Dit onderzoek heeft de beleving van ziekenhuisverpleegkundigen over betekenis en toepassing van leiderschapscompetenties in verpleegkundig handelen in kaart gebracht. Daarnaast was het onderzoek gericht op bewustwording van de ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap. METHODE: Het betreft een mixed-methods onderzoeksdesign met kwalitatieve data van 75 diepte-interviews en 24 focusgroepen over een periode van 2 jaar en kwantitatieve data van 430 verpleegkundigen. RESULTATEN: Verpleegkundig leiderschap blijkt vooral gerelateerd aan opkomen voor patiënten vanuit expertise waarvan concrete voorbeelden werden gevonden. Tegelijk blijkt dat verpleegkundigen zich niet volledig bekwaam achten op bachelor niveau; op competenties zoals evidence based practice (EBP), zelfmanagement bevorderen en gezamenlijke besluitvorming is sprake van kennistekorten. Factoren die de ontwikkeling van leiderschap bevorderen zijn werkcultuur-gebonden. DISCUSSIE EN CONCLUSIE: Inzetten op vergroten van bewustwording van zowel onbewuste bekwaamheid als onbekwaamheid naast een veilige teamsfeer zijn belangrijke stappen in de ontwikkeling van klinisch leiderschap. Hierin zijn reflectie en uitwisseling van goede voorbeeldsituaties ondersteunend. Het onderzoek levert een model voor verpleegkundig leiderschap op dat laat zien hoe persoonlijke leiderschapscompetenties door alle verpleegkundigen, ongeacht het functieniveau, worden ingezet in combinatie met expertise die aan het functie en opleidingsniveau is gekoppeld en waarbij gedeeld leiderschap als een gezamenlijke opdracht in teamverband wordt beoefend.
MULTIFILE
Welk leiderschap is er nodig om de wereld van nu richting te geven? Boeken die de laatste jaren de markt overspoelen beloven vaak de ultieme sleutel tot dit vraagstuk te bieden. Daarmee wordt de lezer een volger. Leiderschap lijkt verworden tot een modebegrip dat aan inflatie onderhevig is. Dit boek schept orde en nuanceert de hype in zeven bondige thema’s. Het gaat over leiden en volgen, eigenschappen en gedrag, visies, ethiek en ontwikkeling. De kracht van dit boek is dat het geen visie opdringt, maar uitnodigt er zelf een te vormen. Het reikt de bouwstenen aan die daarvoor nodig zijn. Met een helder overzicht van theorieën, modellen en wijsheden, gebaseerd op klassieke leiderschapsliteratuur en wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast beschrijft het de essentie van het gedachtegoed van veertien spraakmakende leiderschapsdenkers. De filmtips en literatuursuggesties aan het eind van ieder hoofdstuk nodigen uit om zich verder in leiderschap te verdiepen en bekwamen.
LINK
In deze rede wordt besproken hoe het lectoraat de beroepsbeoefenaars in het verpleegkundig domein wil ondersteunen en wil bijdragen aan het vormgeven van verpleegkundig leiderschap en ieders professionele eigenheid. De titel van de rede ‘Notes on Nursing 2.0’ wil vooral de noodzaak tot deze veranderingen in het verpleegkundig domein benadrukken. Niet door te veronderstellen dat er niets is veranderd in zorg en verpleegkunde sinds de tijd van Nightingale. Dat is er wel. Opgeleid worden tot een professie in het beroepsdomein is niet alleen een vanzelfsprekendheid maar een eis. Het kennisdomein van de zorg en verpleegkunde heeft zich in verpleegkundige diagnostiek en standaarden verregaand ontwikkeld. Verplegingswetenschappelijk onderzoek, waar Nightingale ooit als eerste vrouwelijke statisticus in het Brits Koninkrijk mee startte, heeft zich een vaste plek in onderwijs en praktijk verworven. Van betekenis willen zijn voor anderen vanuit compassie is nog steeds de beroepsmotivatie, maar van een onderdanige dienstbaarheid is geen sprake meer (Cingel van der, 2012). Tegelijkertijd is in de dagelijkse praktijk volmondig leiderschap nog geen vanzelfsprekend en hapert een optimale beroepsuitoefening door een te lang vastgehouden gelijkheidsprincipe van verschillend opgeleide verzorgenden en verpleegkundigen. Dat is de noodzaak tot verandering waaraan deze 2.0 versie ‘Aantekeningen over het Verplegen’ en het lectoraat de komende jaren wil bijdragen. In hoofdstuk 1 wordt via de metaforen in het verhaal 'De kat die naar de koning keek' de visie op emancipatoir actieonderzoek en de veranderkundige principes beschreven die het lectoraat zal inzetten. Hoofdstuk 2 bevat de aanleiding, missie en onderzoekslijnen die met elkaar samenhangen binnen het lectoraat. In hoofdstuk 3 en 4 wordt ingegaan op de thema's identiteit en leiderschap, waarbij de onderlinge samenhang met de professionele beroepsuitoefening en het ontwikkelen van een onderzoekscultuur wordt besproken. Daarnaast worden specifieke aspecten behandeld die de praktijk en werkcultuur van vandaag beïnvloeden, en wordt beschreven hoe het lectoraat concreet bijdraagt aan de ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap en de vorming van de beroepsidentiteit in het betreffende domein. Hoofdstuk 5 bevat een samenvatting van de principes waarop het onderzoeksprogramma is gebaseerd, evenals informatie over lopende en toekomstige projecten. In hoofdstuk 6 vindt u achtergrondinformatie over de lector en de leden van de kenniskring.
MULTIFILE
Het senior management op C-niveau stelt steeds vaker een CISO (Chief Information Security Officer) aan welke plaats neemt in het management team of hier rechtstreeks aan rapporteert. Maar de CISO is vaak een persoon met een bèta achtergrond. Vaktechnisch inhoudelijk zijn deze personen vaak zeer bekwaam maar missen veelal de juiste skills om zich staande te kunnen houden op managementniveau. Dit onderzoek richt zich op de doorlopende evolutie van CISO leidershap en benodigde skills om successvol te woren en blijven.
Veel essentiële beroepen kampen met een nijpend tekort aan medewerkers. Momenteel bestaat er een tekort van ongeveer 15.000 verpleegkundigen, oplopend naar 100.000 in 2030. Van startende verpleegkundigen verlaat 15% binnen twee jaar het zorgberoep, onder andere als gevolg van mentale overbelasting. Uitval door mentale overbelasting treft ook politiemensen. De politieorganisatie staat de komende jaren voor de uitdaging om 17.000 politiemensen erbij te krijgen. Het reduceren van mentale overbelasting van zorgprofessionals en politiemensen is cruciaal omdat een tekort van hen de samenleving hard treft. Dit postdoc-programma heeft als doel inzichtelijk te maken hoe de transitiefase van opleiding naar loopbaanstart voor professionals in essentiële beroepen beter kan worden ingericht, om mentale overbelasting te voorkomen en duurzame inzetbaarheid te vergroten. Onderzoeksvraag: Wat is de optimale samenstelling van transitieprogramma’s voor startende professionals in essentiële beroepen (zoals zorginstellingen en politie-eenheden), die bijdragen aan vermindering van werkstress, mentale overbelasting en geestelijke gezondheidsproblemen en aan bevordering van duurzame inzetbaarheid? Daartoe wordt een inventariserend onderzoek uitgevoerd - samen met zorginstellingen en de politieorganisatie - naar inhoud van en ervaringen met interventies die beginnende professionals ondersteunen tijdens de overgang van opleiding naar loopbaanstart (transitieprogramma’s). De uitkomsten hiervan vullen we aan met resultaten uit systematisch literatuuronderzoek. Opbrengsten: - Tweetal artikelen over transitie-interventies in zorginstellingen en in politie-eenheden; - Realist review naar mogelijk werkzame componenten van transitieprogramma’s voor verpleegkundigen en hun theoretische onderbouwing; - Update van model voor werk gerelateerde risico- en beschermende factoren voor politiemensen; - Gap-analyse met vergelijking van internationale literatuur (realist review en update literatuuronderzoek naar risicofactoren en beschermende factoren) met de huidige praktijk; - Blauwdruk voor (de componenten van) optimale transitieprogramma’s voor zorginstellingen en politie-eenheden; - Voorstel voor vervolgonderzoek gericht op effectiviteit van volgens blauwdruk ontwikkelde transitieprogramma’s; - Onderwijsmodules en verdere input voor opleidingen Human Resource Management (HRM), Verpleegkunde en de Minor Arbeid, Gezondheid en Welzijn.
Transitie van landbouw naar voedsel is een zaak van vernieuwers én van de gevestigde orde. In de ontmoeting tussen die twee ligt de ruimte voor transitie. Maar hoe breng je die in kaart? En hoe navigeer je die? In vier verschillende netwerken die elk een ontmoeting vormen tussen vernieuwers en gevestigde orde staan deze vragen centraal. We organiseren bijeenkomsten met boeren, beleidsmakers en milieu-activisten om in kaart te brengen wat boeren ervan weerhoudt om te veranderen, en wie welke sleutels in handen heeft om bestaande obstakels weg te nemen en nieuwe kansen te bieden. Resultaat hiervan is handelingsperspectief richting transitie voor alle deelnemers. We bestuderen proeftuinen voor innovatieve landbouw in de Provincie Zuid-Holland, om na te gaan hoe ze met de gevestigde orde kunnen worden verbonden, en hoe gevestigde partijen kunnen aansluiten bij deze vernieuwers. Het resultaat is beter inzicht in de opschaling en uitschaling van transitie-experimenten. We begeleiden een gebiedsproces in Flevoland van boeren, tuinders, gemeente en provincie, in de context van de Floriade, waarbij we op zoek gaan naar hoe een gebiedsvisie kan bijdragen aan transitie bij ondernemers die voor een vernieuwingsopgave staan. Door deze drie projecten te begeleiden en te bestuderen, vergaren we inzicht voor professionals in wat transitieruimte is en hoe je strategisch richting transitie kunt werken. Daarnaast ontwikkelen we instrumenten die zowel de gevestigde orde als de vernieuwers kunnen gebruiken om zelf effectiever ruimte voor transitie te zoeken. De resultaten komen ter beschikking in rapporten en masterclasses voor professionals, en in papers en artikelen voor de wetenschappelijke gemeenschap.