The rising rate of preprints and publications, combined with persistent inadequate reporting practices and problems with study design and execution, have strained the traditional peer review system. Automated screening tools could potentially enhance peer review by helping authors, journal editors, and reviewers to identify beneficial practices and common problems in preprints or submitted manuscripts. Tools can screen many papers quickly, and may be particularly helpful in assessing compliance with journal policies and with straightforward items in reporting guidelines. However, existing tools cannot understand or interpret the paper in the context of the scientific literature. Tools cannot yet determine whether the methods used are suitable to answer the research question, or whether the data support the authors’ conclusions. Editors and peer reviewers are essential for assessing journal fit and the overall quality of a paper, including the experimental design, the soundness of the study’s conclusions, potential impact and innovation. Automated screening tools cannot replace peer review, but may aid authors, reviewers, and editors in improving scientific papers. Strategies for responsible use of automated tools in peer review may include setting performance criteria for tools, transparently reporting tool performance and use, and training users to interpret reports.
Meetings with other professionals are considered crucial for enhancing the quality of teachers' reflections. However, little is yet known about how any beneficial effects of such meetings are brought about. This study explores the peer coach's roles and their influences on the learning processes of their peers and seeks to understand how watching video records of own practice, supports teachers to examine their own professional behaviour in new ways. Within subgroups three teachers took turns in different roles: as trainee, as coach and as observer of the coaching dialogue. They used video recordings of the interactions in their classrooms as feedback. Data for this study included videotaped and transcribed group dialogues and, for triangulation, data from learning reports, questionnaires, and in-depth semi-structured interviews with all participants. Coaching promoted broadening the scope of their reflections. Teachers often started just describing work situations with technical reflections on 'how to'. Non-directive coaching skills created necessary safety and space for learning, but video feedback and more directive coaching skills such as 'Continue to ask questions' were necessary to deepen the reflection process and to relate reflections with analysis of feelings, perspectives of other actors, and with political notions concerning social, moral and political issues. Peer coaching with video feedback affords positive impact to those who coach in addition to those who receive the coaching. Understanding different forms of teacher learning provides insight for research on teacher cognition and may inform the design of video-based professional development.
De Tijdelijke Commissie Leraren onder leiding van Rinnooy Kan (2007) heeft gepleit voor een ster-kere rol van leraren bij het formuleren en bewaken van de professionele kwaliteit. Dat betekent dat (de beroepsgroep van) leraren een standaard moeten formuleren voor de professionele kwaliteit, voor de kennis en vaardigheden die de leden van het ‘gilde’ van leraren dienen te bezitten. Tegelijk moet de eigen professionele kwaliteit afgezet worden tegen die gildekennis.Dat geldt voor leraren, maar ook voor studenten. Ook zij moeten inzicht hebben in wat er aan professionele kwaliteit van leraren verwacht wordt en dat kunnen relateren aan het niveau van professionele kwaliteit dat zij op dat moment bezitten. Lerarenopleiders kunnen een bijdrage leveren aan het leren van studenten als zij bewuster omgaan met het geven van feedback. Door de rol van feedback in het leren van studenten te verkennen, en vragen te stellen over welke proces-sen gaande zijn bij studenten tijdens het ontvangen van feedback en welke kwaliteitseisen gesteld kunnen worden aan feedback, kunnen lerarenopleiders studenten beter ondersteunen in hun ontwikkeling. Dialoog is hierbij van essentieel belang.
MULTIFILE
In de schoonmaakbranche is de werkdruk hoog . Hierdoor worden gebouwen dagelijks niet goed genoeg schoongemaakt. Er heerst krapte op de arbeidsmarkt. Schoonmaakwerk is vooral handmatig werk en is ook zwaar werk. De schoonmaakbranche is dringend op zoek naar technologische oplossingen die het werk in de toekomst kunnen verlichten. Eén van die technologische oplossingen is de introductie van schoonmaakrobots , die op dit moment mondjesmaat op de markt worden gebracht. Schoonmaakorganisaties weten nog niet goed hoe deze robots efficiënt in te zetten, het vergt nog veel tijd om ze te kunnen gebruiken en schoonmaakmedewerkers zijn terughoudend om ermee te werken. Het project Assisted Cleaning Robots (ACR) richt zich op de volgende onderzoeksvraag: “hoe integreer je robottechnologie in het werkproces in de schoonmaakbranche, zodat een robot enerzijds zo optimaal mogelijk het werkproces ondersteunt, en anderzijds zo optimaal mogelijk met de mens samenwerkt.” Wat hierin optimaal is en hoe dit gemeten kan worden, is onderdeel van het onderzoek en is afhankelijk van de technologische mogelijkheden, de mensen die er mee werken, en de werkomgeving. In dit project werken Fontys Hogeschool Engineering, Fontys Hogeschool Techniek & Logistiek en de Haagse Hogeschool samen met schoonmaakorganisaties CSU en Hectas en andere bedrijven (toeleveranciers van schoonmaakrobots als ontwikkelaars), nationaal samenwerkingsverband Holland Robotics en brancheorganisatie Schoonmakend Nederland. Dit project kent een looptijd van twee jaar en gaat van start op 1 november 2021. In dit project worden nieuwe schoonmaakprocessen gedefinieerd en wordt op basis van deze processen technologie ontwikkeld (waar doorgaans eerst een nieuw product wordt ontwikkeld en daarna pas gekeken naar hoe dit product in te zetten). In dit project staat de mens die met de technologie in het proces moet gaan werken centraal. De technologie en het proces worden gevalideerd middels praktijktests met de betrokken schoonmaakorganisaties, op representatieve locaties. Hieruit worden lessen getrokken voor verbeteringen.
Trainers/coaches van sporttalenten hebben een complexe taak. Sporttalenten moeten hard trainen om de volgende stap te maken in hun sportcarrière of om de aansluiting bij de top te halen. Complexe taken waarmee de trainer te maken krijgt zijn onder andere: het vinden van de juiste balans tussen techniek, tactiek, mentale en andere trainbare factoren; stellen van grenzen aan fysieke en mentale vermogen van sporters; afstemmen op pieken in groei, lichamelijke en mentale ontwikkeling; bepalen van trainingsbelasting in relatie tot (individuele) belastbaarheid; afstemmingsproblemen tussen studie, sport en privéleven. Het risico van een disbalans tussen belasting en belastbaarheid is continu aanwezig met alle negatieve gevolgen van dien. Hierbij valt te denken aan sportblessures, niet optimaal presteren als gevolg van over- of ondertraining of drop out. Om goede sturing te kunnen geven aan dit proces, monitoren veel trainers de individuele belasting en belastbaarheid van hun sporters. Echter ontbreekt het hen aan de kennis, knowhow en tijd om de verzamelde data te verwerken, te interpreteren en om te zetten naar onderbouwde trainingsaanpassingen. Deze handelingsverlegenheid van trainers/coaches is vertaald naar de volgende onderzoeksvraag die centraal staat in het huidige RAAK-project: Hoe kunnen trainers/coaches beter toegerust worden om een optimale balans tussen individuele belasting en belastbaarheid van sporttalenten te realiseren met gebruikmaking van feedback van trainingsdata en trainingssturing. In dit project gaan we, mede op basis van input van trainers/coaches, een scholing ontwikkelen ter bevordering van trainingssturing. Parallel hieraan wordt een feedback dashboard ontwikkeld (Coach in Control dashboard) dat data van individuele sporter geautomatiseerd en betekenisvol rapporteert, visualiseert en beschikbaar maakt voor trainers/coaches. Dit gebeurt in de context van de cyclische sporten waarbij de casus plaatsvindt binnen het langebaanschaatsen en shorttrack. De trainers/coaches worden doorlopend actief betrokken bij de ontwikkeling en het testen van prototypes van de scholing (blended) en het feedback dashboard.
De Centrale Bewonersadviesraad (hierna te noemen BAR) geeft vanuit bewonersperspectief de NCG gevraagd en ongevraagd feedback en advies over het versterkingsproces en fungeert als klankbordgroep. Het doel is om op deze manier bij te dragen aan het verbeteren van het versterkingsproces en gedupeerde bewoners hierin een meer volwaardige plaats te geven.De BAR bestaat uit een samengestelde groep bewoners geselecteerd op grond van hun doorleefde praktijkervaring. De BAR heeft een drietal functies ten aanzien van bestaande en beoogde vraagstukken, processen en beleid: signalering, advisering en evaluatie. De BAR, sinds 2022 actief, sluit binnenkort een eerste periode van 3 jaren af, waarin zij in maandelijkse bijeenkomsten zich heeft ingezet om, waar mogelijk bij te dragen aan de optimalisatie van de procesvoering bij de NCG. Tijd om te evalueren hoe de BAR de afgelopen periode heeft gefunctioneerd en wat de impact is geweest. En hieruit lering te trekken over hoe de BAR zelf en in de onderlinge relatie met de NCG zich de komende periode(n) kan door ontwikkelen.De Centrale Bewonersadviesraad (hierna te noemen BAR) geeft vanuit bewonersperspectief de NCG gevraagd en ongevraagd feedback en advies over het versterkingsproces en fungeert als klankbordgroep. Het doel is om op deze manier bij te dragen aan het verbeteren van het versterkingsproces en gedupeerde bewoners hierin een meer volwaardige plaats te geven.De BAR bestaat uit een samengestelde groep bewoners geselecteerd op grond van hun doorleefde praktijkervaring. De BAR heeft een drietal functies ten aanzien van bestaande en beoogde vraagstukken, processen en beleid: signalering, advisering en evaluatie. De BAR, sinds 2022 actief, sluit binnenkort een eerste periode van 3 jaren af, waarin zij in maandelijkse bijeenkomsten zich heeft ingezet om, waar mogelijk bij te dragen aan de optimalisatie van de procesvoering bij de NCG. Tijd om te evalueren hoe de BAR de afgelopen periode heeft gefunctioneerd en wat de impact is geweest. En hieruit lering te trekken over hoe de BAR zelf en in de onderlinge relatie met de NCG zich de komende periode(n) kan door ontwikkelen.