Een verbetering van de effectiviteit heeft de grootste invloed op een verhoging van de productiviteit. Effectiviteit is veel belangrijker en bepaalt mede de efficiency. Eerst denken dan doen, eerst wat dan hoe.
Deze publicatie betreft een onderzoeksvoorstel. Geen samenvatting beschikbaar
The aim of this study is to investigate the effect of the work environment on produc-tivity and the mediating effect of the ability to communicate and concentrate on work (CoCon), and to contribute to the repertory of qualitative methods and techniques. Qualitative methods in Facility Management (FM) research provide rich information and add to the existing body of knowledge. This study’s strength is that it applies researcher triangulation during data collection and analysis. In this study, 26 semi-structured interviews were conducted at nine different organizations in the Netherlands. Interviews, which focused on productivity in traditional offices and activity-based office environments. These interviews were conducted in pairs by honours students and the author. Rigor application of postpositivistic evaluation criteria results in high construct and internal validity of the study.Data analysis by different researchers revealed serious threats to validity. Hence, interrater agreement (IRA) was measured to assess the degree of agreement between raters. It was found that the effect of the work environment on ability to CoCon was strong. The direct effect of the work environment on productivity was weak, as well as the mediating effect of the ability to CoCon. However, all effects are more distinct in innovative offices, in comparison to traditional offices.Use of productivity as a predictor construct is obsolete. It neglects effectiveness, quality of goods and services, quality of work life and innovation. Qualitative research can overcome this omission by falsification. Reductionism, use of a Computer Aided Qualitative Data Analysis System (CAQDAS), researcher triangulation and newly developed visualisation techniques improve the validity and reliability of the current study. Moreover, rigor application of such methodological techniques is a showcase for FM research and enhances scholarly knowledge. Management implications and directions for future research will be given, e.g. management attention to an integral approach to office innovation and the ability to concentrate at work.
ARV is een Europees gesubsidieerd project. Hierin werken we aan klimaat positieve en circulaire gemeenschappen in Europa door onder andere het woningrenovatietempo te verhogen. Hogeschool Utrecht creëert en test samen met haar partners enkele renovatie innovaties zoals het Inside Out concept en de Circulaire hub.
In de schoonmaakbranche is de werkdruk hoog . Hierdoor worden gebouwen dagelijks niet goed genoeg schoongemaakt. Er heerst krapte op de arbeidsmarkt. Schoonmaakwerk is vooral handmatig werk en is ook zwaar werk. De schoonmaakbranche is dringend op zoek naar technologische oplossingen die het werk in de toekomst kunnen verlichten. Eén van die technologische oplossingen is de introductie van schoonmaakrobots , die op dit moment mondjesmaat op de markt worden gebracht. Schoonmaakorganisaties weten nog niet goed hoe deze robots efficiënt in te zetten, het vergt nog veel tijd om ze te kunnen gebruiken en schoonmaakmedewerkers zijn terughoudend om ermee te werken. Het project Assisted Cleaning Robots (ACR) richt zich op de volgende onderzoeksvraag: “hoe integreer je robottechnologie in het werkproces in de schoonmaakbranche, zodat een robot enerzijds zo optimaal mogelijk het werkproces ondersteunt, en anderzijds zo optimaal mogelijk met de mens samenwerkt.” Wat hierin optimaal is en hoe dit gemeten kan worden, is onderdeel van het onderzoek en is afhankelijk van de technologische mogelijkheden, de mensen die er mee werken, en de werkomgeving. In dit project werken Fontys Hogeschool Engineering, Fontys Hogeschool Techniek & Logistiek en de Haagse Hogeschool samen met schoonmaakorganisaties CSU en Hectas en andere bedrijven (toeleveranciers van schoonmaakrobots als ontwikkelaars), nationaal samenwerkingsverband Holland Robotics en brancheorganisatie Schoonmakend Nederland. Dit project kent een looptijd van twee jaar en gaat van start op 1 november 2021. In dit project worden nieuwe schoonmaakprocessen gedefinieerd en wordt op basis van deze processen technologie ontwikkeld (waar doorgaans eerst een nieuw product wordt ontwikkeld en daarna pas gekeken naar hoe dit product in te zetten). In dit project staat de mens die met de technologie in het proces moet gaan werken centraal. De technologie en het proces worden gevalideerd middels praktijktests met de betrokken schoonmaakorganisaties, op representatieve locaties. Hieruit worden lessen getrokken voor verbeteringen.