Op basis van bijna 400 uur observatie in twee Nederlandse ziekenhuizen schetst dit rapport een gedetailleerd en indringend beeld van de leefwereld van de spoedeisende hulp. Agressie, zo bleek, is geen objectief gegeven, maar ontstaat in interactie met mensen en dingen. Gedrag wat de een ervaart als een persoonlijke bedreiging is voor de ander een begrijpelijke uiting van pijn. En wat voor de een teken is van professionele kalmte is voor de ander een gebrek aan empathie. In veel agressieincidenten blijkt het niet eenvoudig om ‘daders’ en ‘slachtoffers’ van elkaar te onderscheiden.
Dit artikel is een beschouwende reflectie op een onderzoeksrapport dat we eerder schreven over het politiestraatwerk gedurende de coronacrisis, die volgens ons niet los gezien kan worden van de aard van onze complexe risicomaatschappij. Tijdens de coronacrisis moesten politieagenten op straat landelijk afgekondigde voorzorgsmaatregelen handhaven die tot doel hadden het risico op verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Dit veranderde het profiel van het politiestraatwerk, dat meer betrekking kreeg op het alledaagse sociale verkeer, niet het maatschappelijk domein waar politieagenten zich vanuit hun functie van handhaving van de rechtsorde en hulpverlening normaliter op focussen. Mede hierdoor werden politieagenten op het lokale niveau van hun werkgebied geconfronteerd met de bredere maatschappelijke effecten van de ‘coronamaatregelen’, die de landelijke overheid uit het oog was verloren. Dit leidde geregeld tot ethische dilemma’s. Het meest kenmerkende ethische dilemma was de vraag of het goed was te moeten optreden tegen mensen die gedrag vertoonden dat voor (en na) die tijd niet strafwaardig was. Hieruit trekken wij, op hoofdlijnen, twee lessen aangaande de politiefunctie in crisistijd. Ten eerste is het zaak de politie niet eendimensionaal te positioneren als zwaardmacht die landelijke maatregelen handhaaft, maar als handhavingsorgaan die de samenleving waarin zij werkt, helpt om door een crisis te komen. Lokaal maatwerk past daarbij, onder gezag van de burgemeester. Ten tweede dient binnen de politie expliciet de discussie te worden gevoerd over de morele dilemma’s die het handhaven van voorzorgsmaatregelen met zich meebrengt.
LINK
Tegenspraak als medicijn tegen radicalisering van jongeren. Het is onderdeel van de veel geprezen Nederlandse ‘haarvatenaanpak’ tegen radicalisering. Kern daarvan is de gedachte dat de meeste terroristische aanslagen niet worden verijdeld door geavanceerde technologie van geheime diensten, maar door informatie die wijkprofessionals zoals politieagenten of straathoekwerkers ter ore is gekomen.