Background: Acquiring the theoretical and practical knowhow of conducting patient and public involvement (PPI) in research is not part of the traditional curriculum of researchers. Zuyd University of Applied Sciences and Huis voor de Zorg, a regional umbrella patient organization, therefore started a 1.5-year coaching programme. Objective: To establish a community of practice by developing a PPI coaching programme for senior and junior health services researchers of Zuyd University. The context consisted of research projects conducted by the participants. Methods: A participatory action research methodology. Data were collected from reports of thematic group meetings and individual sessions with participants, field notes and regular reflection meetings with the project team. Data were analysed by reflexive deliberation. Findings: The programme comprised a kick-off meeting (52 attendees), followed by 7 group meetings with 11 junior and 9 senior researchers. The project team constructed a serious game based on the concept of the participation ladder. Questions and concerns differed for junior and senior researchers, and separate tailored meetings were organized for both groups. Between group meetings, participants received individual assignments. Group meetings were accompanied by individual coaching sessions to provide tailor-made feedback. The programme concluded with a combined meeting with all stakeholders. Conclusion: Building a community of PPI practice through action research facilitates the development of a coaching programme that fosters social learning, empowerment and the development of a shared identity concerning PPI. The role and responsibilities of senior researchers should be distinguished from those of junior researchers.
DOCUMENT
Lezing gehouden op Werkconferentie WMO gemeente Heerlen, 12 juli 2007.De thema’s van participatie, zelfredzaamheid en armoede worden in een bredere context geplaatst, dit inspireert tot nadenken over manieren waarop deze drie kernthema’s nader kunnen worden uitgewerkt in de WMO.
DOCUMENT
Het project ‘Meedoen en erbij horen’ past uitstekend bij de kennisagenda van het kUS. Het project richtte zich op de maatschappelijke participatie van jongeren met een licht verstandelijke beperking. Het project kon gerealiseerd worden dankzij een subsidie uit de Startimpuls JOIN, een onderdeel van de route Veerkrachtige en Zinvolle Samenlevingen van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). De problematiek van deze jongeren wordt dikwijls onderschat. Hierdoor ontbreekt het soms aan adequate ondersteuning bij hun persoonlijke ontwikkeling. Participatie in school, werk en sociaal contact stagneert, wat gepaard kan gaan met schooluitval, gedragsproblemen en verslaving. En daardoor dreigend sociaal isolement.
DOCUMENT
In deze bijdrage worden, met als voorbeeld “Trainerskracht”, de mogelijkheden om sport als middel in te zetten om maatschappelijke participatie van jongeren te bevorderen, verkend en worden aanbevelingen gedaan op welke punten verdere ontwikkeling wenselijk is.
DOCUMENT
Mensen met psychische aandoeningen zijn vaak niet alleen patiënt/cliënt, maarook ouder van kinderen. Het zou voor hulpverleners een tweede natuur moetenzijn om niet alleen naar de psychische klachten te vragen maar ook naar de rolals ouder. Dit kan zowel het welzijn van de kinderen als het herstel van de ouderten goede komen. Als mensen ondersteuning krijgen om hun ouderrol (weer) opte pakken, geeft dit vaak structuur, invulling van het dagelijks leven en bevordertdit het contact met de buitenwereld. De interventie Begeleid Ouderschapbiedt hulpverleners handvatten de ouder te helpen om zijn of haar ouderrol teversterken. Eventuele partners kunnen hier essentieel aan bijdragen.
DOCUMENT
Objective: Effective healthcare innovations are often not adopted and implemented. An implementation strategy based on facilitators and barriers for use as perceived by healthcare professionals could increase adoption rates. This study therefore aimed to identify the most relevant facilitators and barriers for use of an innovative breast cancer aftercare decision aid (PtDA) in healthcare practice. Methods: Facilitators and barriers (related to the PtDA, adopter and healthcare organisation) were assessed among breast cancer aftercare health professionals (n = 81), using the MIDI questionnaire. For each category, a backward regression analysis was performed (dependent = intention to adopt). All significant factors were then added to a final regression analysis to identify to most relevant determinants of PtDA adoption. Results: Expecting higher compatibility with daily practice and clinical guidelines, more positive outcomes of use, higher perceived relevance for the patient and increased self-efficacy were significantly associated with a higher intention to adopt. Self-efficacy and perceived patient relevance remained significant in the final model. Conclusions: Low perceived self-efficacy and patient relevance are the most important barriers for health professions to adopt a breast cancer aftercare PtDA. Practice implications: To target self-efficacy and perceived patient relevance, the implementation strategy could apply health professional peer champions.
DOCUMENT
De insteek is de maatschappelijke context, waarbij we de vraag stellen hoe iedereen in de samenleving kan meedoen, kan deelnemen en welke vraagstukken dan op ons afkomen. Ook op de professional.Dit artikel is een bewerking van de lezing van Michèle Garnier, dean van de Hanzehogeschool Groningen.
DOCUMENT
There is a need to assess communication in daily life situations for people with speech and language disorders. Although language proficiency and communication in daily life are correlated, their relationship is far from linear or straightforward. This paper aims to demonstrate the usefulness of the construct of communicative participation by unravelling the relationship and overlap between participation and communication. We explored the relationship between communication, participation, and communicative participation by reviewing common definitions mentioned in the literature. Next, we evaluated to what extent communication plays a role in each of the World Health Organization’s International Classification of Functioning (ICF) “Activity and Participation” chapters by counting how many items in each chapter should be considered for describing communicative participation.
MULTIFILE
Persoonsgerichte zorg is bij geriatrische revalidatie (GR) het resultaat van gezamenlijke goal setting en het volgen van de voortgang tijdens de revalidatie. Het impliceert een actieve betrokkenheid van de patiënt. Samenwerking tussen zorgprofessionals en patiënten is waardevol bij goal setting en draagt bij aan persoonsgerichte zorg. Met deze studie onderzoeken we hoe in de praktijk invulling wordt gegeven aan actieve participatie, welke wensen GR-patiënten hebben en welke handvatten hiervoor nodig zijn. Hiervoor werden cross-sectioneel semigestructureerde interviews afgenomen bij 23 GR-patiënten gedurende 1 jaar. Het onderzoek laat zien dat patiënten actief benaderd en ondersteund willen worden door zorgprofessionals voor actieve patiëntparticipatie. De mate waarin en de manier waarop is verschillend, waardoor een flexibele aanpak nodig is die rekening houdt met de behoeften en mogelijkheden van de patiënt en diens omgeving. Vanuit dit onderzoek zijn aanbevelingen voor de praktijk geformuleerd
DOCUMENT
In Nederland is er een groeiende behoefte aan collectieve huisvesting voor ouderen om de kloof tussen 'ageing in place' en institutionele zorgvoorzieningen te overbruggen. Participatie van ouderen in de concept- en ontwerpfase is belangrijk om het marktaanbod af te stemmen op de behoeften van (toekomstige) bewoners. Sociale ondernemers vinden het echter een uitdaging om ouderen te betrekken. Dit hoofdstuk verkent verschillende manieren waarop ouderen betrokken kunnen worden bij het ontwikkelen van nieuwe wooninitiatieven. De ladder van burgerparticipatie wordt hier gebruikt om verschillende rollen te verkennen die (toekomstige) bewoners zouden kunnen spelen met verschillende niveaus van invloed, van niet-participatie tot burgerkracht. Overwegingen voor betekenisvolle participatie worden besproken. Verder wordt een Nederlandse casestudy gepresenteerd waarin vastgoed werd getransformeerd op basis van de betrokkenheid van ouderen, die illustreert hoe door het gebruik van een innovatieve methode partnerschappen kunnen worden gevormd tussen (toekomstige) bewoners en besluitvormers. Dit hoofdstuk concludeert dat naast de huisvesting zelf, ook de gebouwde omgeving en de buitenomgeving in beschouwing moeten worden genomen om de leefomstandigheden van ouderen te verbeteren.
DOCUMENT