Elke week sporten ruim twee miljoen kinderen met veel plezier, op school op de sportvereniging. Gewoon omdat ze het leuk vinden om samen te sporten, plezier te ervaren aan een spannende wedstrijd of het gevoel krijgen dat ze iets kunnen. Helaas kan niet ieder kind meedoen. Sommigen zijn motorisch niet vaardig genoeg waardoor ze niet goed mee kunnen doen of voortdurend het gevoel van falen hebben. Anderen hebben gedragsproblemen, worden bijvoorbeeld heel snel boos of snappen niet goed hoe ze samen moeten sporten. Hoe bezorg je ook deze groep kinderen plezier in sport?
DOCUMENT
Hoe zorg je ervoor dat ieder kind plezier heeft in jouw zwemles? En dat ze ook het gevoel krijgen iets te leren? Hanze Hogeschool Groningen, Kenniscentrum Sport & Bewegen en Special Heroes Nederland hebben, als aanvulling op het leerboek ‘Plezier in bewegen voor ieder kind’, acht leskaarten ontwikkeld met handvatten voor begeleiders om een succesvol aanbod in het zwembad te kunnen organiseren om kinderen te voorzien van een goede basis.De activiteiten op de leskaarten richten zich op kinderen zonder diploma. Daarnaast kunnen de leskaarten ook worden ingezet bij kinderen die angstig zijn in het zwembad. De activiteiten zijn: 1) Te water gaan 2) Lopend voortbewegen in het water 3) Onder water gaan 4) Kantelen en komen tot drijven 5) Drijven op de rug 6) Drijven op de buik 7) Trappelen op de rug 8) RugslagOp de leskaarten vind je een beschrijving van de activiteiten op basis van diverse aandachtspunten en twee werkvensters: werkvenster motoriek en werkvenster gedrag. In de werkvensters staan aanwijzingen voor de begeleider gericht op de specifieke activiteit vanuit het perspectief van motorisch en gedragsmatig leren.
MULTIFILE
Plezier in bewegen is belangrijk voor kinderen. Niet alleen voor de sport- en beweegdeelname nu, maar ook voor op de langere termijn. Niet alle kinderen leren moeiteloos lopen, zwemmen, gooien of vangen. Ze doen er langer over om deze vaardigheden onder de knie te krijgen. Of het lukt kinderen niet om de ‘speelregels’, zoals om de beurt en eerlijk spelen, te begrijpen. Deze kinderen hebben meer begeleiding of ondersteuning nodig om een positieve beleving op te doen bij het sporten en bewegen. Dit leidt tot betere vaardigheden, zowel op motorisch als op sociaal-emotioneel vlak en meer zelfvertrouwen.Voor begeleiders die werken met kinderen met een ontwikkelingsachterstand op motorisch en/ of gedragsmatig gebied in sport en bewegen is het leerboek Plezier in bewegen voor ieder kind ontwikkeld. Een praktisch leerboek met handvatten om juist ook deze kinderen plezier in sporten en bewegen te geven en hun talenten te ontdekken.In het leerboek staan handvatten om hier als begeleider invulling aan te geven. Het bevat informatie over theorieën en methodieken en ruim zestig leskaarten met concrete beweegactiviteiten.
DOCUMENT
Bijna 40% van de basisschoolleerlingen voldoet niet aan de beweegrichtlijnen. Beweegplezier is een bekende stimulans voor het verhogen van deelname aan beweeg activiteiten. Vakleerkrachten bewegingsonderwijs geven echter aan niet inzichtelijk te hebben of hun lessen bijdragen aan het ervaren van beweegplezier. Dit project beoogt vakleerkrachten bewegingsonderwijs te ondersteunen door het plezier van kinderen tijdens het bewegingsonderwijs inzichtelijk te maken en te achterhalen welke factoren hieraan bijdragen. In dit vooronderzoek presenteren we de samenhang tussen beweegplezier en competentiebeleving.Methode: 194 kinderen uit groep 3 en 4 beantwoorden een vragenlijst over vier beweegactiviteiten: het bewegingsonderwijs, pauze, naschools buitenspelen en deelname aan een sportvereniging. De kinderen scoorden hun beweegplezier en competentiebeleving op een vijfpunts likertschaal, die visueel gepresenteerd was in de vorm van smileys.Resultaten: Kinderen scoorden het hoogst op plezier en competentiebeleving tijdens het bewegingsonderwijs. De meeste kinderen scoorden de 4e of 5e smiley voor plezier (92%) en competentiebeleving (77%). Plezier en competentiebeleving correleerden significant tijdens het bewegingsonderwijs (r=0.33), de pauze (r=0.45), het buitenspelen (r=0.57) en beweegactiviteiten bij de sportvereniging (r=0.47).Discussie en conclusie: De relatief lage correlatie tussen plezier en competentiebeleving tijdens bewegingsonderwijs wijst erop dat additionele factoren bijdragen aan plezierbeleving in de lessen. In samenwerking met de zes ALO’s gaan we in een vervolgtraject kijken naar dergelijke additionele factoren. We zullen onder andere onderzoek doen naar de relatie tussen plezierbeleving en vier dimensies van het pedagogisch sportkompas: sociale veiligheid, ontwikkelingsgerichtheid, motivatie en een zorgzaam lesklimaat.
DOCUMENT
Van de vakleerkrachten bewegingsonderwijs kiest 80% “plezier in bewegen” als belangrijkste doelstelling van het bewegingsonderwijs. Zij gebruiken plezier als graadmeter voor kwaliteit van de gymlessen. Maar hoe ze de mate van plezierbeleving tijdens de gymles kunnen inschatten is nog onduidelijk. De zes ALO’s werken gezamenlijk aan de ontwikkeling van een monitoring tool om beweegplezier inzichtelijk te maken. De eerste stap was het achterhalen van factoren die bijdragen aan beweegplezier.RelevantiePlezier in bewegen is een belangrijke factor voor een leven lang bewegen.MethodeBij 90 leerlingen uit 18 klassen (groep 5 en 7) is tijdens focusgroepen uitgevraagd welke factoren bijdragen aan plezier tijdens het bewegingsonderwijs. Daarnaast is een vragenlijst naar die factoren en naar de plezierbeleving (middels de PACES) afgenomen bij 309 leerlingen. Door middel van Spearman correlaties is er gekeken of er een verband is tussen de factoren en de plezierbeleving.ResultatenUit de focusgroepen kwamen 63 factoren die bijdragen aan plezier in de les bewegingsonderwijs, die konden worden onderverdeeld in 10 clusters, wetende eigenaarschap, beweegactiviteiten, beweegtijd, groeperen, leerproces, regels en afspraken, samenwerken, uitleg, verbinding en veiligheid. 65% van de uitgevraagde factoren had een significante correlatie met plezierbeleving (Spearman’s rho=0.16-0.59), waarbij factoren over competentie (0.53) en verbinding met de docent (0.54) hoog scoorden, evenals de activiteiten leuk vinden (0.59) en een duidelijke uitleg (0.54), terwijl eigenaarschap niet gecorreleerd was aan beweegplezier.Discussie en conclusieDe 63 factoren laten zien dat plezier in het bewegingsonderwijs een breed en veelzijdig concept is. De meerderheid van de factoren liet een verband zien met de plezierbeleving. Het ontbreken van correlaties tussen de overige factoren en plezierbeleving kan komen doordat een aantal factoren voor slechts een deel van de leerlingen als belangrijk wordt bevonden. Dit onderstreept het belang van een meetinstrument om plezierbeleving en de diverse factoren goed in kaart te brengen bij alle leerlingen.
DOCUMENT
In het kader van het Midlife Resourcing (MLR)-project werd in de zorgsector onderzoek gedaan bij de Vivium zorggroep. De leidraad van het onderzoek is geweest:“Welke mogelijkheden zien de werknemers bij Vivium om gezond en met plezier te werken tot aan de pensioengerechtigde leeftijd?” Na een korte introductie wordt ingegaan op het gevoel van urgentie voor MLR zoals dat werd waargenomen binnen de organisatie. Hierna zullen de werving van de deelnemers en een verantwoording van de werkwijze worden behandeld. Na een beschrijving van het project,de resultaten en de valkuilen zullen de leerpunten worden besproken.
DOCUMENT
Op CBS de Wierde krijgen de leerlingen geen woordenlijstjes, maar echte boeken.
DOCUMENT
Klanten positief over sociale robots: gebruiksgemak en plezier wegen zwaarder dan bezorgdheden" (Van de Sanden et al., 2025) presenteren Stephanie van de Sanden, Tibert Verhagen, Ewout Nas, Jacqueline Arnoldy, Filip Otten en Koen Hindriks de resultaten van een grootschalig praktijkonderzoek naar klantpercepties van sociale robots in winkels. In tien winkels werden gedurende zes weken robots ingezet, waarbij meer dan 6000 klanten werden geholpen; 974 daarvan vulden een vragenlijst in. Klanten bleken overwegend positief: plezier (3,93) en gebruiksgemak (3,89) scoorden hoog, terwijl zorgen over bijvoorbeeld privacy en baanverlies van medewerkers relatief laag bleven. Vooral het ervaren nut van de robot bleek bepalend voor klanttevredenheid. Jongere klanten waren positiever dan oudere, die zich meer zorgen maakten over sociale aspecten. Daarnaast werd een analyse uitgevoerd van conversaties met Pepper-robots bij 26 Nederlandse organisaties. Deze toonde aan dat interacties vooral plaatsvinden begin van de week en rond lunchtijd, met een overwegend positief sentiment (63%). De auteurs concluderen dat sociale robots kansrijk zijn in retailomgevingen, mits ze plezierig, nuttig en visueel aantrekkelijk zijn, en pleiten voor vervolgonderzoek met slimmere AI-technologieën.
MULTIFILE
Mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg worden steeds belangrijker maar tegelijkertijd steeds schaarser. Meer mensen hebben zorg nodig en minder mensen zijn beschikbaar om te zorgen, bijvoorbeeld doordat meer vrouwen zijn gaan werken. Zorg kan een bron van stress en uitputting zijn maar het kan ook voldoening geven. De manier waarop familieleden, buren, vrijwilligers en professionele zorgverleners samenwerken, heeft daar veel invloed op, blijkt uit dit onderzoek. De onderzoekers spraken 75 autochtone, Marokkaanse, Turkse en Surinaamse Amsterdammers die zorg nodig hebben, hun familieleden, vrijwilligers en professionele zorgverleners. Ze onderscheiden vijf patronen van samenwerking in vijf soorten netwerken, met grote verschillen in overbelasting en voldoening. Het boek geeft allen die beroepshalve of als vrijwilliger of mantelzorger met langdurige zorg te maken hebben, inzicht in de rol van samenwerking en netwerken in het voorkomen van overbelasting van mantelzorgers en vrijwilligers. Het boek biedt bovendien een indringend beeld van wat veranderingen in de zorg voor het alledaagse leven van mensen kunnen betekenen.
DOCUMENT
Als je maar lang genoeg ademt, glij je vanzelf in de tweede helft van je (werk)leven. Dat kan met een WOW-gevoel; a spark of joy!Als je maar lang genoeg ademt, glij je vanzelf in de tweede helft van je (werk)leven. Dat kan met een WOW-gevoel; a spark of joy! Dit boek geeft je antwoord op de vraag: hoe draag jijzelf bij aan een betekenisvol werkleven tot én na je pensioen? Werken met WOW gaat óók over de groeiende groep gepensioneerden die (deels) blijven werken, de bridgeworkers. Hoe doen zij dat duurzaam en met plezier?WERKEN MET WOW geeft je inzicht in de soms schokkende beelden en (deels) geruststellende feiten vanuit de wetenschap. Ook geeft het handvatten hoe je op eigen wijze diepgang kunt geven aan die tweede helft van je loopbaan. Moraal van het verhaal: het beste moet nog komen!
LINK