Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
DOCUMENT
SAMEN WIJS draagt bouwstenen aan voor de ontwikkeling van de school als professionele leergemeenschap. In een school als professionele leergemeenschap onderzoeken de teamleden samen hun onderwijspraktijk, met de expliciete bedoeling deze te verbeteren. Drie basale capaciteiten worden theoretisch en praktisch beschreven: de persoonlijke capaciteit om reflectief te handelen; de interpersoonlijke capaciteit om collectief te leren en de organisatorische capaciteit om het samen leren te organiseren. De rol van de schoolleider bij de ontwikkeling van deze capaciteiten komt uitgebreid aan de orde. In het boek is ook een aantal vragenlijsten en praktische werkwijzen beschreven die schoolleiders kunnen helpen bij het ontwikkelen van de school als professionele leergemeenschap.
DOCUMENT
In deze lectorale rede worden allereerst een aantal belangrijke ontwikkelingen geschetst, zoals die plaatsvinden in educatieve praktijken. Het gaat dan om toenemende globalisering en de daarmee gepaard gaande demografische, sociale en economische veranderingen, de transitie van een medisch model van kijken naar kinderen en jongeren met gedragsproblemen en leermoeilijkheden naar een sociaal model, en de professionaliteit van leerkrachten die onder druk is komen te staan. Wat betekenen deze voor het denken over professionaliteit en welke doelstellingen komen daaruit voort voor het lectoraat Professionele waarden in kritische dialoog? In het tweede deel wordt ingegaan op verschillende opvattingen over professionaliteit: de autonome, reflectieve, normatieve en democratische professionaliteit. Al deze opvattingen zijn belangrijk voor de professionele ontwikkeling van leerkrachten anno 2010, maar de laatste twee zijn de belangrijkste daarin. In deel drie zet ik in het verlengde van de opvattingen over normatieve en democratische professionaliteit de drie pijlers voor dit lectoraat uiteen: relationele agency, waarden, en kritische dialoog. Deze vormen de grondslag voor het werkprogramma van het lectoraat, dat in het laatste deel aan de orde komt.
DOCUMENT
In veel landen is er een toenemende aandacht voor het verbeteren van de kwaliteit van leraren. Scholen moeten daarom een optimaal leerklimaat creëren dat leraren stimuleert zichzelf professioneel te blijven ontwikkelen. Hiervoor is een bepaalde grondhouding bij leraren vereist, een zogenoemde academische houding. Gebaseerd op een literatuurstudie en data uit interviews beschouwen we de volgende kenmerken als belangrijke onderdelen van een academische houding. Naast een onderzoekende houding, een reflectieve houding, professionele nieuwsgierigheid, is ook het voortdurend zoeken naar mogelijkheden om de eigen praktijk te verbeteren, een onderdeel van de academische houding. De studie die we in deze paper presenteren is onderdeel van een promotieproject waarbij de focus ligt op de ontwikkeling van een academische houding van leraren in het basisonderwijs. In dit deelonderzoek staan de volgende hoofdvragen centraal: (1) welke professionele ontwikkelingsactiviteiten ondernemen leraren en (2) welke factoren en actoren zijn van invloed hierop volgens leraren en schoolleiders. Door middel van diepte-interviews zijn data verzameld onder 26 respondenten van 4 basisscholen. Deze scholen participeren in het project 'Academische Basisschool', waarbij professionele ontwikkeling van leraren en het ontwikkelen van een professionele cultuur op school belangrijke doelen zijn. De resultaten laten zien dat leraren van veel verschillende activiteiten leren. Informele activiteiten worden hierbij vaker genoemd dan formele activiteiten. Leraren geven in het bijzonder weer dat zij veel leren door interactie en samenwerking met collega's. Hoewel een onderzoekende houding één van de belangrijkste kenmerken van een academische houding is, worden onderzoeksactiviteiten nauwelijks als manier genoemd om professionele ontwikkeling te bewerkstelligen. De resultaten laten daarnaast zien dat schoolleiders een belangrijke rol spelen bij het stimuleren en faciliteren van leraren in het leren van en met elkaar.
DOCUMENT
In de voorbij jaren groeide de aandacht voor professionele leergemeenschappen. In een school als professionele leergemeenschap ontwikkelen en onderhouden de onderwijsprofessionals een structuur en een cultuur van samen werken en samen leren met het oog op de voortdurende verbetering van het onderwijs. Toch zijn professionele leergemeenschappen nog meer metafoor dan realiteit. Vragen naar de effectiviteit van een professionele leergemeenschap of naar de wijze waarop een school zich als professionele leergemeenschap kan ontwikkelen, zijn nog ver van beantwoord. In deze publicatie wordt uitgebreid ingegaan op deze vragen. De publicatie is gebaseerd op een project dat de afgelopen jaren is uitgevoerd door het lectoraat en kenniskring Schoolontwikkeling en Schoolmanagement van Fontys Hogescholen. Het project kende een dubbele doelstelling. Enerzijds werd een aantal basisscholen ondersteund in hun ontwikkeling als professionele leergemeenschap. Anderzijds werd kennis verzameld over die ontwikkeling: hoe verloopt die ontwikkeling, welke interventies doen er toe, wat is de rol van de schoolleider? Het is een type onderzoek dat lectoraten - die sinds 2000 aan de Nederlandse Hogescholen zijn ingericht - ambiëren: onderzoek dat niet enkel theoretisch maar zeker ook praktisch relevant is voor scholen en onderwijsprofessionals. Het boek begint dan ook met een uitgebreide schets van een school in ontwikkeling. Vervolgens worden in enkele theoretische hoofdstukken het begrip professionele leergemeenschap verder uitgewerkt, wordt het project van de kenniskring beschreven en wordt de aard van het uitgevoerde onderzoek toegelicht. In de vier volgende worden door verschillende auteurs, vanuit dezelfde perspectieven, vier scholen beschreven. In de analyse van al deze scholen wordt telkens ingegaan op de ontwikkeling van de school als professionele leergemeenschap, op de interventies (met name de bronnen, de focus en de effecten van de interventies) en op de rol van de schoolleider. Hierin wordt de ontwikkeling van de scholen getypeerd, wordt een aantal effectieve interventies beschreven en wordt de rol van de schoolleider in dit proces belicht. Op basis van deze inzichten worden vervolgens een aantal praktische handreikingen voor scholen geformuleerd. In de laatste drie hoofdstukken vindt men een aantal praktische instrumenten die behulpzaam kunnen zijn bij de ontwikkeling van de school als professionele leergemeenschap. Het betreft onder meer een matrix met behulp waarvan men eerste goede indruk krijgen van de eigen school als professionele leergemeenschap en van indicaties voor de verdere ontwikkeling van de school. verder wordt een "professionele leergemeenschap-bril" gepresenteerd. Door het "opzetten van deze bril" ziet men, bij het denken over een concrete onderwijsvernieuwing, hoe de ontwikkeling van de verschillende dimensies van een professionele leergemeenschap in onderlinge samenhang kan bijdragen aan die onderwijsvernieuwing. Ten slotte vindt men een vragenlijst waarmee men de rolinvulling van de schoolleider in een professionele leergemeenschap kan vaststellen. Het boek is in de eerste plaats bedoeld voor onderwijsprofessionals, zowel in Nederland als in Vlaanderen die een belangrijke en noodzakelijke rol willen spelen in de ontwikkeling van hun school en voor leerkrachten die hun professionaliteit verder willen ontwikkelen. Het boek is vooral geschreven voor en vanuit het primair onderwijs. Maar de beschreven ontwikkelingen, processen, interventies en rollen kunnen ook inzicht en inspiratie bieden aan professionals in andere sectoren van het onderwijs.
DOCUMENT
Een interview met Patty de Laat (HBO docent Fontys Sociale Studies) en Michel Frijters (MBO Summa College Sociaal Werk) over de beloftevolle samenwerking tussen het MBO en HBO sociaal werk binnen de professionele werkplaats – maatschappelijke impact in Eindhoven. Een leeromgeving die enerzijds bijdraagt aan de ontwikkeling van toekomstige professionals binnen het sociale domein en anderzijds impact maakt door sociale vraagstukken bij de kern aan te pakken.
DOCUMENT
In deze bijdrage worden drie rollen van de schoolleider beschreven, die leiding wil geven aan een professionele leergemeenschap: architect, cultuurbouwer en leraar.
DOCUMENT
In het domein „verrichten‟ zijn professionele effectiviteit en professionele kwaliteit belangrijke handelingswaarden. Bij effectiviteit gaat het om de vraag of de professional daadwerkelijk de professionele doelen (of humanitaire waarden) realiseert. En bij professionele kwaliteit gaat het om de vraag hoe goed hij of zij dat doet. Voldoet het werk aan de professionele standaarden? Aan professionele kwaliteit dragen veel factoren bij, die niet alleen met de individuele reclasseringswerker te maken hebben maar ook met de context van de organisatie. Denk aan opleidingen, trainingen, beleid en kwaliteitssystemen, HRM beleid, arbeidsklimaat. Professionele kwaliteit van reclasseringswerkers zelf heeft te maken professionele expertise, die tot stand komt in een voortdurende interactie tussen expliciete algemene – en methodische kennis en systematische reflectie op impliciete ervaringskennis. Omdat het congres in het teken stond van het expliciteren en vergroten van deze ervaringskennis (practice based evidence) is in de workshop over professionele kwaliteit alleen bij de tweede vorm stilgestaan.
DOCUMENT
Het boek ontwikkelt in discussie met de sociologische traditie en met behulp van de ideaaltypische methode een integraal model van professionaliteit waarin de waardevolle kern, de innerlijke samenhang en de contextuele positionering centraal staan. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de identiteit en de positie van professionals. Het model is geschikt als referentiekader voor reflectie op professioneel functioneren en voor onderzoek van professionele praktijken. Het boek is tegelijk goed toegankelijk en goed onderbouwd, en daarmee zowel interessant voor praktijkgerichte professionals als voor sociale wetenschappers.
LINK
Bij het domein „Inrichten‟ gaat het om de manier waarop de beroepsgroep is georganiseerd en ingebed. Hoe staat het met de professionele cohesie? Hoe zijn de beroepsgenoten ingebed in de organisatie? Hoe stemmen ze hun handelen af op hun samenwerkingspartners? Dit hoofdstuk richt zich op de professionele cohesie. De centrale vraag hierbij is: wat zou de beroepsgroep van reclasseringswerkers met elkaar kunnen delen? Op welke wijze is de professionele cohesie te vergroten? Daaraan vooraf gaat een andere vraag: Is het reclasseringswerk een beroep?
DOCUMENT