This research investigates the impact of early facility management involvement on the effective utilization of building information modelling during the operation and maintenance phase. It looks at understanding the factors that encourage building owners to prioritize early facility manager engagement. This research also examined the role of facility managers when involved early in the process, including the stage in which FM should be involved, the additional knowledge and competencies to add value, the main tasks to perform and what barriers should be overcome to involve FM early. Lastly, this research defines the potential added value that early engagement has on the use of BIM in the operational phase. Recognizing that facility managers bear the ultimate responsibility for building management, this study explores how their early engagement can ensure BIM model align with operational needs, maximizing the technology’s benefits throughout a building’s lifespan. By examining the impact of early FM input, this research aims to provide actionable insights for facility managers to contribute to the BIM development process.
MULTIFILE
This chapter enquires into the resonance of junk news on Twitter during the campaign periods prior to the 2019 Dutch Provincial elections and European Parliamentary elections. Querying Twitter for political topics related to the two elections, and various divisive social issues such as Zwarte Piet and MH17, we analyse the spread and prominence of problematic sources. We also examined the claim that Twitter is susceptible to abuse by bot and troll-like users, and found that troll-like users were active across all political and issue spaces during the Dutch Provincial elections of 2019. Divisive issues remain steadily (even if marginally) active in junk news and tendentious news throughout the tested time frames, suggesting these issues are year-round rather than event-based or seasonal, as they are in the mainstream media.
MULTIFILE
Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 600.000 mensen ziek door het eten van besmet voedsel. De voedselverwerkende industrie heeft sterke behoefte aan meer grip op het bewaken van de hygiëne in de fabrieken om te voorkomen dat besmette producten in de winkels komen. In het afgeronde RAAK-mkb project “Precision Food Safety” is onderzocht wat de meerwaarde is van de toepassing van Whole Genome Sequencing (WGS) bij het achterhalen van de transmissieroutes van de pathogene bacterie Listeria monocytogenes bij voedselverwerkende bedrijven. Er is een biobank opgebouwd met bijna 600 L. monocytogenes stammen afkomstig van de fabrieksomgeving en producten van vis-, vlees- en groente-verwerkende bedrijven. Deze stammen zijn gesequenced met behulp van Nanopore sequencing. Vervolgens is de verwantschap tussen de stammen bepaald met een in het project ontwikkelde bioinformatica pijplijn. Het project bleek zeer succesvol. In “Advanced Precision in Food Safety ” wordt het onderzoek naar voedselveiligheid verbreed, door L. monocytogenes al aan het begin van de voedselverwerkingsketen (in grondstoffen en ingrediënten) te monitoren. Verder zal de WGS-methodiek worden toegepast op Salmonella enterica en zal de huidige bioinformatica pijplijn worden aangepast om transmissieroutes van dit andere belangrijke voedselpathogeen te achterhalen. Ter verdieping zal het ziekteverwekkende karakter van L. monocytogenes stammen worden bepaald op basis van het serotype en de aanwezigheid van ~60 beschreven virulentiegenen. Daarbij worden gegevens uit verschillende databases, met sequence data van zowel humane als niet humane stammen, met elkaar vergeleken. Zowel in het laboratorium als in de fabrieksomgeving zal het effect van verschillende schoonmaakmiddelen en schoonmaaktechnieken worden onderzocht op het elimineren van L. monocytogenes van oppervlaktes. Tevens wordt onderzocht of shotgun metagenomics analyse kan worden ingezet om voedsel snel en breed op voedselpathogenen te monitoren. Een prototype van een webapplicatie, waarmee bedrijven verkregen resultaten kunnen inzien en aanvullen zal verder worden ontwikkeld en door voedselverwerkende bedrijven worden getest en geïmplementeerd.
In de schoonmaakbranche is de werkdruk hoog . Hierdoor worden gebouwen dagelijks niet goed genoeg schoongemaakt. Er heerst krapte op de arbeidsmarkt. Schoonmaakwerk is vooral handmatig werk en is ook zwaar werk. De schoonmaakbranche is dringend op zoek naar technologische oplossingen die het werk in de toekomst kunnen verlichten. Eén van die technologische oplossingen is de introductie van schoonmaakrobots , die op dit moment mondjesmaat op de markt worden gebracht. Schoonmaakorganisaties weten nog niet goed hoe deze robots efficiënt in te zetten, het vergt nog veel tijd om ze te kunnen gebruiken en schoonmaakmedewerkers zijn terughoudend om ermee te werken. Het project Assisted Cleaning Robots (ACR) richt zich op de volgende onderzoeksvraag: “hoe integreer je robottechnologie in het werkproces in de schoonmaakbranche, zodat een robot enerzijds zo optimaal mogelijk het werkproces ondersteunt, en anderzijds zo optimaal mogelijk met de mens samenwerkt.” Wat hierin optimaal is en hoe dit gemeten kan worden, is onderdeel van het onderzoek en is afhankelijk van de technologische mogelijkheden, de mensen die er mee werken, en de werkomgeving. In dit project werken Fontys Hogeschool Engineering, Fontys Hogeschool Techniek & Logistiek en de Haagse Hogeschool samen met schoonmaakorganisaties CSU en Hectas en andere bedrijven (toeleveranciers van schoonmaakrobots als ontwikkelaars), nationaal samenwerkingsverband Holland Robotics en brancheorganisatie Schoonmakend Nederland. Dit project kent een looptijd van twee jaar en gaat van start op 1 november 2021. In dit project worden nieuwe schoonmaakprocessen gedefinieerd en wordt op basis van deze processen technologie ontwikkeld (waar doorgaans eerst een nieuw product wordt ontwikkeld en daarna pas gekeken naar hoe dit product in te zetten). In dit project staat de mens die met de technologie in het proces moet gaan werken centraal. De technologie en het proces worden gevalideerd middels praktijktests met de betrokken schoonmaakorganisaties, op representatieve locaties. Hieruit worden lessen getrokken voor verbeteringen.
Het gebruik van plastic en plastic afval staan in de belangstelling op Terschelling. Plastic afval komt niet alleen uit zee, maar ook van gebruik op het eiland. Horeca en verblijfsaccommodaties op het eiland proberen daarom hun plasticgebruik terug te dringen en de transitie naar het toepassen van biologisch afbreekbaar plastic en circulair materialengebruik te maken. NHL Stenden, RUG Groningen, Van Hall en Friesland College ontwikkelen samen met de gemeente Terschelling de Victoria campus voor innovatieve projecten en onderwijs. Vooruitlopend hierop wordt in het Maritiem Instituut Willem Barentsz op Terschelling reeds nu een innovatielab ingericht waar partners uit bedrijfsleven, overheid, onderwijs en maatschappelijke organisaties samen aan oplossingen voor vraagstukken op het eiland werken. Het vraagstuk rondom het thema circulaire plastics op Terschelling past goed in dit innovatielab. De onderzoeksvraag is hoe reductie, hergebruik en recycling van kunststoffen op Terschelling tot stand gebracht kunnen worden door middel van ketensamenwerking en systeem verandering om meer duurzaam te gaan opereren op het gebied van verpakkingen en kunststofgebruik, gezonde voeding en het tegengaan van voedselverspilling. Het lokale platform Plasticvrij Terschelling wordt in deze aanvraag vertegenwoordigd door 3 ondernemingen, namelijk Hostel Stayokay Terschelling, Hotel De Walvisvaarder en Vakantiepark Tjermelan. Daarnaast neemt een landelijke leverancier van horeca producten, Bidfood, als partij uit de waarde keten deel. Uit het netwerk van de verschillende deelnemende lectoraten van NHL Stenden, namelijk lectoraat Circular Plastics, Lectoraat Sustainability in Hospitality & Tourism en Lectoraat Open Innovatie en het netwerk gelieerd aan de Victoria Campus worden waar nodig partijen betrokken die relevant zijn voor de oplossingsrichtingen. Innovaties worden ontwikkeld op het gebied van duurzame alternatieven voor wegwerpplastics in de keuken en het verminderen van grote plastic verpakkingsafval door een gezamenlijk, lokaal systeem van hergebruik en recycling.