Full text via link. In veel gemeenten wordt nog volop geformeerd. Martin Stam en Jean Pierre Wilken vinden dit een mooie gelegenheid om adviezen voor het collegeprogramma te geven over de (her)inrichting van het sociaal domein. Met als adagium: minder werken vanuit een professioneel aanbod en meer samen met burgers
LINK
Voor hen die het welzijnswerk (c.q. het sociaal domein) een warm hart toedragen is er goed nieuws. Een groeiend aantal evaluaties wijst uit dat de inzet op preventie van het welzijnswerk in de regel positieve effecten heeft op iemands gezondheid of goedkoper is dan een alternatieve inzet. In deze studie bekijken we de effecten van verschillende typen welzijnswerk (sociale wijkteams, schuldpreventie, jongerenwerk, ouderenwerk, collectieve interventies en sociaal ondernemerschap). Dit is een uitbreiding van een eerdere literatuurstudie (de Lange, Rözer, Huber, & Veldboer, 2021). Hiervoor hebben we organisch naar literatuur gezocht. In een overkoepelende rapportage vatten we de resultaten samen en bieden we een bredere blik (Rözer, Veldboer, & de Lange, 2022).
Een interview met Patty de Laat (HBO docent Fontys Sociale Studies) en Michel Frijters (MBO Summa College Sociaal Werk) over de beloftevolle samenwerking tussen het MBO en HBO sociaal werk binnen de professionele werkplaats – maatschappelijke impact in Eindhoven. Een leeromgeving die enerzijds bijdraagt aan de ontwikkeling van toekomstige professionals binnen het sociale domein en anderzijds impact maakt door sociale vraagstukken bij de kern aan te pakken.
Wijk- en buurtgericht werken vanuit het perspectief van de burger is een belangrijk uitgangspunt in het sociaal en ruimtelijk domein. Echter, burgerparticipatie is vaak veeleisend en weinig inclusief en eindigen regelmatig in een teleurstelling (Verloo, 2023). Professionals hebben behoefte aan alternatieven om samen te werken met inwoners als gelijkwaardige bron van kennis. Bindkracht10 en het Lectoraat Versterken van Sociale Kwaliteit van de HAN hebben samen hiervoor de ‘Wijkwaardenkaart’ ontwikkeld. Dit is een narratieve gesprekstool voor professionals en wijkbewoners die buurt- of wijkgericht werken. De tool heeft twee onderdelen: de gesprekskaart en de praatplaat. Professionals ervaren dat de praatplaat relatief duur en arbeidsintensief is waardoor de dialoog over de wijkwaarden nauwelijks opgang komt. Deze dialoog is nodig om daadwerkelijk het eigenaarschap van inwoners over hun eigen leefomgeving te vergroten. Daarom willen professionals een digitale tool ontwikkelen die hier meer mogelijkheden toe biedt. Dit doen we samen met sociale professionals van Bindkracht10, woningcorporatie Talis, Frank Los Weer een Los, de wijkraad Venlo-Oost en het Lectoraat Media Design. De centrale vraagstelling is: Hoe kunnen we een digitale tool ontwikkelen voor sociale professionals om inwoners eigenaarschap te laten ervaren over hun eigen leefomgeving? We volgen het ‘design thinking proces’. In het eerste werkpakket verkennen we in een focusgroep de wensen en behoeften voor de digitale tool. We kijken hierbij ook naar toegankelijkheid en inclusie. In het tweede werkpakket werken we in een focusgroep de ontwerpprincipes uit en kiezen we concrete ideeën uit voor het ontwerp. Op basis hiervan wordt een prototype ontwikkeld. In het derde werkpakket testen we dit prototype uit in de Nijmeegse wijk Lindenholt en in Venlo-Oost en evalueren we. Op basis van de evaluatie wordt het prototype aangescherpt. In de laatste fase schrijven we een handreiking en delen we onze kennis en de tool in het netwerk en het onderwijs.
De ingezette brede welvaart als maatschappelijke opgave vraagt om een inclusieve arbeidsmarkt en dwingt arbeidsmarktactoren daarvan werk te maken. Een inclusieve arbeidsmarkt is nodig vanwege de alsmaar veranderende arbeidsmarkt die vraagt om flexibiliteit, adaptiviteit en wendbaarheid van iedereen die wil en kan werken. Toch laat onderzoek naar de implementatie van de Wet banenafspraak bij de overheid zien dat doelen niet worden gehaald, stelt het SCP vast dat de huidige Participatiewet onvoldoende aansluit bij wat bijstandsgerechtigden nodig hebben en laat UWV-onderzoek zien dat er nog te veel mensen aan de zijlijn staan. Om doelgroepen met een ondersteuningsbehoefte volwaardig te kunnen includeren op de arbeidsmarkt, is betere samenwerking nodig tussen (professionals van) arbeidsmarktactoren van gemeenten, UWV, arbeidsorganisaties/werkgevers, sociale partners, kennisinstellingen en ervaringsdeskundigen. Het SPRONG-programma All4Talent richt zich op arbeidsmarktprofessionals, arbeidsorganisaties en samenwerkingsverbanden die er alles aan willen doen om een inclusieve arbeidsmarkt te realiseren, in bijzonder voor doelgroepen met een - al dan niet specifieke - ondersteuningsbehoefte. Het consortium heeft de ambitie om een ‘All4Talent-toolbox’ te ontwikkelen, die bestaat uit nieuwe kennis, best practices, producten en diensten alsook andere vormen van samenwerking. Met die toolbox zijn zowel publiek als private arbeidsmarktprofessionals (changemakers) beter in staat om barrières weg te nemen die arbeidsinclusie in de weg staan. All4Talent wordt uitgevoerd door de SPRONG-groep Hogeschool Arnhem Nijmegen, Hogeschool Utrecht en Hogeschool Windesheim die al langjarig en stevig met elkaar zijn verbonden én consortiumpartners uit verschillende Arbeidsmarktregio’s die dezelfde ambities en doelen nastreven. All4Talent gaat in deze Arbeidsmarktregio’s fungeren als regisseur van alle inclusievraagstukken op de vier belangrijke transitiedomeinen van de arbeidsmarkt, namelijk: school-werk, arbeidsbeperkt-werk, werkloos-werk, niet-werkend naar werk en school-werk. De onderzoeksinfrastructuur wordt gevormd door leergemeenschappen: onbenut arbeidspotentieel, inclusieve organisaties, inclusieve arbeidsmarkt, wendbare professionals en inclusieve technologieën waarlangs nieuwe kennis in projecten wordt ontwikkeld. All4Talent-sluit aan bij de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen.
De KIEM subsidie zullen wij gebruiken om een RAAK PUBLIEK-aanvraag te schrijven, waarin de basis wordt gelegd voor een discursief psychologisch onderzoek naar de wijze waarop issuemakelaars in het publieke domein issues aankaarten via sociale media, zodat (communicatie-)professionals hier lering uit kunnen trekken. We kijken naar de manier waarop issuemakelaars melding maken van misstanden en de dialogen die zich als gevolg daarvan ontwikkelen op sociale media. De resultaten zullen bijdragen aan een interactioneel handelingsperspectief, dat vorm kan krijgen in consultation, richtlijnen/handleidingen, casuïstiekopdrachten, trainingen en social media monitoring simulatiesessies. Het doel hiervan is communicatieprofessionals in staat te stellen adequater te reageren op issuemakelaars met een focus op interactie via sociale media, waarmee de toekomstbestendigheid van de professional wordt vergroot. In samenspraak met consortiumpartners zullen wij de KIEM subsidie gebruiken om: - de aanvraag inhoudelijk vorm te geven - geschikte casussen te selecteren die als onderzoeksmateriaal zullen dienen - werkpakketten samen te stellen en een activiteitenplan te maken - meer instellingen en praktijkorganisaties betrekken en uitnodigen voor deelname