2Do is een 13 weken durende interventie waarbij deelnemers twee tot drie keer per week aan intensieve kracht- en intervaltraining doen. De leefstijlthema's voeding (met extra aandacht voor de eiwitinname), beweging, slaap, stress en ontspanning worden behandeld in zes groepsbijeenkomsten en zes individuele bijeenkomsten. De bijeenkomsten vinden om de week afwisselend plaats en worden ondersteund met voorbereidende opdrachten.
LINK
Het gebruik van genotsmiddelen, een onjuist samengestelde voeding, bewegingsarmoede, metabole en mentale stress evenals overgewicht verhogen het risico op parodontitis. De genoemde leefstijlkeuzes zijn (in)direct van invloed op het immuunsysteem en kunnen ontstekingsreacties ter hoogte van het parodontium initiëren. Dit verhoogt uiteindelijk de vatbaarheid voor gingivitis en parodontitis. Een volwaardige voeding in termen va macro- (eiwitten, omega 3-vetzuren) en micronutriënten (vitamines) evenals fysieke activiteit en voldoende ontspanning blijken essentieel voor een gezond parodontium. Een gezond gewicht maar vooral een buikomvang binnen de normale range, dragen eveneens bij aan risicoreductie op parodontitis. Direct door het vrijmaken van pro-inflammatoire cytokines via de adipocyten en indirect door met overgewicht samenhangende aandoeningen. Een ongezonde leefstijl leidt dus tot een grotere vatbaarheid voor parodontale aandoeningen. Adviezen ten aanzien van leefstijl vorman derhalve een onderdeel van de parodontale zorg.
LINK
BACKGROUND: The number of mobile apps that support smoking cessation is growing, indicating the potential of the mobile phone as a means to support cessation. Knowledge about the potential end users for cessation apps results in suggestions to target potential user groups in a dissemination strategy, leading to a possible increase in the satisfaction and adherence of cessation apps.OBJECTIVE: This study aimed to characterize potential end users for a specific mobile health (mHealth) smoking cessation app.METHODS: A quantitative study was conducted among 955 Dutch smokers and ex-smokers. The respondents were primarily recruited from addiction care facilities and hospitals through Web-based media via websites and forums. The respondents were surveyed on their demographics, smoking behavior, and personal innovativeness. The intention to use and the attitude toward a cessation app were determined on a 5-point Likert scale. To study the association between the characteristics and intention to use and attitude, univariate and multivariate ordinal logistic regression analyses were performed.RESULTS: The multivariate ordinal logistic regression showed that the number of previous quit attempts (odds ratio [OR] 4.1, 95% CI 2.4-7.0, and OR 3.5, 95% CI 2.0-5.9) and the score on the Fagerstrom Test of Nicotine Dependence (OR 0.8, 95% CI 0.8-0.9, and OR 0.8, 95% CI 0.8-0.9) positively correlates with the intention to use a cessation app and the attitude toward cessation apps, respectively. Personal innovativeness also positively correlates with the intention to use (OR 0.3, 95% CI 0.2-0.4) and the attitude towards (OR 0.2, 95% CI 0.1-0.4) a cessation app. No associations between demographics and the intention to use or the attitude toward using a cessation app were observed.CONCLUSIONS: This study is among the first to show that demographic characteristics such as age and level of education are not associated with the intention to use and the attitude toward using a cessation app when characteristics related specifically to the app, such as nicotine dependency and the number of quit attempts, are present in a multivariate regression model. This study shows that the use of mHealth apps depends on characteristics related to the content of the app rather than general user characteristics.
De dataverzamelingsmethodiek ‘verhalen vangen’ (afgeleid is van de methodiek storytelling) die voor het project “Samenwerken met ouders: hoe doe je dat?” is gekozen, is in de praktijk een deel van de oplossing voor de soms moeizame samenwerking tussen ouders en leerkrachten. De verhalen van leerkrachten en ouders zeggen veel over de individuele beleving van de samenwerking. Analyse van de verhalen geeft inzicht in de werkzame factoren en de competenties die een leerkracht nodig heeft om met ouders samen te werken. Maar, de impact van de verhalen is groter. Door aan dit project deel te nemen hebben leerkrachten (en ouders) leren luisteren. Iets wat op het oog vanzelfsprekend en eenvoudig lijkt, bleek in de praktijk verrassend lastig. Het oprecht luisteren naar ouders bleek voor veel leerkrachten een nieuwe en leerzame ervaring. Deze aanpak heeft veel scholen aangesproken. Deze laagdrempelige manier van data verzamelen bleek voor veel schooldirecteuren, leerkrachten en ouders een eye opener. Wij merken dat de methodiek relatief arbeidsintensief en dus duur is omdat alle gesprekken tot nu toe worden opgenomen en getranscribeerd. Uit deze transcripten worden de verhalen van ouders, leerkrachten en kinderen gedestilleerd. Om te kunnen voldoen aan de vraag van scholen om getraind te worden in ‘verhalen vangen’ en dus beter luisteren, willen wij de methodiek minder arbeidsintensief maken. We willen verkennen welke mogelijkheden er zowel inhoudelijk als technisch zijn om de methodiek, met behoud van alle waardevolle gesprekstechnieken, efficiënter te kunnen aanbieden.
Diverse partijen, zowel marktpartijen als kennisinstellingen, gaan in 2020 samenwerken in een pilot om te toetsen in hoeverre zij de plant kardoen (familie van de artisjok distel) in haar volle potentieel kunnen gebruiken voor diverse commerciële doeleinden, zoals bloemen, voedsel, composiet en een lamp. Er wordt in deze pilot onderzoek gedaan naar: - Gebruik van reststromen als bodemverbeteraar - Teelt van kardoen - Verwerking van kardoen
Het project inventariseert hoe internationaliseringsactiviteiten in MBO en HAVO bijdragen aan de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden en welke eindtermen MBO en HAVO hiervoor hebben gedefinieerd. Kennis hiervan stelt HBOs in staat om hum beginniveau voor de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden af te stemmen op de eindniveaus van hun instroom. Binnen het project worden case studies van een MBO-instelling en een HAVO-school uitgevoerd, die voorbereiden op een brede enquete binnen MBOs en HAVO-scholen. De resultaten worden met de sectoren besproken via interviews en vervolgens gespresenteerd op een conferentie voor HAVO, MBO en HBO.