Alle kinderen zijn op opvoeding aangewezen. Binnen de vanzelfsprekendheid van een pedagogische relatie en de wederzijdse betrokkenheid tussen opvoeder en kind ontwikkelt het kind zich op weg naar volwassenheid. Meestal verloopt dit proces zonder al te veel problemen. Bij zo'n tien tot vijftien procent van de kinderen verlopen ontwikkeling en opvoeding echter niet vanzelf. Dit uit zich veelal in achterstanden en probleemgedrag bij het kind en een grote handelingsverlegenheid bij de opvoeders. Waar dat opvoeden niet meer vanzelf gaat, kunnen professionals vanuit een orthopedagogische invalshoek een bijdrage leveren aan een maximaal 'herstel van het normale leven'. Dat vraagt van hen een speciale deskundigheid. In Als opvoeden niet vanzelf gaat worden hiervoor de bouwstenen geleverd. De lezer maakt eerst kennis met orthopedagogiek en de betekenis hiervan voor problematische opvoedingssituaties. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de bagage waarover een professionele opvoeder (jeugdzorgwerker of leerkracht) dient te beschikken. Daarna komt het opvoedkundig handelen bij veel voorkomende problemen en stoornissen aan de orde. Het boek sluit af met een overzicht van organisaties in het orthopedagogisch werkveld. Op de website www.thiememeulenhoff.nl worden vier bijlagen bij deze uitgave aangeboden, waarin dieper wordt ingegaan op het orthopedagogische werkveld: de gemeentelijke en bovengemeentelijke voorzieningen, de jeugdzorg, de zorg voor kinderen met een beperking of ziekte en het onderwijs.
DOCUMENT
In dit onderzoek stonden de ervaring en beleving van jongeren (specifiek middelbare scholieren) rondom het opgroeien in de huidige digitale wereld – meer specifiek met sociale mediasites – centraal. Middels dit onderzoek beoogden we enerzijds een bijdrage te leveren aan het begrijpen van de veronderstelde relatie tussen sociale mediagebruik en identiteitsontwikkeling van jongeren, en anderzijds jongeren te positioneren om adviezen te geven aan ouders en professionele opvoeders rondom dit thema. In de rapportage wordt beschreven wat de aanleiding voor dit onderzoek was, waarna de onderzoeksvraag, doelstelling, onderzoeksmethoden en resultaten achtereenvolgens worden weergegeven. Het rapport sluit af met een door de jongeren geformuleerd advies voor een lyceum.
MULTIFILE
U wordt meegenomen in de weerbarstige wereld van kinderen en jongeren, die opgroeien in onze moderne tijd. Ook wordt de maatschappelijke context geschetst, wat zijn we eigenlijk voor een samenleving? En in hoeverre en in welk opzicht is die anders dan die van voorgaande generaties? Deze rede gaat vooral ook over het opvoeden in de huidige tijd en over opvoeden in de toekomst, ook al weten we helemaal nog niet hoe die eruit zal zien. Wie denkt dat er pasklare antwoorden komen voor allerlei opvoedingsdilemma’s, komt bedrogen uit. In dit verhaal zullen juist veel vragen doorklinken. Vragen die het afgelopen jaar zijn opgehaald in het pedagogisch veld, bij ouders en bij professionele opvoeders, maar ook bij kinderen en jongeren. Af en toe worden uitstapjes gemaakt naar sociologische, psychologische en filosofische perspectieven op opgroeien en opvoeden en tevens wordt voortgebouwd op inzichten uit eigen studies naar talentontwikkeling van jongeren.
DOCUMENT
Adolescenten brengen steeds meer vrije tijd door met het spelen van games en bevinden zich mede daardoor in een hybride leefwereld. Deze relatief nieuwe wereld brengt nieuwe uitdagingen mee rondom identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn; voor gamende adolescenten zelf, maar ook hun (professionele) opvoeders. Wij onderzoeken de relatie tussen gamen, identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn en de rol die (professionele) opvoeders hierin hebben.Doel Op dit moment ontbreekt kennis over de relatie tussen gamen, identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn van adolescenten en is het onder andere lastig om handvatten voor (professionele) opvoeders te ontwikkelen. Handvatten kunnen helpen om beter aan te sluiten bij de leefwereld en behoeftes van gamende adolescenten. De resultaten van dit onderzoek kunnen bijdragen aan een positieve (sociale) identiteitsontwikkeling van gamende adolescenten in een hybride wereld. Resultaten Het promotieonderzoek gaat verschillende wetenschappelijke publicaties opleveren. We vertalen onze resultaten samen met professionals, opvoeders en adolescenten naar praktische handvatten voor (professionele) opvoeders. De betrokken praktijkpartners en opleidingen geven deze wetenschappelijk onderbouwde inzichten en handvatten een passende plaats in hun curricula en werkwijzen. Looptijd 01 september 2022 - 01 september 2026 Aanpak Dit promotieonderzoek heeft een praktijkgericht, mixed-methods design. Voor de kwantitatieve analyse maken we gebruik van longitudinale data van het Digital Youth project van Universiteit Utrecht. De kwalitatieve data wordt verzameld door symbolic netnography (een digitale variant van etnografisch onderzoek), interviews en participerende observaties met adolescenten en (professionele) opvoeders. In samenspraak met adolescenten en (professionele) opvoeders worden deze inzichten vertaald naar praktische handvatten.
Adolescenten brengen steeds meer vrije tijd door met het spelen van games en bevinden zich mede daardoor in een hybride leefwereld. Deze relatief nieuwe wereld brengt nieuwe uitdagingen mee rondom identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn; voor gamende adolescenten zelf, maar ook hun (professionele) opvoeders. Wij onderzoeken de relatie tussen gamen, identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn en de rol die (professionele) opvoeders hierin hebben.
Coachingsgeprekken rond spiritueel – ritueel geladen handelen in de residentiele jeugdhulp. Vraagstukken rond jeugd, gezin en opvoeding zijn blijvend actueel. De vraag hoe het leven van jongeren eruit ziet en hoe zij voor hun leven en rol in de maatschappij worden gevormd, is daarbij wezenlijk. In mijn promotieonderzoek heb ik verslag gedaan van het dagelijks leven van adolescenten in de residentiele jeugdhulp en de rol van pedagogische medewerkers daarbij (Vierwind, 2019). Het perspectief van waaruit dat gebeurt is dat van de ritual studies. Naast dagelijkse- en overgangsrituelen worden in dit onderzoek ‘rituelen met een spirituele dimensie’ blootgelegd. De jongeren vertellen in de interviews hoe zij in situaties van tegenslag en verdriet overgaan tot spirituele handelingen waaraan zij moed en kracht ontlenen. Eerder onderzoek toont dat de adolescentietijd, onafhankelijk van eigen al of niet spirituele opvoeding, voor meerdere jongeren een periode van spiritueel ontwaken is. Religie en spiritualiteit blijken als coping mechanisme een bron van veerkracht. Een van de bevindingen in mijn onderzoek is dat pedagogisch medewerkers zeggen dat zij weten dat jongeren bij tegenslag en verdriet spirituele handelingen verrichten, maar daarbij expliciet benoemen dat ze in mentorgesprekken daar niet op afstemmen. Als een reden daarvoor wordt genoemd dat dit niet aansluit bij de eigen visie en levensrichting. Deze bevinding sluit aan bij eerder onderzoek waarin wordt geconcludeerd dat het kunnen hanteren van de eigen voorkeurstijl door pedagogisch medewerkers blijvend aandacht vraagt. Ook de door jongeren in eerder onderzoek uitgesproken behoefte om met hun begeleiders ‘echte gesprekken’ te kunnen hebben, is in dit verband noemenswaardig. Het hier voorgestelde onderzoek richt zich op de vraag hoe pedagogisch medewerkers in mentorgesprekken die binnen de residentiele jeugdhulp worden gevoerd kunnen afstemmen op het spiritueel handelen van jongeren. De resultaten van dit onderzoek zijn ook voor aanpalende beroepsgroepen van belang (Verpleegkunde, Onderwijs, Theologie).