bij het onderdeel “Train-de-coach” van het professionaliseringsprogramma ’t PASST Samen. In ’t PASST Samen werken leerkrachten en jeugdhulpverleners (professionals) aan het versterken van hun handelen en hun interprofessionele samenwerkingsvaardigheden. Het doel daarvan is dat de betrokkenheid bij het leren van kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) vergroot wordt. Leerkrachten en jeugdhulpverleners ontwikkelen nieuwe kennis en vaardigheden die ze direct kunnen toepassen in hun werk. Hierdoor wordt hun handelingskracht om een integrale aanpak vorm te geven versterkt. Dit levert uiteindelijk tijdwinst op, omdat er preventief gewerkt wordt aan problemen die samenhangen met een verlaagde betrokkenheid (bijv. interactieproblemen). Hierdoor worden de kansen voor kinderen met ASS vergroot.’t PASST Samen is bedoeld voor leerkrachten en jeugdhulpverleners die met leerlingen met ASS werken én hun integrale aanpak voor deze leerling(en) willen versterken. De professionalisering is geschikt voor zowel ervaren als minder ervaren professionals. Van belang is dat de professional open staat voor: coaching en reflectie; het werken aan eigen leerdoelen en -vragen; uitwisselen van kennis en ervaringen met collega’s binnen en buiten de eigen organisatie en het delen van kennis en ervaringen met ouders. Naast de leerkracht/jeugdhulpverlener wordt ook een coach (bijvoorbeeld de gedragsdeskundige, beeldcoach, video-interactiebegeleider, intern begeleider) van de organisatie betrokken om de leerkracht/jeugdhulpverlener te ondersteunen. Van belang is dat de coach het als een uitdaging ziet de professionals van de organisatie te coachen. Daarnaast is de coach bereid om te participeren in de train-de-coach-sessies waarbij kennis en ervaringen worden opgefrist, gedeeld en toepasbaar gemaakt voor de eigen praktijk.Om veranderingen in het onderwijs en de jeugdhulpverlening te realiseren is het belangrijk om de organisatie mee te nemen in het leerproces: de collega’s en de leidinggevende. Zo kan het effect van de professionalisering vergroot worden. Voor meer informatie over ’t PASST Samen raadpleeg de Algemene Handleiding.
Sporters streven samen met hun trainers en coaches naar de beste prestaties. In de (top)sport is er vaak een klein verschil tussen winst en verlies. Optimale afstemming van trainingen op de individuele sporter vergroot de kans op winst. Objectieve vaststelling van trainingseffecten is daarvoor van groot belang. Hiervoor is een gepersonaliseerde monitoring onmisbaar. Sporters veranderen door training de expressiepatronen van hun genen, waardoor ze zich kunnen aanpassen aan de inspanningen voor hun prestaties. Die persoonlijke veranderingen in genexpressie zijn zichtbaar in RNA-profielen. Deze worden al toegepast in de medische praktijk voor stratificatie en behandeling op maat én meting van individuele behandelingsresponsen. Deze innovatieve technologie biedt de sportwereld kansen voor betere gepersonaliseerde monitoring van trainingseffecten. De hoofdvraag van dit project is: Hoe kan genexpressie-analyse betrouwbaar en zonder grote belasting voor sporters worden toegepast voor de monitoring van trainingseffecten? Dit project richt zich op het demonstreren van het nut van RNA-profielen voor individuele monitoring en het verder ontwikkelen van methoden, protocollen en tools voor gebruik in de sportpraktijk. Het onderzoek bestaat uit vier onderdelen: 1. Voorbereidingsfase: ontwikkeling van beste logistiek en bemonstering in de praktijk. 2. Het opzetten van een referentiedatabase met inspanningsgegevens en genexpressiepatronen van sporters voor de interpretatie van veranderingen in individuele genexpressiepatronen door trainingseffecten. 3. Praktijkgericht onderzoek naar de relatie tussen specifieke training en veranderingen in genexpressiepatronen. 4. Onderzoek naar en ontwikkeling van een ?trainingsdashboard? voor presentatie van gegevens en betere communicatie tussen professionals en sporters. De opgedane kennis wordt verwerkt in het onderwijs. In onze toekomstvisie zijn de verkregen kennis en resultaten ook relevant voor toepassing bij revalidatie en begeleiding van ouderen op maat.