In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Het SIA RAAK project Crossmedia Atelier startte in 2008. Dit project was het begin van een samenwerking tussen Hogeschool Utrecht, Saxion, Stichting Fris, Novay en Syntens. Het project Crossmedia Atelier werd afgesloten met de eerste Media Battle. Deze eerste Battle bleek een groot succes voor alle betrokken partijen. In 2011 ging het SIA RAAK project Centrumondernemen & Media Technologie van start. Dit project was een vervolg op Crossmedia Atelier. Saxion, Hogeschool Utrecht en Stichting Fris werkten hierin samen met de Gemeente Enschede en de Federatie Centrumondernemers Enschede. Gedurende de looptijd van dit project werden vier Media Battles gehouden. Het thema van elke Battle werd gekoppeld aan een thema uit het project Centrumondernemen & Media Technologie. Tijdens de Media Battle worden studenten uitgedaagd om in één week een concept te bedenken en te presenteren als oplossing voor een probleem van een bedrijf of instelling. In de finale strijden de teams uit Utrecht en Enschede tegen elkaar om het beste concept. De battle is afwisselend in Utrecht en Enschede. Het is een echte wedstrijd, met als inzet de felbegeerde Media Battle Bokaal. Deze formule blijkt steeds weer een succes voor alle betrokken partijen. Vandaar dat we u, na drie jaar tijd en zes Media Battles, graag een kijkje willen geven in de opdrachten, de resultaten en de ervaringen van de betrokken partijen. Deze uitgave schetst een van de resultaten die studenten in korte tijd kunnen neerzetten en de meerwaarde van de samenwerking tussen bedrijfsleven, instellingen en hogescholen. Dit boek is een speciale eenmalige uitgave van Saxion Academie Creatieve Technologie en Lectoraat Media Technology Design ter afsluiting van het project Centrumondernemen & Media Technologie (2010-2012). Mede mogelijk gemaakt door een subsidie van RAAK-SIA.
MULTIFILE
Blog in het kader van het onderzoeksproject ‘The Network is the Message‘ Met dit onderzoek willen Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Utrecht een antwoord geven op de vraag: “Hoe kan de effectiviteit van communicatie in online sociale netwerken worden beoordeeld en verbeterd?” In deze blog: Het inzetten van social media wordt wel steeds specialistischer, maar het lijkt geen bureauspecialisme te worden. Is dat erg? Veel full service bureaus vinden van niet. Voor hen is de hype voorbij en komt social media als een kanaal naast andere kanalen te staan waar ze wat mee kunnen.
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.
Dit project heeft tot doel in kaart te brengen hoe virtuele en fysieke sociale interacties in de vrije tijd zich tot elkaar verhouden. Wat is de impact van virtualisering van de vrijetijd op lokale praktijken? Vrijetijdspraktijken worden traditioneel gezien als gelegenheden bij uitstek om op een laagdrempelige manier in contact te komen met anderen en worden aangewend om sociale cohesie te bewerkstelligen (bijvoorbeeld via urban gardens). Het internet heeft echter voor nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding en daarmee gepaard gaande sociale interactie gezorgd. Het is mogelijk om -bijvoorbeeld in het kader van een hobby zoals gamen- contact te leggen met gelijkgestemden aan de andere kant van de wereld. Dit roept de vraag op naar de invloed van digitale media en individualisering van de vrije tijd op de omvang en aard van sociale netwerken die aan de basis staan van sociale cohesie en sociaal kapitaal. Mogelijk versterken virtuele praktijken lokale sociale netwerken. Aan de andere kant kunnen mensen met een beperkte toegang tot de virtuele wereld buitengesloten raken. Onderzoek is nodig om te begrijpen hoe virtuele en fysieke sociale contacten op elkaar inwerken. In afstemming met bewoners en lokale organisaties beoogt dit project vervolgens een antwoord te geven op de vraag hoe de interactie tussen virtuele en fysieke praktijken succesvol kan bijdragen aan de kwaliteit van de sociale leefomgeving. Het onderzoek zal een mixed methods benadering toepassen om inzicht te verkrijgen in de (micro)dynamiek van de interactie tussen virtuele en fysieke vrijetijdspraktijken Vervolgens zullen de resultaten van het onderzoek benut worden om met bewoners en lokale organisaties een instrument te ontwikkelen om zowel fysieke als virtuele sociale verbindingen in de buurt in kaart te brengen en te versterken. Het project maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Placemaking and Events van Breda University of Applied Sciences.
Dit lectorenplatform richt zich specifiek op vakoverstijgend onderwijs op het snijvlak van kunst, wetenschap en technologie. Deelnemers aan het lectorenplatform beschouwen de opbloeiende, interdisciplinaire praktijken van wetenschappers en kunstenaars als een inspiratiebron voor de vernieuwing van het funderend en hoger onderwijs. Om deze vernieuwing te realiseren moeten vanuit verschillende vakgebieden hands-on-ervaringen en onderzoekservaringen gecombineerd worden. Hierdoor komen leerlingen en studenten vanuit verschillende kennisdomeinen in samenwerking tot nieuwe manieren van leren en probleemoplossen. De ambitie van dit platform is om praktijkbeoefenaars, wetenschappers en docenten uit verschillende sectoren en disciplines bijeen te brengen. De NWA-route ‘Kunst: onderzoek en innovatie in de 21ste eeuw’ roept nadrukkelijk op tot investering in dergelijke platformen: “Het primair vernieuwende in deze route is dat partijen uit het kunstendomein: kunstenaars en ontwerpers, de sociale, geestes‐ en natuurwetenschappen, het kunstvakonderwijs, culturele bedrijven en de creatieve industrie zich met elkaar verbinden en inzetten op een gezamenlijke onderzoeksagenda. [...]" (Borgdorff, et al., 2016, p. 3). In het lectorenplatform staat niet alleen vakintegratie centraal, maar draait het ook om een actualisering van de leerinhouden van de kunst- en bètavakken: kunst kan heel analytisch zijn en bèta creatief, en kunst en bèta kunnen elkaar in onderlinge interactie versterken. Het lectorenplatform wil dus ook bestaande ideeën en beeldvorming rond kunsteducatie en wetenschap-/techniekonderwijs ter discussie stellen, en daarmee een impuls geven aan curriculumvernieuwing: van funderend tot beroepsonderwijs. Om onderzoek naar onderwijs op het snijvlak van kunst, wetenschap en technologie te bevorderen en binnen verschillende sectoren dit onderzoek op de agenda te zetten, richt het platform zich op drie themalijnen die aan de basis van de onderzoeksagenda staan: (1) professionele kunst- en ontwerppraktijken, (2) funderend onderwijs en (3) beroepsonderwijs. De themalijnen vormen de leidraad voor te initiëren onderzoek en activiteiten als het opzetten van een thematische online database met good practices en de organisatie van designathons waarin deelnemers uit verschillende disciplines de interdisciplinaire praktijk actief beleven.