In January 2020, Greece, the Republic of Cyprus and Israel signed an agreement to construct the EastMed pipeline, a 1900-kilometer undersea pipeline designed to transport gas from the offshore deposits in the Leviathan field of the southeastern Mediterranean to continental Europe. Designed as Project of Common Interest (PCI) by European Commission since 2013, this pipeline aims to diversify the EU’s energy source, potentially reducing reliance on Russian gas. While progress had stalled, the Russian invasion of Ukraine reignited hopes for its construction. Nonetheless, the United States raised doubts about its viability and distanced itself from what it reportedly labeled a “contentious energy scheme”. Our report aims to assess the prospects of the EastMed pipeline, drawing insights from the energy security scenario analysis by the World Energy Council, Shell, and the Clingendael Institute. Beginning with background information on the project’s geological aspects, EU-driven regulatory framework, key stakeholders, and estimated costs, we’ll craft scenarios around three central storylines: 1) Market and Institutions, focusing on stable geopolitics and regional cooperation, 2) Regions and Empires, emphasizing Geopolitical Tensions, and, 3) Environmental Challenges.
Significant factors in the success or failure of energy transition arise from the spatial potential of places and their communities. Scenario planning appears to be an appropriate design instrument to enable architects to unveil, conceptualise, imagine, test and communicate this potential to stakeholders. This paper critically refelcts on the scenario as an architectural design instrument. Inscribed with political intentions, scenario planning may be a far from neutral design instrument. Instead of triggering communities to explore local energy potential, a scenario may have a normative effect on a community's imagination. The paper aims to define guidelines for the deployment of scenarios in an open, participatory planning process. To mediate in a local participatory planning process, we argue, scenarios should be situational, dynamic and open-ended, allowing or even triggering communities to (re)define the issues relevant to a place during the ongoing process of energy-transition. How, when and where should scenarios be deployed in order to enable communities to understand and develop their local energy potential?
3D-printen is inmiddels een volwassen productietechniek en wordt ook steeds meer ingezet voor medische toepassingen, omdat het voor medisch specialisten steeds meer vanzelfsprekend wordt dat zorg wordt afgestemd op de behoeften en wensen van de patiënt. Ook de therapeutische wereld volgt deze ontwikkelingen en willen hier meer mee doen, om zo hun patiënten optimaal te kunnen helpen. De bottlenecks voor het daadwerkelijk implementeren van 3D-printen in het alledaagse proces van de podotherapeut zitten voornamelijk in de kostprijs, snelheid van produceren, beperking aan goede materialen en de onmogelijkheid om de geprinte zool nadien aan te passen. Daarnaast zorgt de diversiteit aan mogelijkheden voor een diffuus beeld voor de podotherapeutische bedrijven omtrent wat nu de juiste productietechniek en het juiste materiaal is om te gebruiken. De praktijkvraag die in dit project beantwoord wordt is: In welke situatie is welke materiaal-productieproces combinatie van de 3D-printtechniek geschikt voor podotherapeutische zolen? Middels gebruiksonderzoek en scenario’s worden de eisen en wensen van de podotherapeuten achterhaald, welke worden gekoppeld aan de uitkomsten van het literatuuronderzoek. Deze ontwerp-proces-materiaal-combinaties worden experimenteel getest en verbeterd. Aan de hand van de uitkomsten worden ontwerp-afhankelijke richtlijnen opgesteld voor de podotherapeuten om zo een goede materiaal-proces selectie te kunnen maken voor het gebruik van 3D-printen voor podotherapeutische zolen.
Deze subsidieaanvraag richt zich op het onderzoeken van de hergebruikmogelijkheden van structuren van incourante kantoorgebouwen. Grofweg 10% van alle leegstaande kantoorgebouwen is incourant. De structuren van deze gebouwen (de constructies) zijn echter meestal niet incourant en in de meeste gevallen technisch niet verouderd. Deze structuren kunnen worden ingezet als dragers voor nieuwe ontwikkelingen die aansluiten op de groeiambities van de metropoolregio Amsterdam. Op deze manier kan de levenscyclus van deze structuren worden verlengd en kunnen de grondstofstromen voor constructiematerialen worden gereduceerd. Het werkveld geeft aan behoefte te hebben aan gedetailleerde technische gegevens over deze structuren en gedetailleerd inzicht in functiemogelijkheden om op basis daarvan scenario’s te ontwikkelen om tot verdienmodellen te komen. In samenwerking met ABT en ABC Nova wordt voor 15 casestudies binnen de metropoolregio Amsterdam de structuur geïnventariseerd. Vervolgens worden voor deze gebouwen de functiemogelijkheden onderzocht. Dit project leidt tot gedetailleerde kennis over bestaande structuren en vormt daarmee de eerste stap in een te ontwikkelen 4D structurenatlas met functiemogelijkheden. De beoogde uitkomsten kunnen dienen als randvoorwaarden voor vervolgonderzoek naar een groter aantal te onderzoeken structuren en functiemogelijkheden. Ook kan naar aanleiding hiervan worden ingezoomd op specifieke constructietypen en functies.