Een sportevenement is meer dan alleen een leuk feestje voor de deelnemers en de bezoekers. Een evenement kan maatschappelijk waardevol zijn voor de lokale gemeenschap door impact op gezondheid, leefstijl, economie, sociale cohesie, imago, identiteit, etc.1 In Nederland licht de nadruk veelal op de economische impact van evenementen2, vooral omdat er valide instrumenten ontwikkeld zijn om dit te kunnen evalueren. In dit onderzoek staat juist de sociaal-maatschappelijke impact3,4 centraal. Doel is het inzichtelijk maken van deze impact op de inwoners van Hoogeveen.
DOCUMENT
Advies van SER Noord Nederland ten behoeve van het stimuleren van impact ondernemen in Noord-Nederland.
MULTIFILE
Wie aan de slag wil als sociaal ondernemer of meer wil weten over sociaal ondernemerschap, vindt in Sociaal ondernemerschap: impact eerst een uitgebreide gids vol inzichten en praktische adviezen. Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel, ‘Impact eerst’, laat zien hoe sociaal ondernemerschap past binnen nieuw economisch denken en hoe het zich verhoudt tot andere concepten, zoals maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen. Heldere voorbeelden en gedetailleerde analyses tonen hoe sociale ondernemingen maatschappelijke problemen aanpakken. Tevens gaat het in op het begrip impact: wat betekent dit nu precies en hoe kun je impact creëren en meten?Het tweede deel, ‘Sociaal ondernemen in de praktijk’, biedt praktische richtlijnen voor het starten en organiseren van een sociale onderneming. Het bespreekt kenmerken en vaardigheden van sociaal ondernemers, het opzetten en organiseren van een sociale onderneming en het functioneren van het ecosysteem rond sociaal ondernemerschap.In het derde deel, ‘De toekomst van sociaal ondernemerschap’, staan tien kansen voor de toekomst centraal. Hierin geeft de auteur aan hoe je als sociaal ondernemer kunt bijdragen aan beter onderwijs, sociale inclusie en duurzaamheid. Het boek wordt gecompleteerd met een lijst met tips voor verder lezen, kijken en luisteren.Sociaal ondernemerschap: impact eerst is een waardevolle bron voor ondernemers, beleidsmakers, studenten en iedereen die geïnteresseerd is in ondernemen met een maatschappelijke missie. Het boek presenteert de inzichten en tools om positieve verandering te realiseren door middel van sociaal ondernemerschap.
MULTIFILE
Gemeente Arnhem heeft als doel geformuleerd dat alle wijken klimaatneutraal moeten zijn voor 2050. Voor de wijk Elderveld-Noord is de uitdaging om een duurzame aardgasvrije energie-infrastructuur te ontwikkelen, bestaande woningen te verduurzamen én energielasten voor huurders gelijk te houden. Deze uitdaging is niet alleen technologisch, maar ook sociaal-maatschappelijk complex. Naast energetische verbetering en gebruik van circulaire materialen gaat het ook om een gezonde en leefbare omgeving voor een zich veranderende populatie met een eigen economische contextkenmerken. De wijk Elderveld-Noord is als proeftuin gestart om deze transitie vorm te geven vanuit technologisch perspectief. De vraag bleef: hoe kan de sociale kant van samenwerking, participatie en implementatie hierbij worden ingevuld in een dynamisch leerproces? Via een proces van vraagarticulatie met de stakeholders in deze proeftuin is de praktijkvraag ontstaan hoe een actieve ontwerpgerichte en lerende gemeenschap te realiseren, waarbij een cocreatieproces tot een integrale, succesvolle energietransitie leidt. Vanuit deze praktijkvraag is de volgende onderzoeksvraag ontstaan: Op welke wijze kan een transdisciplinaire lerende gemeenschap worden gevormd die zich richt op meervoudige waardecreatie voor het aardgasvrij maken van de Arnhemse wijk Elderveld-Noord en hoe kan dit proces leiden tot de ontwikkeling van een lerende aanpak zodat in andere wijken van Arnhem hier ook mee gewerkt kan worden? Het beoogde resultaat is transformatieve kennisontwikkeling met een lerende gemeenschap ter ondersteuning van de energietransitie in de pilotwijk Elderveld-Noord, leidend tot een participatieve lerende aanpak voor energietransitie in andere wijken: De Arnhemse Lerende Aanpak. Dat vergt een systeemgerichte, transdisciplinaire opzet. De vraag is hoe we die cocreatie vormgeven en welke lessen we daaruit leren in een transdisciplinaire aanpak van integrale wijkvernieuwing. De beoogde impact van dit onderzoek is dat lerende gemeenschappen van publiek-private samenwerkingen voor de wijkgerichte energietransitie in hoge mate zullen bijdragen aan gezonde en klimaatneutrale wijken in Arnhem en in Nederland.
De fysieke en sociale omgeving zijn, veelal onbewust, van invloed op het beweeggedrag van mensen. Een beweegvriendelijke openbare ruimte heeft een preventieve werking op de gezondheid van mensen en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan Healthy Ageing. Een aantrekkelijk park nodigt uit tot wandelen of hardlopen. Een mooie fietsroute door de natuur nodigt uit tot fietsen.Ook de socialiserende werking van beweegvriendelijke ruimten heeft effect op de leefbaarheid van een wijk en buitengebied. Door mensen te laten bewegen en elkaar te ontmoeten kunnen zorgkosten dalen en sociaal-maatschappelijke problematiek worden teruggedrongen. Daarnaast is een dynamisch en beweegvriendelijk natuurgebied een aantrekkelijke toeristische bestemming waarbij het positieve effecten heeft op de economie van de regio.Het KennisLab ‘Beweegvriendelijke Inrichting Openbare Ruimte’ is een vervolg op de InnovatieWerkPlaats BIOR die is gestart vanuit een aanvraag bij het Centre of Expertise Healthy Ageing. Het richt zich op optimale benutting van de openbare ruimte om een actieve leefstijl te stimuleren en daarbij ook de economische en sociale impact op de omgeving van deze ruimte. In het lab werken kennisinstellingen, zorg- en welzijnsinstellingen, overheden (gemeente, provincie) en woningcorporaties samen met diverse partners uit de sport, horeca en recreatie.
Een op de drie Nederlanders heeft een chronische aandoening en dat aantal neemt sterk toe bij mensen boven de 75 jaar. De meeste mensen zijn niet zorgafhankelijk maar leven met de gevolgen van chronische gezondheidsproblemen. Dit vraagt andere inrichting van de zorg, waarin aandacht moet verschuiven van behandeling van ziekte en geven van zorg naar aandacht voor functioneren en zelfmanagement. Hierbij gaat het niet alleen om het omgaan met de medische consequenties en behandeling, maar ook om sociaal-maatschappelijke participatie en emotionele uitdagingen. Voor zorgverleners is de opdracht om dit zelfmanagement effectief te ondersteunen lang niet altijd vanzelfsprekend; zij zijn gewend aan de ‘expertrol’ maar worden nu geacht samen met de patiënt / zorgvrager te beslissen en om persoonsgerichte zorg te leveren. Bovendien vraagt het ondersteunen van zelfmanagement en eigen regie bij kwetsbare groepen zoals ouderen met multimorbiditeit, jongeren met chronische aandoeningen, mensen met lage gezondheidsvaardigheden of kwetsbare zwangeren extra aandacht. Ook voor veel mensen zelf – en vooral bij kwetsbare groepen – zijn zelfmanagement en eigen regie niet vanzelfsprekend. De afgelopen jaren is de nadruk steeds meer komen te liggen op het versterken van eigen kracht van burgers. Zelfmanagement en eigen regie worden steeds belangrijker in het omgaan met gezondheid en welzijnsvraagstukken, ook ten behoeve van participatie. Een kanteling naar een zorg- en welzijnsmaatschappij waarin zelfmanagement centraal staat, vergt een cultuurverandering in organisaties en attitude- en gedragsveranderingen bij professionals. Door met lectoren vanuit verschillende hogescholen en domeinen – samen met de praktijk en het onderwijs – aan praktijkgericht onderzoek te werken, wordt optimaal gebruik gemaakt van de expertise en het netwerk van deze lectoren en wordt samenwerking tussen hen bevorderd. De lectoraten zijn naar elkaar aanvullend in expertise waardoor kennis en oplossingen die worden ontwikkeld breed toepasbaar zijn in de praktijk en in de verschillende curricula van de betrokken opleidingen. Tevens worden uniforme definities ontwikkeld en wordt een gemeenschappelijke, (lectoraat)overstijgende benadering ontwikkeld voor het bevorderen van zelfmanagement en eigen regie, ook voor kwetsbare groepen binnen het domein zorg en maatschappelijke participatie. Hierbij kiezen we voor een persoonsgerichte aanpak. Hiermee wordt interprofessioneel samenwerken – zowel in lokale als in landelijke netwerken – gestimuleerd. Dit alles draagt bij aan het beter toerusten van huidige en toekomstige professionals. De initiërende lectoren willen met gezamenlijk praktijkgericht onderzoek bijdragen aan het versterken van het zelfmanagement en de eigen regie van burgers en vooral kwetsbare groepen en aan het goed toerusten van relevante beroepsgroepen. Ze beogen daarbij een langdurige samenwerking, ondersteund door de platformregeling.