Hoe kunnen we een rekenles beter laten aansluiten bij een kwalificatiedossier en het rekenexamen? Welk lesmateriaal is er al?
DOCUMENT
Nederland wordt steeds meertaliger, en onze scholen dus ook. De laatste jaren zien we groeiende belangstelling voor het verwelkomen van meertaligheid op school. Scholen hebben vlaggen uit verschillende landen op hun gang hangen, er hangt een meertalige welkomstboodschap op de voordeur, en bibliotheken worden uitgebreid met boeken in andere talen.
LINK
“Leer kinderen problemen oplossen.” Dat is een belangrijk doel van het onderwijs van de toekomst, zowel binnen als buiten de rekenles. Als het gaat om het oplossen van non-routine rekenopgaven (opgaven waarbij kinderen zelf een oplossingsmanier construeren) is het van belang dat leerlingen daarover met elkaar in gesprek gaan. Dat vereist een adequate rekentaal waarmee ze hun rekenideeën kunnen verwoorden en die van anderen kunnen begrijpen. Leerlingen kunnen die rekentaal verwerven door met elkaar in gesprek te gaan over het oplossen van non-routine rekenopgaven. Dit lijkt een vicieuze cirkel, maar leerkrachten die zich ervan bewust zijn dat hun leerlingen tijdens het uitwisselen van oplossingsmanieren aan een dubbel doel werken, kunnen zorgen voor niveauverhoging, zowel in rekentaal als in probleemoplossende vaardigheden. Door feedback te geven op zowel het taalgebruik van de leerlingen als hun oplossingsmanieren, creëren ze een win-win-onderwijs-situatie.
DOCUMENT
Wat is de kracht van de taalontwikkelende leraar? Het antwoord erop is bepalend voor wat er in de opleiding tot leraar basisonderwijs aan bod komt, omdat op de opleiding de tijd beperkt is en je als opleider keuzes maakt over wat je aan bod laat komen in de lessen. Door middel van dit onderzoek heeft de auteur inzicht willen krijgen in het schooltaalstimulerend gedrag van basisschoolleraren tijdens de rekenles, is gezocht naar verklaringen voor dit gedrag om meer zicht te krijgen op de kracht van de leraar en is onderzocht hoe op de opleiding schooltaalstimulerend gedrag kan worden aangeleerd. ISBN: 978-94-6416-369-8 eISBN: 978-94-6416-370-4
DOCUMENT
Aan integratie van taal- en zaakvakonderwijs wordt in opleidingen en op basisscholen gewerkt. We zien dan de meerwaarde die deze didactiek kan hebben. Maar wat is er nu nodig om leerkrachten te helpen ontdekken hoe die samenhang van taal en leren ligt en welke rol zij daarin kunnen nemen? Gerda Swank beschrijft in dit onderzoeksverslag hoe zij met twee leerkrachten de stap naar taalgericht vakonderwijs zette. Duidelijk komt hierin naar voren welke kracht het bekijken van videobeelden van samenwerkende kinderen heeft en hoe leerzaam het is om zelf al pratend na te denken over je eigen onderwijs.
DOCUMENT
Het Protocol ERWD1 verscheen in 2011 als het Protocol voor het basisonderwijs, het speciaal basis-onderwijs en het speciaal onderwijs (Van Groene, Borghouts & Janssen, 2011). De ingezette lijn van ERWD1 is doorgetrokken naar het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in ERWD2 en naar het middelbaar beroepsonderwijs in een afzonderlijke publicatie ERWD3 (Van Groenestijn, Van Dijken & Janson, 2012). ERWD2 en ERWD3 verschijnen tegelijkertijd. De uitgangspunten en de uitwerking van de drie protocollen sluiten geheel op elkaar aan. De lijn van ERWD start in het primair onderwijs. Hier heet het vak waar het gaat om ‘rekenen/wiskunde’. Dit verklaart de letters RW in de naam. De afkorting ERWD blijkt inmiddels al helemaal ingeburgerd. Daarom is deze benaming gehandhaafd, hoewel dit in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs alleen met het woord ‘rekenen’wordt aangeduid. De inhoud van ‘rekenen’dekt echter dezelfde rekenwiskundige domeinen als ‘rekenen/wiskunde’in het primair onderwijs.
DOCUMENT
Het Protocol ERWD1 verscheen in 2011 als het Protocol voor het basisonderwijs, het speciaal basis-onderwijs en het speciaal onderwijs (Van Groene, Borghouts & Janssen, 2011). De ingezette lijn van ERWD1 is doorgetrokken naar het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in ERWD2 en naar het middelbaar beroepsonderwijs in een afzonderlijke publicatie ERWD3 (Van Groenestijn, Van Dijken & Janson, 2012). ERWD2 en ERWD3 verschijnen tegelijkertijd. De uitgangspunten en de uitwerking van de drie protocollen sluiten geheel op elkaar aan. De lijn van ERWD start in het primair onderwijs. Hier heet het vak waar het gaat om ‘rekenen/wiskunde’. Dit verklaart de letters RW in de naam. De afkorting ERWD blijkt inmiddels al helemaal ingeburgerd. Daarom is deze benaming gehandhaafd, hoewel dit in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs alleen met het woord ‘rekenen’wordt aangeduid. De inhoud van ‘rekenen’dekt echter dezelfde rekenwiskundige domeinen als ‘rekenen/wiskunde’in het primair onderwijs.
DOCUMENT
Het Protocol ERWD1 verscheen in 2011 als het Protocol voor het basisonderwijs, het speciaal basis-onderwijs en het speciaal onderwijs (Van Groene, Borghouts & Janssen, 2011). De ingezette lijn van ERWD1 is doorgetrokken naar het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in ERWD2 en naar het middelbaar beroepsonderwijs in een afzonderlijke publicatie ERWD3 (Van Groenestijn, Van Dijken & Janson, 2012). ERWD2 en ERWD3 verschijnen tegelijkertijd. De uitgangspunten en de uitwerking van de drie protocollen sluiten geheel op elkaar aan. De lijn van ERWD start in het primair onderwijs. Hier heet het vak waar het gaat om ‘rekenen/wiskunde’. Dit verklaart de letters RW in de naam. De afkorting ERWD blijkt inmiddels al helemaal ingeburgerd. Daarom is deze benaming gehandhaafd, hoewel dit in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs alleen met het woord ‘rekenen’wordt aangeduid. De inhoud van ‘rekenen’dekt echter dezelfde rekenwiskundige domeinen als ‘rekenen/wiskunde’in het primair onderwijs.
DOCUMENT
Op 2 juni 2021 werd Kees Hoogland officieel geïnstalleerd als lector binnen het lectoraat Wiskundig en Analytisch Vermogen van Professionals van Hogeschool Utrecht. Hoog tijd voor een interview met deze kersverse lector.
LINK
De leerling ontwikkelt kennis en vaardigheden door creativiteit en nieuwsgierigheid in te zetten, aldus het eerste kenmerk van de visie op toekomstgericht onderwijs uit het advies van Platformonderwijs2032 (Schnabel, 2016). Dit kenmerk veronderstelt dat leerlingen probleemoplossend aan de slag gaan, kritische vragen stellen en hun inventiviteit gebruiken. Dat klinkt fantastisch, maar hoe kan een leerkracht voor elkaar krijgen dat dit gebeurt? In dit artikel schetsen we aan de hand van praktijkvoorbeelden in het primair onderwijs hoe je als leerkracht dit soort vaardigheden en houdingen kunt stimuleren. Belangrijk daarvoor is dat leerlingen onderwijstaken niet ervaren als opdrachten voor een vak maar als echte problemen met meerdere dimensies om op te lossen. Dit kan bewerkstelligd worden door op een meer vakoverstijgende manier te gaan werken (Thijs, Fisser, & Hoeven, 2014). We beginnen met het schetsen van de theoretische achtergrond rond vakoverstijgend onderwijs en werken vervolgens enkele praktische voorbeelden uit.
DOCUMENT