Onlangs publiceerde Lia van Doorn een boek waarin zij de ervaringen met outreachende hulpverlening in tien experimentele projecten beschrijft. Voor Maatwerk bewerkte ze dit boek tot een artikel, waarin zij vooral ingaat op het meest precaire deel van deze vorm van hulp: contact leggen met de cliënt. In de experimentele projecten werden de cliënten thuis bezocht. Outreachende hulpverleners blijken meestal wel een voet tussen de deur krijgen, mits ze zich goed voorbereiden en de juiste toon aanslaan.
MULTIFILE
Zorgvragers opgenomen in een ziekenhuis, verpleeghuis, geriatrische afdeling of hospice zijn vaak niet meer in staat om nog geheel voor zichzelf te zorgen. Ze zijn deels afhankelijk van passende steun en aandacht van toegewijde personen uit hun privéomgeving en van zorg gegeven door professionals. De zorgvrager maakt deel uit van een netwerk van familieleden en beroepskrachten die zicht inspannen om passende zorg te geven en te organiseren. Zij ontmoeten elkaar in de zorgtriade. Welke professionals begeleiden de zorgvrager - en zijn naasten - in een residentiële opvang? En hoe begin je als sociale professional aan goede zorg in de residentiële opvang?
Het boek ontwikkelt in discussie met de sociologische traditie en met behulp van de ideaaltypische methode een integraal model van professionaliteit waarin de waardevolle kern, de innerlijke samenhang en de contextuele positionering centraal staan. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de identiteit en de positie van professionals. Het model is geschikt als referentiekader voor reflectie op professioneel functioneren en voor onderzoek van professionele praktijken. Het boek is tegelijk goed toegankelijk en goed onderbouwd, en daarmee zowel interessant voor praktijkgerichte professionals als voor sociale wetenschappers.
LINK
De alliantie tussen professionals en cliënten in de jeugdzorg is een krachtige algemeen werkzame factor in de hulp aan kinderen en ouders met opvoedproblemen. De alliantie tussen professionals en cliënten bestaat uit de persoonlijke klik, overeenstemming over de doelen waaraan gewerkt wordt en de wijze waarop er samengewerkt wordt aan die doelen. Een positieve alliantie in een vroeg stadium van het hulpverleningstraject is een betrouwbare voorspeller van een positieve uitkomst. Het vroegtijdig zicht krijgen op de kwaliteit van de alliantie geeft de mogelijkheid om breuken en deuken in beeld te brengen en vroegtijdig bespreekbaar te maken en te herstellen. Het ritueel om de alliantie bespreekbaar te maken wordt in de praktijk nog weinig gestalte gegeven. Het vergt van professionals een scherp observatievermogen, goede reflectievaardigheden en de nodige creativiteit om het ritueel in het primair proces te passen. Met de te ontwikkelen experimentele leerlijn waar deze aanvraag op ingaat willen werkveldpartners inzetten op het aanleren van deze vaardigheden.
Burgers kunnen met hun juridische vragen aankloppen bij Het Juridisch Loket. Maar wat als er achter hun vraag meerdere problemen schuilgaan, zoals schulden of psychische nood? Daar is de dienstverlening niet op ingericht. Dit onderzoek kijkt hoe mensen met multiproblematiek beter kunnen worden geholpen.Doel Het doel van dit onderzoeksproject is de dienstverlening van Het Juridisch Loket (HJL) aan hulpvragers met multiproblematiek te verbeteren door een multidisciplinaire aanpak. Deze nieuwe klantgerichte aanpak helpt om multiproblematiek op tijd te signaleren en waar nodig de klant door te verwijzen. Hulpvragers met multiproblematiek ervaren niet alleen problemen op het juridische vlak, maar ook psychische, financiële en/of fysieke problemen. De combinatie van problemen op verschillende vlakken maakt de hulpvraag van deze doelgroep complex. Resultaten De resultaten van het onderzoek worden gedeeld in publicaties, workshops en een slotconferentie. Ook worden ze opgenomen in de juridische opleidingen van Hogeschool Utrecht, zodat huidige én toekomstige juridische professionals ervan kunnen profiteren. Highlights Eerstelijns rechtshulp aan mensen met multiproblematiek – Publieksversie eindrapport Samenvatting project t.b.v. eindcongres. Veel aan hun hoofd: mensen met multiproblematiek in de eerstelijns rechtshulp Whiteboard animatie over multiproblematiek in de eerstelijns rechtshulp Blog 'Eerstelijns (rechts)hulp voor cliënten met multiproblematiek. Een wereld te winnen' Rechtshulp moet niet alleen juridisch zijn Artikel op socialevraagstukken.nl Voorkomen van multiproblematiek Factsheet voorkomen multiproblematiek in de eerstelijns rechtshulpverlening Screeningsinstrument Multiproblematiek herkennen Opname college multiproblematiek in de eerstelijns (rechts)hulpverlening Presentatie multiproblematiek in de eerstelijns (rechts)hulpverlening Ontwikkelwerkplaatsen In de werkplaatsen Arnhem en Dordrecht hebben professionals in de eerstelijns (rechts)hulp afspraken gemaakt over de warme doorverwijzing van klanten met multiproblematiek. Afspraken over de warme doorverwijzing Dordrecht Afspraken over de warme doorverwijzing Arnhem Wetenschappelijke publicaties Focus op cliënt behoeften – Een studie over eerstelijns rechtshulp in Nederland Artikel in de European Journal of Social Work Aanbevelingen uit de literatuur Aanbevelingen voor (rechts)hulp bij multiproblematiek Een overzicht van aanbevelingen uit de praktijkliteratuur. Prezi ‘Recht doen’ aan de cliënt met multiproblematiek - Adviezen uit de praktijkliteratuur. Een dynamisch online presentatietool gebaseerd op mindmappen (Prezi) waarin aanbevelingen uit de praktijkliteratuur worden toegelicht. ‘Recht doen’ aan de client met multiproblematiek – Workshop voor professionals Werkvormen waarmee de aanbevelingen uit de praktijkliteratuur kunnen worden overgebracht naar professionals op de werkvloer. Animatie ‘Recht doen’ aan de client met multiproblematiek - Adviezen uit de praktijkliteratuur. In onderstaande animatie wordt uitgelegd hoe op basis van adviezen uit de praktijkliteratuur recht kan worden gedaan aan cliënten met multiproblematiek. Looptijd 01 januari 2019 - 30 juni 2021 Aanpak Mixed-methods opzet: kwantitatieve (enquête onder cliënten) en kwalitatieve (diepte interviews met professionals en cliënten) data-analyse en actieonderzoek in twee lokale settings. Financiering Het onderzoek heeft een subsidie gekregen van SIA-RAAK.
Door de aardbevingsproblematiek in Groningen ondervinden veel inwoners van het gebied psychosociale problemen (zie Dückers et al., 2023 voor het meest recente overzicht). Het governance systeem voor versterking en schadeherstel speelt hier een grote rol in. Bewoners die meervoudige schade aan de woning hebben en lang in procedures rond schadeherstel en versterking zijn verwikkeld, hebben een aanmerkelijk slechtere algehele en mentale gezondheid en ervaren meer stressgerelateerde gezondheidsklachten. Ook ervaart deze groep meer gevoelens van onveiligheid en heeft minder vertrouwen in de overheid.Ook kinderen en jongeren ervaren psychosociale klachten door de aardbevingsproblematiek. Onderzoek wijst uit dat een deel zich angstig en onveilig voelt door de aardbevingen (Zijlstra et al., 2022). Ook maken kinderen en jongeren zich zorgen om mensen in hun omgeving en hebben ze last van de bouwwerkzaamheden rond de versterkingsopgave. Door verhuizingen lijdt de verbondenheid die zij voelen met hun slaapkamer, huis of buurt er ook onder. Bovendien, maakt stress die ouders ervaren kinderen angstiger en kan stress ook tot gevolg hebben dat ouders minder aandacht hebben voor hun kinderen. Tot slot is het vertrouwen van jongeren in de overheid laag en voelen zij zich tweederangs burgers (Zijlstra et al., 2022).Een rapport van de Ombudsman wijst uit dat 1 op de 5 Groningse jongeren het leven een onvoldoende geeft, tegenover 13% landelijk (Kinderombudsman, 2022). Het ervaren van sociaalemotionele problematiek en trauma in de kinderjaren – de jaren waarin zij een veilige basis moeten hebben om zich goed te kunnen ontwikkelen - kan grote gevolgen hebben voor de rest van het leven van deze kinderen en jongeren (zie bijv. Golombok, 2000). Dit kan eventueel bovenop reeds bestaande (intergenerationele) armoede en werkloosheid komen of een chronische ziekte bij een van de gezinsleden. Deze problemen zijn gemiddeld meer aan de orde in de provincie Groningen dan ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde (Visser). Ook zijn er in Groningen meer jongeren met een ernstige lichamelijke ziekte of beperking (GGD, 2020).Er zijn verschillen in hoe kinderen en jongeren omgaan met de emotionele problemen die zij ervaren. Sommige jongeren accepteren dat de gevolgen van de aardbevingsproblematiek nou eenmaal bij het leven hoorden en spreken over hun gevoelens met hun ouders (Zijlstra et al., 2022). In andere gezinnen wordt er juist bewust niet over de aardbevingsproblematiek gesproken om zo stress te beperken. Verder blijkt dat jongeren onderling weinig met elkaar praten over de problematiek. Dit wordt ook niet aangemoedigd op school, waar meer oog is voor de technische aspecten van de versterkingsopgave. Toch hebben jongeren wel behoefte om, naast de technische kant, ook te praten over de emotionele kant met familie, vrienden en op school (Zijlstra et al., 2022).Om gedupeerde bewoners te ondersteunen zijn er verschillende initiatieven in het leven geroepen. Voor psychische ondersteuning zijn er bijvoorbeeld aardbevingscoaches vanuit WIJ Groningen, en de organisaties Geestelijke Verzorgers Aardbevingsgebied en Platform Kerk en Aardbeving. Stut en Steun (gezamenlijk initiatief van de Groninger Bodem Beweging en het Groninger Gasberaad) biedt praktische ondersteuning bij het omgaan met instanties en de Commissie Bijzondere Situaties zorgt voor doorbraken in moeilijke dossiers. Het Nationaal Programma Groningen is opgericht om de regio een nieuwe impuls te geven. De GGD en Aardbevingsacademie bieden een breed scala aan trainingen voor professionals. Daarnaast is er een smartengeldregeling in het leven geroepen. Deze valt net als fysieke schade onder de verantwoordelijkheid van het IMG. Volwassenen kunnen al aanspraak maken op een immateriële schadevergoeding. Vanaf eind maart 2023 kunnen ook kinderen en jongeren (0-18 jaar) aanspraak maken hierop. Echter, deze immateriële schadevergoeding is naar verwachting onvoldoende om kinderen en jongeren te ondersteunen bij de problematiek die zij ervaren en kan daarnaast mogelijk ongewenste effecten teweeg brengen op groepsniveau.Dit heeft te maken met dat tot dusver gevoerd beleid ongelijkheid in de hand heeft gewerkt en sociale relaties binnen dorpen onder druk heeft gezet (Onafhankelijke Raadsman, 2016, 2017; Postmes et al., 2017b, 2018; Stroebe et al., 2018b). Bij schadeopnames traden er bijvoorbeeld verschillen op tussen beoordelaars met uiteenlopende vergoedingen tot gevolg. In de versterkingsopgave waren technische modellen, met over tijd veranderende normering, het uitgangspunt. Dit had tot gevolg dat binnen dorpen en straten verschillende niveaus van versterking werden toegepast. Jaloezie en conflicten komen steeds vaker voor (Duckers et al., 2023), mede door de langdurige aard van deze crisis (Pot et al., 2021). De immateriële schadevergoeding onder kinderen en jongeren kan mogelijk eenzelfde uitwerking hebben wanneer er verschillen zijn in de hoogte van de vergoeding binnen buurten, klassen, sportverenigingen of andere leefwerelden waar jongeren deel van uitmaken. Ondanks dat de regeling het leed tracht te verzachten, kan deze dus tegelijkertijd mogelijk een risico vormen voor de psychische gezondheid van kinderen en jongeren als de sociale cohesie wordt aangetast. Dit terwijl goede sociale relaties juist kunnen bijdragen aan het voorkomen van psychische stress op persoonlijk niveau (Postmes et al., 2016, 2017a; Stroebe et al., 2019d), zo ook bij jongeren (Zijlstra et al., 2022). Jongeren ervaren bijvoorbeeld sociale cohesie wanneer er gezamenlijk wordt gesproken over oplossingen in hun buurt of wijk of wanneer zij deelnemen aan protesten.Naast de uitrol van de immateriële schaderegeling voor kinderen, heeft Staatssecretaris Vijlbrief (Mijnbouw) op 23 november 2022 aangekondigd extra maatregelen te nemen bovenop alle bestaande programma’s om Groningse kinderen en jongeren te ondersteunen (Rijksoverheid, 2022). Zo is geopperd om de medewerkers van de kindertelefoon te trainen in dit onderwerp, aangepast informatiemateriaal te ontwikkelen over versterking en schade (IMG), en meer onderzoek te doen naar de situatie van kinderen en jongeren (RUG).In deze context heeft het IMG een tweeledige vraag bij ons neergelegd. Het eerste deel is gericht op de dienstverlening door IMG n.a.v. de uitvoering van de Immateriële schaderegeling voor kinderen (IMK) en op individuele immateriële hulpverlening. IMG geeft aan dat zij merken in hun dienstverlening dat aanvragers méér nodig kunnen hebben dan de schadevergoeding waarvoor zij bij IMG in aanmerking komen; sommige mensen hebben psychosociale hulp nodig. Niet iedereen die dat nodig heeft, lijkt de weg te kunnen vinden naar die hulp. Ook is de hulp misschien niet altijd passend voor het door mijnbouw/gaswinning veroorzaakte leed. IMG gaat hierover met aanvragers wel in gesprek, maar is zelf geen hulpverlenende instantie en verwijst waar passend door (naar bijv. huisarts, maatschappelijk werk of aardbevingscoaches). IMG geeft aan graag de menselijke kant meer aandacht te willen geven, in het bijzonder voor de nieuwe doelgroep kinderen/jongeren. IMG beoogt meer een ‘oog- en oorfunctie’ te vervullen voor psychosociale problematiek, deze beter te signaleren en mensen te helpen met een warme overdracht naar hulpinstanties, zodat bewoners de juist psychosociale hulp krijgen. Dit voornemen sluit goed aan bij de aanbeveling dat verschillende instanties meer samen moeten werken ten behoeve van de gedupeerde bewoners (Bovenhoff et al., 2021). Dit deel van de opdracht zou later uitgebreid kunnen worden naar volwassenen.Het tweede deel van de vraag van het IMG betreft een verkenning naar een bredere aanpak voor het herstel van mentaal welbevinden van minderjarigen en jongeren in het aardbevingsgebied, waarbij de nadruk ligt op maatregelen / aanbod van collectieve aard, zowel materieel als immaterieel. Het IMG wil een inventarisatie laten uitvoeren van de beschikbare kennis over behoeften van kinderen en jongeren in het aardbevingsgebied. Tevens zal een brede verkenning uitgevoerd worden naar het beschikbare en het mogelijke en gewenste aanbod om tegemoet te komen aan die behoeften.