Robots are increasingly used in a variety of work environments, but surprisingly little attention has been paid to how robots change work. In this comparative case study, we explore how robotization changed the work design of order pickers and order packers in eight logistic warehouses. We found that all warehouses robotized tasks based on technological functionality to increase efficiency, which sometimes created jobs consisting of ‘left-over tasks’. Only two warehouses used a bottom-up approach, where employees were involved in the implementation and quality of work was considered important. Although the other warehouses did not, sometimes their work design still benefitted from robotization. The positive effects we identified are reduced physical and cognitive demands and opportunities for upskilling. Warehouses that lack attention to the quality of work may risk ending up with the negative effects for employees, such as simplification and intensification of work, and reduced autonomy. We propose that understanding the consequences of robots on work design supports HR professionals to help managing this transition by both giving relevant input on a strategic level about the importance of work design and advocating for employees and their involvement.
Additions to the book "Systems Design and Engineering" by Bonnema et.al. Subjects were chosen based on the Systems Engineering needs for Small and Medium Enterprises, as researched in the SESAME project. The
This study will examine whether voluntary work or an internship in a developing country contributes to the development of global citizenship among young people. For the purpose of this study, global citizenship will be defined as a combination of social awareness and possessing international competencies. For a period of four years, a group of 1000 participants between 14 and 25 years old was followed using online self-administered surveys, surveys conducted within the social environment and a smaller number of in-depth interviews. Data collection took place prior to an internship or voluntary work in a developing country, following their return, and six months after their return. Almost all of the international competencies that according to prior research are required to be able to function effectively when communicating with people from a different cultural background were found to have increased during their their stay abroad. Only reading and writing skills in the local language of the area were shown not to have improved. The greatest amount of improvement occurred in the area of intercultural competencies, namely attitude, knowledge, behaviour and skills. Following their stay abroad, the personal and social competencies of participants were also shown to have increased. Relatively speaking, their international professional and academic skills improved the least. Despite this, following the return from voluntary work or an internship in a developing country, a larger number of participants were shown to be exhibiting a socially responsible attitude with an understanding of interdependence, equality of all people and a shared responsibility for solving global issues, and expressed this more frequently in their behaviour. In addition, an increase in flexibility, cultural empathy, social initiative and emotional stability among participants was observed. What essentially characterises the participants according to the in-depth interviews is the ability they have developed to look through someone else’s eyes at their own culture and living conditions in the Netherlands and to use their improved self-confidence to live a more socially aware life and/or engage in international activities after their return from abroad.
Everybody has conscious and unconscious experiences during their holidays. They usually impact your life to a limited degree, but sometimes you have an experience as a result of which you will have a new outlook on life from that moment onwards: a life-changing experience.There are travelers who consciously seek a place in which they can have this type of experiences. Think, for instance of a wellness resort in Bali, in which you learn to eat healthy food and monitor your work-life balance. When returning from this holiday, you are likely to change course and take the plunge.You could also have an unconscious (spontaneous) experience during your holiday. An experience of which you did not know you would ever have it. You are being triggered, and when arriving home, you are going to take action to change things for the better. You may have visited an orphanage or a nature reserve during a round trip for which you are going to set up a fund-raising appeal after your holidays.This PhD research will seek answers to the following questions:• Can a life-changing experience be designed?• To what degree can a life-changing experience lead to a sustainable behavioural change? Partner: University of Surrey
Participatiewet, social return, baanafspraakbanen, quotumheffing – van MKB’ers wordt gevraagd werkplekken te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Quotumwet kan zelfs een boeteheffing opleggen als er onvoldoende werkplekken voor arbeidsbeperkten komen. De overheid dwingt MKB’ers hiermee over te gaan tot inclusief werkgeverschap. MKB’ers uit o.a. de bouw, afvalverwerking en schoonmaak kunnen geschikte werkplekken bieden en zijn bereid om hun bedrijf te richten op deze sociale innovatie. In de praktijk blijkt echter dat het MKB geen invulling kan geven aan deze innovatie, omdat kandidaten niet worden aangeleverd en/of niet over de juiste capaciteiten beschikken en omdat wet- en regelgeving belemmerend werkt. MKB’ers willen dit verbeteren samen met gemeenten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. MKB’ers ervaren dat gemeenten zich wel willen opstellen als partner van het bedrijfsleven, maar dat dat in de praktijk niet lukt. MKB’ers willen een structurele samenwerking met gemeenten tot stand brengen, waarbij ze zelf meer sturing geven aan de selectie en plaatsing van kandidaten, met minder regels. Omdat ze niet weten hoe ze dit van de grond kunnen krijgen vragen ze de Hanzehogeschool Groningen hiervoor handvatten te bieden. Gemeenten willen hier graag aan meewerken, omdat zij een beter beeld willen krijgen van de concrete behoeften van MKB’ers waardoor de door hen ingezette werkgeversbenadering beter aansluit op individuele MKB’ers. Door de nieuwe kennis van het project over een effectieve werkgeversbenadering zijn studenten beter voorbereid op de praktijk van de uitvoering van de Participatiewet en social return. De Hanzehogeschool Groningen zal samen met 26 MKB-bedrijven, MKB-Nederland Noord, De Normaalste Zaak, de gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen, een werkplan met spelregels ontwikkelen voor structurele samenwerking van MKB met gemeenten, waardoor MKB’ers kunnen voldoen aan de verplichtingen in het kader van social return en de Participatiewet en daadwerkelijk uitvoering kunnen geven aan inclusief werkgeverschap.
Met de Impuls 2020 geeft Hogeschool Leiden een vervolg aan de ambitie om te komen tot verdere profilering van ons praktijkgerichte onderzoek. We gaan met ons netwerk in gesprek om te komen tot aanscherping van ons profiel en willen met dit aangescherpte profiel nieuwe netwerkpartners aanspreken. De vijf kenniscentra van de hogeschool hebben elk een traject gekozen dat past bij hun ontwikkeling. Zo werkt een van de vijf kenniscentra een SPRONG-aanvraag uit waarin zij vanuit het doorsnijdende thema Sleuteltechnologieën werken aan maatschappelijke vraagstukken op het inhoudelijke thema Gezondheid en Zorg. Een ander kenniscentrum werkt met diverse netwerkpartners drie onderzoeksvoorstellen uit. Andere kenniscentra verscherpen hun onderzoeksprofiel, bijvoorbeeld bij KC Samen Redzaam bekijkt men hoe vanuit de systeembenadering de werkelijkheid schematisch weergegeven kan worden om kwetsbare gezinnen beter te ondersteunen. De impulsgelden stellen onze hogeschool in staat om dit traject gezamenlijk te starten en als kenniscentra met elkaar op te trekken. We werken toe ‘Naar een Leids narratief voor praktijkgericht onderzoek’. Ons trajectvoorstel zet met name in op het verbeteren van de strategische positionering van het onderzoek van onze hogeschool. Daarnaast willen we de impulsgelden besteden aan kosten die zijn ontstaan door het uitlopen van onderzoeksprojecten door COVID-19. Het is allereerst van belang om lopend onderzoek samen met partners tot een goed einde te brengen. Daarnaast is het ook belangrijk om docent-onderzoekers, die tijdens de lockdown minder onderzoekstijd hadden, in de gelegenheid te stellen hun onderzoek te continueren. Hiermee behouden we onze onderzoeksgroepen en consortia. Als laatste willen we de impulsgelden besteden aan het zichtbaar maken van beschikbare onderzoeksondersteuning en het ophalen van ondersteuningsbehoeften bij onderzoekers. Hiertoe willen we workshops rond datamanagement en wetenschappelijke integriteit organiseren. Deze workshops leveren input voor de doorontwikkeling van de organisatie van praktijkgericht onderzoek en draagt bij aan de versterking van de onderzoeksfunctie van de hogeschool.