Het lectoraat Ontwikkeling Werklocaties van de hogeschool Saxion heeft drie jaar onderzoek gedaan naar de werkwijze van de Herstructureringsmaatschappij Overijssel in ruim zestig herstructureringsprojecten van bedrijventerreinen. Recent gepubliceerde resultaten zijn heel positief1 . Vraaggericht werken jaagt private investeringen aan en leidt tot hoge multipliers in private versus publieke investeringen. Nieuwe bedrijvigheid en arbeidsplaatsen worden gecreëerd en bedrijfsverplaatsingen met positieve invloed op bedrijfscontinuïteit en ruimtelijke kwaliteit worden gerealiseerd. De inzet van een revolverend fonds kan de effectiviteit en zeker de slagvaardigheid sterk vergroten.Highlights van de aanpak 'Vraaggericht werken '.Vraaggericht werken is een zeer doel- en resultaatgerichte manier van werken. De gidsprincipes van vraaggericht werken zijn:Altijd focus op belangen en investeringsbereidheidAltijd gericht op het ontwikkelen van business cases die maatschappelijke meerwaarde gevenAltijd maatwerk in regisseren, aanjagen, verbinden en ontzorgenAltijd resultaatgericht én flexibelAltijd scherp en goed onderbouwd kiezenAltijd een expliciete exit strategie
MULTIFILE
Dit onderzoek is onderdeel van het onderzoeksproject De Tentoonstellingsmaker van de 21ste Eeuw (2017-2019). Het project is gericht op een aspect dat de laatste jaren steeds dominanter is geworden in het werk van tentoonstellingsmakers in musea: het bieden van een bezoekersbeleving, oftewel het inspireren en raken van bezoekers. Dit als aanvulling op de taakstelling van musea om een inhoudelijke boodschap over te brengen (informeel leren). Tentoonstellingsmakers geven aan meer gevalideerde kennis nodig te hebben om goede afwegingen te kunnen maken in het creëren van debezoekersbeleving en om de feitelijke bezoekersbeleving te kunnen evalueren. Vragen die ook bij betrokken bureaus voor ontwerp en realisatie leven, omdat reflectie op ontwerpkeuzes en hoe deze uitpakken er vaak bij inschiet tijdens de realisatie van museale projecten. Uit gesprekken met al deze partijen is een overkoepelende vraag geformuleerd: Hoe kan ik als tentoonstellingsmaker meer onderbouwde afwegingen maken in het bieden van een bezoekersbeleving zodat bezoekers meer leren over de inhoud van de tentoonstelling én geïnspireerden geraakt worden?De vraag is hoe een beoogde bezoekersbeleving te realiseren is in een tentoonstelling. In De Tentoonstellingsmaker van de 21ste Eeuw, gefinancierd door Nationaal Regieorgaan SiA, wordt voortgebouwd op drie eerdere projecten die met musea en tentoonstellingsmakers zijn gedaan: het RAAK-project Museumkompas, het project Designing Experiencescapes en een studie naar deregeling Digitale Innovatie in Musea. Met de opgedane inzichten en ervaring in die projecten zijn in eerste instantie experimenten opgezet bij vier deelnemende musea naar aspecten die tentoonstellingsmakers, vanuit zowel musea als ontwerp- en designbureaus, aangeven als belangrijke sturingsmogelijkheden van de bezoekersbeleving: publieksparticipatie, verhalen vertellen, inzet vandigitale media en sfeer. De betreffende musea zijn: Rijksmuseum Boerhaave, Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Joods Historisch Museum en het Allard Pierson Museum. De opgedane kennis bij deze vier musea is bij Museum Catharijneconvent en Van Gogh Museum verder toegepast en gevalideerd. Uiteindelijk streeft De Tentoonstellingsmaker van de 21ste eeuw ernaar omreproduceerbare kennis te delen waarmee tentoonstellingsmakers van de 21ste eeuw onderbouwde keuzes kunnen maken in het sturen op het inspireren en raken van bezoekers.De Hogeschool van Amsterdam dankt het Van Gogh Museum zowel voor de mogelijkheid om nader onderzoek te doen bij Van Gogh droomt, als voor de prettige samenwerking.
Nederland streeft naar een verduurzaming van het energiesysteem. In 2020 moet 14% van onze energie duurzaam opgewekt zijn, waarbij de zon, naast wind, als belangrijkste duurzame energiebron gezien wordt. Systemen voor geconcentreerde zonne-energie kunnen worden ingezet voor het opwekken van elektrische en/of thermische energie. Grootschalige systemen (multi-MW) met spiegels worden reeds toegepast in zonnevelden. Het HAN Lectoraat Duurzame Energie werkt al enige jaren aan innovatieve systemen met lenzen waarbij naast het concentreren van direct licht het overblijvende diffuse licht beschikbaar is voor verlichting van de onderliggende ruimte. We willen de in eerdere projecten opgedane kennis en ervaring nu inzetten in een nieuw project, waarin we streven van prototype naar toepassing te komen. De bedrijven zijn benaderd over de nog openstaande vragen. Hieruit is een nieuwe onderzoeksvraag gevormd: Hoe kan voor systemen van geconcentreerde zonne-energie voor toepassingen in glastuinbouw en gebouwde omgevingen voor de productie van zowel elektriciteit als warmte, de energie-opbrengst verhoogd worden door een optimaler gebruik van de lichtinval en met een compacter en duurzamer systeem? In dit project, CONSOLE (acroniem voor CONcentrated SOLar Energy), gaan we werken aan het optimaliseren van de bestaande systemen en het ontwerpen van verbeterde (hybride) systemen voor het opwekken van warmte en elektriciteit in kassen en gebouwde omgeving. We gebruiken hiervoor zowel modellering als meten en testen en komen vanuit een inventarisatie tot een pakket van eisen wat uiteindelijk tot verbeterde prototypes leidt die geschikt zijn voor commerciële toepassing. We doen dit vanuit een nauwe samenwerking met 12 MKB’s, een branche-organisatie en een Centre of Expertise. Daarnaast is er een directe koppeling met het onderwijs, door de betrokkenheid van docent-onderzoekers en studenten in semesterprojecten, stages en afstudeerprojecten.
Klimaatverandering is van invloed op de functies en diensten van kustlandschappen. De IPPC rapporteert dat deze invloed nog sterk zal toenemen. Miljarden investeringen zijn nodig om functies te handhaven. Zeespiegelstijging, toenemende intensiteit en frequenties van stormen tast waterveiligheid aan. De stijging van de zee in combinatie met verwachte perioden van droogte is van invloed op verzilting en zoetwater beschikbaarheid voor allerlei functies. In combinatie met toenemende regenval in de herfst en winter is er invloed op productiviteit van landbouwgebieden te verwachten. Stijgende temperaturen, toenemende verdamping en veranderende waterhoeveelheid en -kwaliteit is daarbij ook van invloed op natuur en biodiversiteit. In dit voorstel ontwikkelen we een holistische benadering voor een landschap die de impact van klimaatverandering (op basis van downscaling) in beeld brengt op de ontwikkeling van de waterbalans en waterkwaliteit (zout-zoet, oppervlaktewater-grondwater). We werken aan een aanpak die zich richt op een sluitende zelfvoorzienende waterbalans door verkleinen van de vraag, vergroten van aanbod door verbeterde buffering in de bodem en hergebruik in relatie tot adaptatie of aanpassing van functies. Hierbij worden verschillende stakeholders betrokken. Het KIEM project start a) met een inventarisatie van de state-of-the-art en leidt tot b) een Demonstrator van deze innovatieve aanpak voor een geselecteerd Waddeneiland, c) een geactiveerd netwerk en d) de aanzet tot een subsidiabel voorstel voor daarop gebaseerd praktijkgericht onderzoek en onderwijs dat toepassing heeft op eilanden en dat opgeschaald kan worden naar kustlandschappen. De uitwerking van de Demonstrator wordt gekoppeld aan de bestaande Minor Sustainable Island Management die opgezet is om kosten-effectieve duurzame oplossingen met stakeholders te formuleren waarmee cruciale functies en diensten die het eiland-landschap levert kunnen worden gehandhaafd onder klimaatverandering.
Klimaatverandering en zeespiegelstijging zet de schaarse ruimte in Nederland verder onder druk. Klimaatrobuuste drijvende ontwikkelingen kunnen hiervoor een oplossing bieden maar kunnen nog niet op de benodigde schaal worden toegepast. Hiervoor is meer kennis nodig over de techniek en governance van drijvend bouwen en ook over de ecologische effecten. Het Floating Future project richt zich op de multidisciplinaire uitdagingen van drijvende bouwen op het vlak van bestuur en regelgeving en technische en ecologische uitdagingen. Hiermee bieden we een klimaatbestendige oplossing voor ruimtegebrek in de Nederlandse delta voor wonen, duurzame energie en logistiek. Dit unieke multidisciplinaire consortium heeft de capaciteit om de resterende barrières te doorbreken.