Boek te leen bij de HU Bibliotheek. Samenvatting boek: Arts-Based Research betekent letterlijk: op kunsten gebaseerd onderzoek. Praktijkgericht Arts-Based Research levert een bijdrage aan het oplossen van concrete vraagstukken in de dagelijkse beroepspraktijk. Juist in het sociaal domein heeft het toegevoegde waarde dit type onderzoek in te zetten omdat deze benadering de ruimte biedt de praktijk in het sociaal domein vanuit een ander perspectief te bekijken en te komen tot activering, ondersteuning, verbinding en participatie. In Arts-Based Research voor het sociaal domein komen verschillende kunstvormen aan bod. De auteurs laten zien hoe die gebruikt kunnen worden in innovatief praktijkgericht onderzoek in alle fasen van een onderzoeksproject. De uitgave begint met een introductie van Arts-Based Research. Daarin wordt onder andere ingegaan op vraagstukken in het sociaal domein die zich goed lenen voor het werken met kunst in onderzoek. In het kerngedeelte wordt ingegaan op zes varianten van Arts-Based Research, gekoppeld aan even zo veel kunstvormen: verhalen, muziek, theater, dans, beeldende kunst en audiovisuele media.
LINK
Introduction: In 2011 5,3 million people had a chronic disease. Secondly patients want to have more influence in regulating their own disease. Self-management is increasingly being mentioned as a possible solution. However the practice learns that this involves ethical dilemmas, which nurses are often confronted with. Aim: ‘What factors are important for nurses who promote self-management in patient with a chronical disease to maintain a healthy lifestyle, while taking into account de patients’ autonomy?Method: a literature search was done in databases Pubmed and Cochrane. Inclusion criteria were: Qualitative research studies published after 2003 in English or Dutch language, concerning adult patients with a chronical disease and related to the nursing profession.Secondly a semi-structural interview was done with two dialysis care professionals and transcripted verbatim. Results: Six studies met the selection criteria and were used to answer the question. The literature data indicate five factors that influence self-management: (1) Professional attitude of nurses: nurses use their own values and convictions in ethical decisions which leads to moral conflicts (2) Shared-decision making: sharing knowledge as a professional with the patient is a significant component in giving the patient autonomy (3) Patient directed support contributes to the success of self-management (4) Change of the traditional relation as professional-patient into a professional cooperation (5) Reflection on ethical dilemmas.During the semi-structural interviews as most important aspects of self-management were mentioned that patients must be informed adequately and supported by making decisions. Patients autonomy must be central in the organization of care. Conclusion: Within self-management the patient should be in a central position. While performing self management care, nurses can be confronted with personal opinions that conflict with patients’ values. Shared decision making, patient directed support, professional attitude of the caregivers and reflection on ethical dilemmas, are key elements for effective self-management.
‘Succes heb je zelf in de hand; falen is je eigen schuld.’ Dat is het ideaalbeeld van de prestatiesamenleving, waar alleen talent en inzet tellen. Winnaars in de competitie om maatschappelijk succes hebben een goedbetaalde baan die hun status en waardering verschaft. Maar waaraan ontlenen werklozen in activeringsprogramma’s waardering als ze er ondanks al hun pogingen niet in slagen een betaalde baan te vinden? Hoe schermen ze zich af tegen het negatieve stereotype beeld van de ‘luie profiteur’, en hoe bestendigen zij hun zelfrespect? Judith Elshout laat in een rijke empirische studie zien dat dat voor hen een hele worsteling is. Ze onderschrijven de meritocratische waarden als ze hun falen wijten aan gebrek aan inzet in het verleden of als ze een scherpe scheidslijn trekken tussen actieve en inactieve werklozen. Maar ze verwerpen die waarden ook door aan onbetaald (vrijwilligers)werk een hogere morele waarde toe te kennen. Toch is ook voor hen een ‘echte’ baan een betaalde baan. Niet alleen vanwege de geldelijke beloning, maar vooral ook door de symbolische betekenissen die aan ‘loon’ verbonden zijn. Kennis van die betekenissen helpt om de gevoelshuishouding van werklozen beter te begrijpen.
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.
Students in Higher Music Education (HME) are not facilitated to develop both their artistic and academic musical competences. Conservatoires (professional education, or ‘HBO’) traditionally foster the development of musical craftsmanship, while university musicology departments (academic education, or ‘WO’) promote broader perspectives on music’s place in society. All the while, music professionals are increasingly required to combine musical and scholarly knowledge. Indeed, musicianship is more than performance, and musicology more than reflection—a robust musical practice requires people who are versed in both domains. It’s time our education mirrors this blended profession. This proposal entails collaborative projects between a conservatory and a university in two cities where musical performance and musicology equally thrive: Amsterdam (Conservatory and University of Amsterdam) and Utrecht (HKU Utrechts Conservatorium and Utrecht University). Each project will pilot a joint program of study, combining existing modules with newly developed ones. The feasibility of joint degrees will be explored: a combined bachelor’s degree in Amsterdam; and a combined master’s degree in Utrecht. The full innovation process will be translated to a transferable infrastructural model. For 125 students it will fuse praxis-based musical knowledge and skills, practice-led research and academic training. Beyond this, the partners will also use the Comenius funds as a springboard for collaboration between the two cities to enrich their respective BA and MA programs. In the end, the programme will diversify the educational possibilities for students of music in the Netherlands, and thereby increase their professional opportunities in today’s job market.
In het project “ADVICE: Advanced Driver Vehicle Interface in a Complex Environment” zijn belangrijke onderzoeksresultaten geboekt op het gebied van het schatten van de toestand en werklast van een voertuigbestuurder om hiermee systemen die informatie geven aan de bestuurder adaptief te maken om zo de veiligheid te verhogen. Een voorbeeld is om minder belangrijke informatie van een navigatiesysteem te onderdrukken, zolang de bestuurder een hoge werklast ervaart voor het autorijden en/of belangrijke informatie juist duidelijker weer te geven. Dit leidt tot een real-time werklast schatter die geografische informatie meeneemt, geavaleerd in zowel een rijsimulator als op de weg. In de ontwikkeling naar automatisch rijden is de veranderende rol van de bestuurder een belangrijk (veiligheids) onderwerp, welke sterk gerelateerd is aan de werklast van de bestuurder. Indien rijtaken meer geautomatiseerd worden, wijzigt de rol van actieve bestuurder meer naar supervisie van de rijtaken, maar tevens met de eis om snel en gericht in te grijpen indien de situatie dit vereist. Zowel deze supervisie als interventietaak zijn geen eenvoudige taken met onderling een sterk verschillende werklast (respectievelijk lage en (zeer) hoge werklast). Of een goede combinatie inclusief snelle overgangen tussen deze twee hoofdtaken veilig mogelijk is voor een bestuurder en hoe dit dan het beste ondersteund kan worden, is een belangrijk onderwerp van huidig onderzoek. De ontwikkeling naar autonoom rijden verandert niet alleen de rol van de bestuurder, maar zal ook de eisen aan het rijgedrag van het voertuig beïnvloeden, de voertuigdynamica. Voor de actieve bestuurder kunnen snelle voertuigreacties op bestuurdersinput belangrijk zijn, zeker voor een ‘sportief’ rijdende bestuurder. Indien dit voertuig ook automatische rijtaken moet uitvoeren, kan juist een meer gelijkmatig rijgedrag gewenst zijn, zodat de bestuurder ook andere taken kan uitvoeren. Dit stelt eisen aan vertaling van (automatische) input naar voertuigreactie en aan de voertuigdynamica. Mogelijk wil zelfs een sportieve bestuurder een meer comfortabel voertuiggedrag tijdens automatisch rijden. Eveneens voor deze twee voertuigtoestanden, menselijke of automatische besturing, moet gezocht worden naar een goede combinatie inclusief (veilige) overgangen tussen deze twee toestanden. Hierbij speelt de werklast en toestand van de bestuurder een doorslaggevende rol. In de geschetste ontwikkelingen in automatisch rijden kunnen de onderzoeksresultaten van ADVICE een goede ondersteuning bieden. Veel van deze ontwikkelingen worstelen met het schatten van de werklast van de bestuurder als cruciaal (veiligheids) aspect van automatisch rijden. De ADVICE resultaten zijn echter gepresenteerd voor beperkt publiek en gepubliceerd op conferenties, waarvan de artikelen veelal slechts tegen betaling toegankelijk zijn. Daarnaast zijn dergelijke artikelen gelimiteerd in aantal pagina’s waardoor de over te dragen informatie beperkt is. Om een betere doorwerking van ADVICE aan ‘iedereen’ te realiseren en tevens de mogelijkheden hiervan in de toekomst van automatisch rijden te plaatsen, willen wij top-up gebruiken om hierover een artikel te schrijven en dit in een peer-reviewed Open Access tijdschrift online toegankelijk te maken. Hierdoor wordt de informatie voor iedereen, gratis toegankelijk (open access), is de inhoud uitgebreider aan te geven (tijdschriftartikel) en is de inhoud en kwaliteit goed en relevant voor het vakgebied (peer-reviewed).